Gedrag en Technologie
samenvatting
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Wat is interaction design?.................................................................................................2
Hoofdstuk 3: Cognitieve aspecten..........................................................................................................3
Hoofdstuk 5: Persuasion en gedrag........................................................................................................4
Hoofdstuk 9: Het proces van interaction design.....................................................................................5
Hoofdstuk 10: Establishing requirements...............................................................................................6
Hoofdstuk 11: Ontwerp en prototyping.................................................................................................8
Hoofdstuk 13: Evaluatie........................................................................................................................10
Hoofdstuk 14: Usability testing.............................................................................................................11
Artikel Oinas.........................................................................................................................................11
Vergeten punten:.................................................................................................................................14
, Hoofdstuk 1: Wat is interaction design?
Vier basis activiteiten:
1. Vaststellen van eisen
2. Ontwerpen alternatieven
3. Prototype
4. Evalueren → gebruikers observeren, met ze praten, interviewen, prestaties modelleren,
vragenlijsten invullen, vragen om co-ontwerpers te worden.
Interaction design → wijze van ontwerpen met aandacht voor de gebruiker.
User-centered design → het ontwerpproces waarbij de gebruiker in het ontwerpproces wordt
meegenomen of centraal staat.
User-centered approach → dat de echte gebruikers en hun doelen, niet alleen de technologie, de
drijvende kracht zijn achter de productontwikkeling. Bijgevolg zal een goed doordacht systeem het
meeste uit menselijke vaardigheden halen, zal het direct relevant zijn voor de activiteit in de hand en
zal het de gebruiker eerder ondersteunen dan beperken.
Psyche → geest
-ologie → gebied van de studie
Gehandicapt als:
- Je mentaal of fysiek beperkt bent
- Als de beperking invloed heeft op het dagelijks leven
- Als het minstens 12 maanden of langer duurt
Ongemakkelijkheden:
- Kleurblindheid
- Dyslexie
- Fysieke beperkingen
Gedrag → bestaat uit handelingen die waarneembaar zijn voor andere mensen. Ook is er “innerlijk”
gedrag dat niet direct zichtbaar is.
Technologie
- Grieks: technologia
Techno = vakmanschap
Logia = theorie/systematische kennis
- Het kunnen toepassen van kennis
- Het op een systematische manier toepassen van nieuwe, natuurwetenschappelijke of andere
georganiseerde kennis ten behoeve van praktische doeleinden.
Belang en rol TP:
Psychologie = gedrag, technologie beïnvloedt gedrag.
Dus: TP-er heeft aan technologie een belangrijke vriend; gelijk een intelligentietest, vragenlijst of
gespreksvaardigheid
Gebruikersvriendelijk → makkelijk te gebruiken, effectief te gebruiken, prettig/leuk te gebruiken.
Nu opgesplitst naar:
Effectiviteit (effectiveness) → hoe goed is het product in het doen wat het moet doen
Efficiënt (efficiency) → manier waarop het product de gebruiker helpt in het uitvoeren van een taak.
Bijvoorbeeld weinig knopjes, te veel is niet efficiënt.
samenvatting
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Wat is interaction design?.................................................................................................2
Hoofdstuk 3: Cognitieve aspecten..........................................................................................................3
Hoofdstuk 5: Persuasion en gedrag........................................................................................................4
Hoofdstuk 9: Het proces van interaction design.....................................................................................5
Hoofdstuk 10: Establishing requirements...............................................................................................6
Hoofdstuk 11: Ontwerp en prototyping.................................................................................................8
Hoofdstuk 13: Evaluatie........................................................................................................................10
Hoofdstuk 14: Usability testing.............................................................................................................11
Artikel Oinas.........................................................................................................................................11
Vergeten punten:.................................................................................................................................14
, Hoofdstuk 1: Wat is interaction design?
Vier basis activiteiten:
1. Vaststellen van eisen
2. Ontwerpen alternatieven
3. Prototype
4. Evalueren → gebruikers observeren, met ze praten, interviewen, prestaties modelleren,
vragenlijsten invullen, vragen om co-ontwerpers te worden.
Interaction design → wijze van ontwerpen met aandacht voor de gebruiker.
User-centered design → het ontwerpproces waarbij de gebruiker in het ontwerpproces wordt
meegenomen of centraal staat.
User-centered approach → dat de echte gebruikers en hun doelen, niet alleen de technologie, de
drijvende kracht zijn achter de productontwikkeling. Bijgevolg zal een goed doordacht systeem het
meeste uit menselijke vaardigheden halen, zal het direct relevant zijn voor de activiteit in de hand en
zal het de gebruiker eerder ondersteunen dan beperken.
Psyche → geest
-ologie → gebied van de studie
Gehandicapt als:
- Je mentaal of fysiek beperkt bent
- Als de beperking invloed heeft op het dagelijks leven
- Als het minstens 12 maanden of langer duurt
Ongemakkelijkheden:
- Kleurblindheid
- Dyslexie
- Fysieke beperkingen
Gedrag → bestaat uit handelingen die waarneembaar zijn voor andere mensen. Ook is er “innerlijk”
gedrag dat niet direct zichtbaar is.
Technologie
- Grieks: technologia
Techno = vakmanschap
Logia = theorie/systematische kennis
- Het kunnen toepassen van kennis
- Het op een systematische manier toepassen van nieuwe, natuurwetenschappelijke of andere
georganiseerde kennis ten behoeve van praktische doeleinden.
Belang en rol TP:
Psychologie = gedrag, technologie beïnvloedt gedrag.
Dus: TP-er heeft aan technologie een belangrijke vriend; gelijk een intelligentietest, vragenlijst of
gespreksvaardigheid
Gebruikersvriendelijk → makkelijk te gebruiken, effectief te gebruiken, prettig/leuk te gebruiken.
Nu opgesplitst naar:
Effectiviteit (effectiveness) → hoe goed is het product in het doen wat het moet doen
Efficiënt (efficiency) → manier waarop het product de gebruiker helpt in het uitvoeren van een taak.
Bijvoorbeeld weinig knopjes, te veel is niet efficiënt.