Verstandelijke beperking
Familieanamnese
o Hoe ver in de familie teruggaan?
o Wat is belangrijk/relevant?
o Geen problemen in de familie? Kan toch erfelijk zijn!
X-gebonden overerving
Autosomaal recessieve overerving
Chromosomale translocatie
o Familiaal = niet steeds erfelijk
Persoonlijke voorgeschiedenis
o Zwangerschap en bevalling
o Geboorte
Zuurstoftekort is een uitzonderlijke oorzaak van een handicap!
o Ontwikkeling van de persoon
o Medische problemen?
Lichamelijk/klinisch onderzoek
o Intelligentie
o Biometrie: lente, gewicht en hoofdomtrek
o Neurologische afwijkingen?
Te hoge/lage spierspanning
Abnormale bewegingen
Afwijkende reflexen
Epilepsie
o Dysmorfie
Majeure kenmerken
- Preaxiale polydactylie
- Lipspleet
- Aangeboren hartafwijkingen
Mineure kenmerken
- Clinodactylie
- Upsweep
- Webbing
- Partiële cyndactylie
- Hypotelorisme
- 4-vingerlijn
o Opvallend gedrag?
Gedragsfenotypes
- Motorisch
- Cognitief
- Linguïstisch
- Sociale vaardigheden
Dynamisch model
1
, Technisch onderzoek
o Chromosomenonderzoek → groene dop (bloed)
Prometafaze
Reverse banding → vervangen door moleculaire karyotypering
FISH: Fluoresence in Situ Hybridization
- Metafase chromosomen
- Interfase celkernen
- Resultaat: 2 dagen
- Multi-color FISH
Voorbeelden van afwijkingen die op te sporen zijn door middel van
chromosomenonderzoek:
- Down syndroom
- Williams-Beuren syndroom: deletie 7q11
- VCF syndroom → deletie 22q11.2
- Translocaties
Gebalanceerde
Niet-gebalanceerde: partiële monosomie/partiële trisomie
Mogelijkheden
- Opsporen van fouten in het aantal chromosomen
- Opsporen van fouten in de structuur van het chromosoom
Beperkingen
- Kleine structurele fouten kunnen niet worden gedetecteerd
o Moleculaire karyotypering (CGH)
Array (volledig chromosoom)
Controle DNA + patiënten DNA
Mogelijkheden
- Opsporen van kleine structurele afwijkingen: microdeleties +
microduplicaties
- Resultaat na 4 dagen
Beperkingen
- Interpretatie van de gevonden afwijkingen niet altijd duidelijk: aanvullend
bloedonderzoek van de ouders kan nodig zijn
- Aanwezigheid van gebalanceerde translocaties kan niet teruggevonden
worden omdat we niet kunnen kijken naar de structuur van de
chromosomen → enkel metingen in het aantal DNA
o DNA onderzoek
Genen zorgen voor de aanmaak van eiwitten, die vervolgens een goede functie
moeten kunnen verrichten in de cellen → mutatie in een gen = eiwit wordt niet
tegoei aangemaakt
Beperkingen
- Eén gen vele mutaties
- Bij één erfelijke ziekte spelen meerdere genen een rol
- Mutatie of variatie?
Mutatie
> Oorzaak van variatie = polymorfisme
> Oorzaak van afwijkingen = genetische aandoeningen
> Soorten
~ Synonymous → geen verschil voor het eiwit
~ Nonsynonymous → ander eiwit aangemaakt
~ Nonsense -> stop code
~ Readtrough → veel te lang
Selectie van DNA onderzoek
- Grote waarschijnlijkheid op correcte diagnose
- Nut van DNA onderzoek?
- Enkel na genetische counseling
2
, Globaal DNA testing
- Genoom
Exonen (1,5%)
Intronen
Kleefstra syndroom → mutatie EHMT1
Andere bijkomende onderzoeken
o Oogonderzoek, röntgenonderzoek, EEG,...
Belang van genetisch onderzoek
o Komen tot een betrouwbare diagnose
o Gevolgen van de diagnose
Medische problemen die specifieke opvolging vereisen
Bepaald gedragspatroon herkennen: specifieke benaderingswijze
o Counseling van de families
Betrouwbare diagnose
Exacte informatie maakt volwaardige keuze mogelijk en geeft nieuwe
verantwoordelijkheid
- Prenataal onderzoek
Bevrijdend + beangstigend
Rol van de hulpverlener
- Geven van objectieve informatie
- Samenwerkende vennootschap (gezinsexpert + procesexpert)
- Pragmatische werkpunten/oefenen
- Formuleren van sterktes van het kind
Zorgzaam omgaan met woorden
Echte zorg is hoop
3
, Chromosomale numerieke afwijkingen: autosomen
Down syndroom
Geschiedenis
o 1866: Dr. JH Langdon Down
o 1959: Lejeune zag dat er een extra chromosoom 21 aanwezig was
Genetica
o Klassieke trisomie 21 (95%) → NIET ERFELIJK
Non-disjunctie in meiose
Moederlijke leeftijd belangrijke rol
Herhalingsrisico: 1%
o Mozaïek trisomie 21 (1-2%) → NIET ERFELIJK
Abnormale mitose
- Naast cellen met het normaal aantal chromosomen, ook cellen die 3x het
chromosoom 21 hebben
- Extra chromosoom in de hersenen: verstandelijke beperking
Downsyndroom zoals in de klassieke versie
Leeftijdsrisico moeder speelt een rol
Gonadaal mosaicisme bij één van de ouders
- Zeldzaam
- Bij één van de ouders is er ergens in de geslachtscellen toch een extra
chromosoom aanwezig
o Translocatie trisomie (3-4%) → ERFELIJK
Niet-gebalanceerde Robertsionaanse translocatie → kan op chromosomen 13, 14,
15, 21 en 22
Ouder kan drager zijn van een gebalanceerde translocatie en dit niet weten
Herhalingsrisico
- De novo → zeer laag risico
- Moeder draagster van translocatie → 10-15%
- Vader drager van translocatie → 2%
Genetisch onderzoek
o Karyotypering
Complexe techniek omwille van celgroei
- Soms is er geen celgroei (pasgeborenen)
10 dagen
o FISH
Snel resultaat
Geen informatie betreffende het type van trisomie 21; klassieke karyotypering
blijft nodig
o Moleculaire karyotypering
4 dagen
Geen informatie betreffende het type van trisomie 21; klassieke karyotypering
blijft nodig
4
Familieanamnese
o Hoe ver in de familie teruggaan?
o Wat is belangrijk/relevant?
o Geen problemen in de familie? Kan toch erfelijk zijn!
X-gebonden overerving
Autosomaal recessieve overerving
Chromosomale translocatie
o Familiaal = niet steeds erfelijk
Persoonlijke voorgeschiedenis
o Zwangerschap en bevalling
o Geboorte
Zuurstoftekort is een uitzonderlijke oorzaak van een handicap!
o Ontwikkeling van de persoon
o Medische problemen?
Lichamelijk/klinisch onderzoek
o Intelligentie
o Biometrie: lente, gewicht en hoofdomtrek
o Neurologische afwijkingen?
Te hoge/lage spierspanning
Abnormale bewegingen
Afwijkende reflexen
Epilepsie
o Dysmorfie
Majeure kenmerken
- Preaxiale polydactylie
- Lipspleet
- Aangeboren hartafwijkingen
Mineure kenmerken
- Clinodactylie
- Upsweep
- Webbing
- Partiële cyndactylie
- Hypotelorisme
- 4-vingerlijn
o Opvallend gedrag?
Gedragsfenotypes
- Motorisch
- Cognitief
- Linguïstisch
- Sociale vaardigheden
Dynamisch model
1
, Technisch onderzoek
o Chromosomenonderzoek → groene dop (bloed)
Prometafaze
Reverse banding → vervangen door moleculaire karyotypering
FISH: Fluoresence in Situ Hybridization
- Metafase chromosomen
- Interfase celkernen
- Resultaat: 2 dagen
- Multi-color FISH
Voorbeelden van afwijkingen die op te sporen zijn door middel van
chromosomenonderzoek:
- Down syndroom
- Williams-Beuren syndroom: deletie 7q11
- VCF syndroom → deletie 22q11.2
- Translocaties
Gebalanceerde
Niet-gebalanceerde: partiële monosomie/partiële trisomie
Mogelijkheden
- Opsporen van fouten in het aantal chromosomen
- Opsporen van fouten in de structuur van het chromosoom
Beperkingen
- Kleine structurele fouten kunnen niet worden gedetecteerd
o Moleculaire karyotypering (CGH)
Array (volledig chromosoom)
Controle DNA + patiënten DNA
Mogelijkheden
- Opsporen van kleine structurele afwijkingen: microdeleties +
microduplicaties
- Resultaat na 4 dagen
Beperkingen
- Interpretatie van de gevonden afwijkingen niet altijd duidelijk: aanvullend
bloedonderzoek van de ouders kan nodig zijn
- Aanwezigheid van gebalanceerde translocaties kan niet teruggevonden
worden omdat we niet kunnen kijken naar de structuur van de
chromosomen → enkel metingen in het aantal DNA
o DNA onderzoek
Genen zorgen voor de aanmaak van eiwitten, die vervolgens een goede functie
moeten kunnen verrichten in de cellen → mutatie in een gen = eiwit wordt niet
tegoei aangemaakt
Beperkingen
- Eén gen vele mutaties
- Bij één erfelijke ziekte spelen meerdere genen een rol
- Mutatie of variatie?
Mutatie
> Oorzaak van variatie = polymorfisme
> Oorzaak van afwijkingen = genetische aandoeningen
> Soorten
~ Synonymous → geen verschil voor het eiwit
~ Nonsynonymous → ander eiwit aangemaakt
~ Nonsense -> stop code
~ Readtrough → veel te lang
Selectie van DNA onderzoek
- Grote waarschijnlijkheid op correcte diagnose
- Nut van DNA onderzoek?
- Enkel na genetische counseling
2
, Globaal DNA testing
- Genoom
Exonen (1,5%)
Intronen
Kleefstra syndroom → mutatie EHMT1
Andere bijkomende onderzoeken
o Oogonderzoek, röntgenonderzoek, EEG,...
Belang van genetisch onderzoek
o Komen tot een betrouwbare diagnose
o Gevolgen van de diagnose
Medische problemen die specifieke opvolging vereisen
Bepaald gedragspatroon herkennen: specifieke benaderingswijze
o Counseling van de families
Betrouwbare diagnose
Exacte informatie maakt volwaardige keuze mogelijk en geeft nieuwe
verantwoordelijkheid
- Prenataal onderzoek
Bevrijdend + beangstigend
Rol van de hulpverlener
- Geven van objectieve informatie
- Samenwerkende vennootschap (gezinsexpert + procesexpert)
- Pragmatische werkpunten/oefenen
- Formuleren van sterktes van het kind
Zorgzaam omgaan met woorden
Echte zorg is hoop
3
, Chromosomale numerieke afwijkingen: autosomen
Down syndroom
Geschiedenis
o 1866: Dr. JH Langdon Down
o 1959: Lejeune zag dat er een extra chromosoom 21 aanwezig was
Genetica
o Klassieke trisomie 21 (95%) → NIET ERFELIJK
Non-disjunctie in meiose
Moederlijke leeftijd belangrijke rol
Herhalingsrisico: 1%
o Mozaïek trisomie 21 (1-2%) → NIET ERFELIJK
Abnormale mitose
- Naast cellen met het normaal aantal chromosomen, ook cellen die 3x het
chromosoom 21 hebben
- Extra chromosoom in de hersenen: verstandelijke beperking
Downsyndroom zoals in de klassieke versie
Leeftijdsrisico moeder speelt een rol
Gonadaal mosaicisme bij één van de ouders
- Zeldzaam
- Bij één van de ouders is er ergens in de geslachtscellen toch een extra
chromosoom aanwezig
o Translocatie trisomie (3-4%) → ERFELIJK
Niet-gebalanceerde Robertsionaanse translocatie → kan op chromosomen 13, 14,
15, 21 en 22
Ouder kan drager zijn van een gebalanceerde translocatie en dit niet weten
Herhalingsrisico
- De novo → zeer laag risico
- Moeder draagster van translocatie → 10-15%
- Vader drager van translocatie → 2%
Genetisch onderzoek
o Karyotypering
Complexe techniek omwille van celgroei
- Soms is er geen celgroei (pasgeborenen)
10 dagen
o FISH
Snel resultaat
Geen informatie betreffende het type van trisomie 21; klassieke karyotypering
blijft nodig
o Moleculaire karyotypering
4 dagen
Geen informatie betreffende het type van trisomie 21; klassieke karyotypering
blijft nodig
4