LP4-KT6-WG 1
De student kan de belangrijkste verschillen tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek
toelichten;
Kwalitatief Kwantitatief
Doel Beschrijven Verklaren, beschrijven
Gegevens Ervaringen, perspectieven, Cijfers, statistische gegevens.
meningen, beweegredenen
Perspectief Van binnenuit Van buitenaf
Vraagstelling Open, globaal, waarom, wat Gesloten, hypothetisch
Onderzoekssituatie In natuurlijke context Los van natuurlijke context
(testsituatie)
Onderzoek ontwerp Flexibel, dynamisch Vastomlijnd model
Onderzoeksproces Cyclisch, iteratief Lineair
Data verzamelingstechnieken Open (interview, observaties, Gestructureerd (metingen,
dagboeken, blogs) enquetes)
Inductief Deductief
Onderzoeksgrootte Meer variatie = beter resultaat Grotere steekproef =
betrouwbaarder resultaat
De student kan de meest voorkomende stromingen (fenomenologie, etnografie en
grounded theory) en meetmethoden (interview, focusgroep, participerende observatie)
binnen kwalitatief onderzoek uitleggen.
Stromingen:
Generiek kwalitatief onderzoek;
- Soort onderzoeksvraag
o Ervaringen, beleving, perceptie, betekenis
- Dataverzameling
o Diepte- of semi-gestructueerde interviews, dagboeken, observaties, focusgroepen,
blogs, etc.
- Analysemethode
o Kwalitatieve data-analyse methode
- Uitkomsten
o Beschrijvend
Fenomenologie; gaat over een fenomeen, beleving, is voor iedereen anders.
- Soort onderzoeksvraag
o Betekenisvragen (de essentie van uitspraken achterhalen)
- Dataverzameling
o Diepte- of semi-gestructureerde interviews, dagboeken
- Analysemethode
o Fenomenologische analysemethode
- Uitkomsten
o Beschrijvend
, Hoe beleven patienten hun dialyse?
Hoe heeft men de coronacrisis ervaren?
Etnografie;
- Soort onderzoeksvraag
o Beschijvende vragen (warden, opvattingen, gewoonte binnen sociale context van een
(sub)cultuur)
- Dataverzameling
o Participerende observsaties, alleen maar observeren
- Analysemethode
o Specifieke etnografische analysemethode is er niet, afhankelijk van onderzoeksvraag
- Uitkomsten
o Beschrijvend
Hoe is het om in een verpleeghuis te wonen? Onderzoek naar organisatiecultuur in een ziekenhuis.
Grounded theory;
- Soort onderzoeksvraag
o Gericht op theorie vorming
o Procesvragen (ervaring over tijd/ veranderingsprocessen)
- Dataverzameling
o Participerende observaties, diepte-interviews en persoonlijke documenten
- Analysemethode
o Constant vergelijkende methode
- Uitkomsten
o Theorie (inductieve methode)
Hoe gaan verpleegkundigen in GGZ instelling om met manipulatief gedrag van een client
Wat zijn bepalende factoren die invloed hebben op het succesvol stoppen met roken
Meetmethode:
Interview:
- Gestandaardiseerd / gesloten interview
- Open interview (narratief); één ingangsvraag
- Focused; Topics vastgesteld, vragen vrij
- Semi-gestructueerd; vooraf bedachte vragen, doorvragen mogelijk
- Gestructureerd; vragen vast, antwoorden vast
Focusgroep:
- Groepsinterview
- Veelal bedoeld om ideeen te verzamelen en structureren, geen weergave van natuurlijke
omgeving.
- Meerwaarde van de interactie tussen de respondenten
- Respondenten redelijk vergelijkbaar met elkaar
Observaties:
De student kan de belangrijkste verschillen tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek
toelichten;
Kwalitatief Kwantitatief
Doel Beschrijven Verklaren, beschrijven
Gegevens Ervaringen, perspectieven, Cijfers, statistische gegevens.
meningen, beweegredenen
Perspectief Van binnenuit Van buitenaf
Vraagstelling Open, globaal, waarom, wat Gesloten, hypothetisch
Onderzoekssituatie In natuurlijke context Los van natuurlijke context
(testsituatie)
Onderzoek ontwerp Flexibel, dynamisch Vastomlijnd model
Onderzoeksproces Cyclisch, iteratief Lineair
Data verzamelingstechnieken Open (interview, observaties, Gestructureerd (metingen,
dagboeken, blogs) enquetes)
Inductief Deductief
Onderzoeksgrootte Meer variatie = beter resultaat Grotere steekproef =
betrouwbaarder resultaat
De student kan de meest voorkomende stromingen (fenomenologie, etnografie en
grounded theory) en meetmethoden (interview, focusgroep, participerende observatie)
binnen kwalitatief onderzoek uitleggen.
Stromingen:
Generiek kwalitatief onderzoek;
- Soort onderzoeksvraag
o Ervaringen, beleving, perceptie, betekenis
- Dataverzameling
o Diepte- of semi-gestructueerde interviews, dagboeken, observaties, focusgroepen,
blogs, etc.
- Analysemethode
o Kwalitatieve data-analyse methode
- Uitkomsten
o Beschrijvend
Fenomenologie; gaat over een fenomeen, beleving, is voor iedereen anders.
- Soort onderzoeksvraag
o Betekenisvragen (de essentie van uitspraken achterhalen)
- Dataverzameling
o Diepte- of semi-gestructureerde interviews, dagboeken
- Analysemethode
o Fenomenologische analysemethode
- Uitkomsten
o Beschrijvend
, Hoe beleven patienten hun dialyse?
Hoe heeft men de coronacrisis ervaren?
Etnografie;
- Soort onderzoeksvraag
o Beschijvende vragen (warden, opvattingen, gewoonte binnen sociale context van een
(sub)cultuur)
- Dataverzameling
o Participerende observsaties, alleen maar observeren
- Analysemethode
o Specifieke etnografische analysemethode is er niet, afhankelijk van onderzoeksvraag
- Uitkomsten
o Beschrijvend
Hoe is het om in een verpleeghuis te wonen? Onderzoek naar organisatiecultuur in een ziekenhuis.
Grounded theory;
- Soort onderzoeksvraag
o Gericht op theorie vorming
o Procesvragen (ervaring over tijd/ veranderingsprocessen)
- Dataverzameling
o Participerende observaties, diepte-interviews en persoonlijke documenten
- Analysemethode
o Constant vergelijkende methode
- Uitkomsten
o Theorie (inductieve methode)
Hoe gaan verpleegkundigen in GGZ instelling om met manipulatief gedrag van een client
Wat zijn bepalende factoren die invloed hebben op het succesvol stoppen met roken
Meetmethode:
Interview:
- Gestandaardiseerd / gesloten interview
- Open interview (narratief); één ingangsvraag
- Focused; Topics vastgesteld, vragen vrij
- Semi-gestructueerd; vooraf bedachte vragen, doorvragen mogelijk
- Gestructureerd; vragen vast, antwoorden vast
Focusgroep:
- Groepsinterview
- Veelal bedoeld om ideeen te verzamelen en structureren, geen weergave van natuurlijke
omgeving.
- Meerwaarde van de interactie tussen de respondenten
- Respondenten redelijk vergelijkbaar met elkaar
Observaties:
