Hoofdstuk 2
Beleid is:
Een samenstel van doeleinde, middelen en tijdkeuzes
Antwoord op een probleem
Gemaakt door het openbaar bestuur
Openbaar bestuur is:
Snijvlak tussen publiek en privaat
Snijvlak tussen staat en samenleving
Snijvlak tussen politiek en bestuur
Voorbeelden van achterliggende vragen tijdens een beleidsproces:
wanneer is iets een probleem;
wanneer komt een probleem op de agenda;
Welke middelen worden ter beschikking gesteld voor het probleem;
Welke actoren zijn betrokken bij het probleem;
Welke actoren zijn betrokken bij het formuleren van beleid;
Beleidsconstructie betekend in alle gevallen het maken van inhoudelijke keuzen. Deze hebben
betrekking op:
Doelstellingen: Geven aan waar het met het beleid naartoe moet. Kan SMART geformuleerd
worden.
Instrumenten: Middelen waarmee het doel wordt gerealiseerd.
Tijdskeuzen: Beleid heeft een tijdsdimensie. Het kost tijd. Tijdstippen, Tijdsvolgorde, Termijnen,
Tempo en Tijdsdruk.
De argumentatie die de drie basiselementen tot een plan aaneen smeedt: Als beleidsplannen in
daden omgezet moeten worden, is er steun van buiten de initiatiefnemers nodig via een politieke of
analytische weg.
Machten zijn clusters van actoren die invloed kunnen uitoefenen pp de richting van
maatschappelijke ontwikkeling. In Nederland zijn dat er 7:
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht
Vierde macht: Ambtenaren die het bestuur ondersteunen bij voorbereiding en uitvoering van
besluiten
Pressiegroepen en belangenorganisaties: Oefenen namens maatschappelijke sectoren invloed uit
op ambtenaren en bestuurders
Adviseurs en consultants: Bedrijfstak die onderzoek doet voor politici en parlementariërs
Media: Bedrijfstak van journalisten en radio en tv makers
Beleidsproces bestaat uit fases:
Voorbereiding: Probleem definiëring, agendering, conclusie beleid
Besluitvorming: Vast stellen van beleid
Uitvoering: Invoering, Uitvoering, handhaving, evaluatie
Beleid is:
Een samenstel van doeleinde, middelen en tijdkeuzes
Antwoord op een probleem
Gemaakt door het openbaar bestuur
Openbaar bestuur is:
Snijvlak tussen publiek en privaat
Snijvlak tussen staat en samenleving
Snijvlak tussen politiek en bestuur
Voorbeelden van achterliggende vragen tijdens een beleidsproces:
wanneer is iets een probleem;
wanneer komt een probleem op de agenda;
Welke middelen worden ter beschikking gesteld voor het probleem;
Welke actoren zijn betrokken bij het probleem;
Welke actoren zijn betrokken bij het formuleren van beleid;
Beleidsconstructie betekend in alle gevallen het maken van inhoudelijke keuzen. Deze hebben
betrekking op:
Doelstellingen: Geven aan waar het met het beleid naartoe moet. Kan SMART geformuleerd
worden.
Instrumenten: Middelen waarmee het doel wordt gerealiseerd.
Tijdskeuzen: Beleid heeft een tijdsdimensie. Het kost tijd. Tijdstippen, Tijdsvolgorde, Termijnen,
Tempo en Tijdsdruk.
De argumentatie die de drie basiselementen tot een plan aaneen smeedt: Als beleidsplannen in
daden omgezet moeten worden, is er steun van buiten de initiatiefnemers nodig via een politieke of
analytische weg.
Machten zijn clusters van actoren die invloed kunnen uitoefenen pp de richting van
maatschappelijke ontwikkeling. In Nederland zijn dat er 7:
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht
Vierde macht: Ambtenaren die het bestuur ondersteunen bij voorbereiding en uitvoering van
besluiten
Pressiegroepen en belangenorganisaties: Oefenen namens maatschappelijke sectoren invloed uit
op ambtenaren en bestuurders
Adviseurs en consultants: Bedrijfstak die onderzoek doet voor politici en parlementariërs
Media: Bedrijfstak van journalisten en radio en tv makers
Beleidsproces bestaat uit fases:
Voorbereiding: Probleem definiëring, agendering, conclusie beleid
Besluitvorming: Vast stellen van beleid
Uitvoering: Invoering, Uitvoering, handhaving, evaluatie