Laboproef 20 : VTEC
1 Inleiding
De afkorting VTEC staat voor:
Variable valve Timing and lift Electronic Controlled system
Dit betekend dat de kleppen een variabele timing en lichthoogte hebben zodat een soepel en
zuinig rijgedrag bij een laag toerental gecombineerd kan worden met een maximum vermogen
bij een hoog toerental.
Het voordeel van een VTEC-motor is dat de positieve eigenschappen van twee
nokkenprofielen (VTEC ingeschakeld en uitgeschakeld) gecombineerd kunnen worden in één
motor. Dit zorgt voor een zeer efficiënte motor dat wil zeggen dat uit een kleine hoeveelheid
brandstof een zeer hoog vermogen gehaald kan worden.
Deze grafiek toont dat een VTEC-motor:
* een hoog koppel heeft over een groot toerenbereik
* een hoog vermogen dus ook een hoge topsnelheid heeft
Voor een hoog motorkoppel bij een relatief laag toerental heeft men een kleppenmechanisme
nodig met: * een klein klepoverlap
* een geringe lichthoogte
Voor een hoog vermogen bij een hoog toerental heeft men een kleppenmechanisme nodig
met: * een grote klepoverlap
* een grote lichthoogte
2 Laboproef
*Draaizin van de motor (DOHC = twee bovenliggende nokkenassen):
rechtsom gezien vanaf de distributiezijde (wijzerszin)
, *VTEC uitgeschakeld (in de laboproef cilinders 2 en 3 gezien vanaf de distributiezijde, maar
in de praktijk alle cilinders bij een bepaald toerental (onder 4000 toeren/min))
-lichthoogte van de buitenste nokken in functie van de krukashoekverdraaiing
(begin metingen zuiger in zijn B.D.P. einde compressie)
Lichthoogte (mm)
(°) Inlaatklep 1 Inlaatklep 2 Uitlaatklep 1 Uitlaatklep 2
(smalle nok) (brede nok) (brede nok) (smalle nok)
0 0,00 0,00 0,00 0,00
20 0,00 0,00 0,00 0,00
40 0,00 0,00 0,00 0,00
60 0,00 0,00 0,00 0,00
80 0,00 0,00 0,00 0,00
100 0,00 0,00 0,00 0,00
120 0,00 0,00 0,00 0,00
140 0,00 0,00 0,12 0,00
160 0,00 0,00 1,48 0,43
180 0,00 0,00 3,72 2,22
200 0,00 0,00 5,31 3,64
220 0,00 0,00 6,57 4,74
240 0,00 0,00 7,13 5,44
260 0,00 0,00 7,00 5,53
280 0,00 0,00 6,19 5,01
300 0,00 0,00 4,76 4,01
320 0,00 0,00 3,00 2,37
340 0,00 0,00 1,01 0,92
360 0,04 0,07 0,08 0,04
380 0,63 1,08 0,02 0,00
400 2,24 3,12 0,00 0,00
420 4,03 5,28 0,00 0,00
440 5,30 6,56 0,00 0,00
460 5,93 7,43 0,00 0,00
480 5,86 7,56 0,00 0,00
500 5,11 6,84 0,00 0,00
520 3,91 5,43 0,00 0,00
540 2,31 3,45 0,00 0,00
560 0,55 1,10 0,00 0,00
580 0,10 0,14 0,00 0,00
600 0,02 0,04 0,00 0,00
620 0,00 0,00 0,00 0,00
640 0,00 0,00 0,00 0,00
660 0,00 0,00 0,00 0,00
680 0,00 0,00 0,00 0,00
700 0,00 0,00 0,00 0,00
720 0,00 0,00 0,00 0,00
Door twee verschillende nokprofielen te gebruiken voor zowel de inlaatkleppen als de
uitlaatkleppen ontstaat er een betere werveling van het gasmengsel in de cilinder (een betere
cilindervulling) waardoor er een volledige verbranding bereikt wordt.
*VTEC ingeschakeld ( in de laboproef cilinders 1 en 4 gezien vanaf de distributiezijde, maar
in de praktijk alle cilinders bij een bepaald toerental (boven 4000 toeren/min))
1 Inleiding
De afkorting VTEC staat voor:
Variable valve Timing and lift Electronic Controlled system
Dit betekend dat de kleppen een variabele timing en lichthoogte hebben zodat een soepel en
zuinig rijgedrag bij een laag toerental gecombineerd kan worden met een maximum vermogen
bij een hoog toerental.
Het voordeel van een VTEC-motor is dat de positieve eigenschappen van twee
nokkenprofielen (VTEC ingeschakeld en uitgeschakeld) gecombineerd kunnen worden in één
motor. Dit zorgt voor een zeer efficiënte motor dat wil zeggen dat uit een kleine hoeveelheid
brandstof een zeer hoog vermogen gehaald kan worden.
Deze grafiek toont dat een VTEC-motor:
* een hoog koppel heeft over een groot toerenbereik
* een hoog vermogen dus ook een hoge topsnelheid heeft
Voor een hoog motorkoppel bij een relatief laag toerental heeft men een kleppenmechanisme
nodig met: * een klein klepoverlap
* een geringe lichthoogte
Voor een hoog vermogen bij een hoog toerental heeft men een kleppenmechanisme nodig
met: * een grote klepoverlap
* een grote lichthoogte
2 Laboproef
*Draaizin van de motor (DOHC = twee bovenliggende nokkenassen):
rechtsom gezien vanaf de distributiezijde (wijzerszin)
, *VTEC uitgeschakeld (in de laboproef cilinders 2 en 3 gezien vanaf de distributiezijde, maar
in de praktijk alle cilinders bij een bepaald toerental (onder 4000 toeren/min))
-lichthoogte van de buitenste nokken in functie van de krukashoekverdraaiing
(begin metingen zuiger in zijn B.D.P. einde compressie)
Lichthoogte (mm)
(°) Inlaatklep 1 Inlaatklep 2 Uitlaatklep 1 Uitlaatklep 2
(smalle nok) (brede nok) (brede nok) (smalle nok)
0 0,00 0,00 0,00 0,00
20 0,00 0,00 0,00 0,00
40 0,00 0,00 0,00 0,00
60 0,00 0,00 0,00 0,00
80 0,00 0,00 0,00 0,00
100 0,00 0,00 0,00 0,00
120 0,00 0,00 0,00 0,00
140 0,00 0,00 0,12 0,00
160 0,00 0,00 1,48 0,43
180 0,00 0,00 3,72 2,22
200 0,00 0,00 5,31 3,64
220 0,00 0,00 6,57 4,74
240 0,00 0,00 7,13 5,44
260 0,00 0,00 7,00 5,53
280 0,00 0,00 6,19 5,01
300 0,00 0,00 4,76 4,01
320 0,00 0,00 3,00 2,37
340 0,00 0,00 1,01 0,92
360 0,04 0,07 0,08 0,04
380 0,63 1,08 0,02 0,00
400 2,24 3,12 0,00 0,00
420 4,03 5,28 0,00 0,00
440 5,30 6,56 0,00 0,00
460 5,93 7,43 0,00 0,00
480 5,86 7,56 0,00 0,00
500 5,11 6,84 0,00 0,00
520 3,91 5,43 0,00 0,00
540 2,31 3,45 0,00 0,00
560 0,55 1,10 0,00 0,00
580 0,10 0,14 0,00 0,00
600 0,02 0,04 0,00 0,00
620 0,00 0,00 0,00 0,00
640 0,00 0,00 0,00 0,00
660 0,00 0,00 0,00 0,00
680 0,00 0,00 0,00 0,00
700 0,00 0,00 0,00 0,00
720 0,00 0,00 0,00 0,00
Door twee verschillende nokprofielen te gebruiken voor zowel de inlaatkleppen als de
uitlaatkleppen ontstaat er een betere werveling van het gasmengsel in de cilinder (een betere
cilindervulling) waardoor er een volledige verbranding bereikt wordt.
*VTEC ingeschakeld ( in de laboproef cilinders 1 en 4 gezien vanaf de distributiezijde, maar
in de praktijk alle cilinders bij een bepaald toerental (boven 4000 toeren/min))
