Theorie I: Perspectieven Op Geschiedenis (LGX289B05)
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
In dit document staan alle aantekeningen van de hoorcolleges van Theorie 1: Perspectieven op geschiedenis, en meer! Bij ingewikkelde concepten is er extra uitleg toegevoegd, en alle citaten van de Powerpoints zijn ook meegenomen! Om een voldoende te halen voor dit lastige vak, is dit document zeker...
Theorie I: Perspectieven Op Geschiedenis (LGX289B05)
All documents for this subject (14)
1
review
By: Dijkstra123 • 2 year ago
Translated by Google
Because it is not in the balletpoint form, but in well-running sentences, this is a very good summary
Seller
Follow
jolijnrijpma
Reviews received
Content preview
HOORCOLLEGE 1: INTRODUCTIE
Perspectieven op de geschiedenis zijn belangrijk, in dit college worden er
vier besproken:
- Sociaal perspectief
- Geheugen perspectief
- Geografisch perspectief
- Hermeneutisch perspectief
Je kan een historische gebeurtenis vanuit deze vier verschillende hoeken
bekijken. Een centrale vraag is dan: kan geschiedenis objectief & neutraal
zijn? Bestaat er één historische waarheid? Er bestaan i.i.g. meerdere
aanpakken om een historische gebeurtenis te begrijpen, zoals de
hierboven genoemde vier, en deze sluiten elkaar niet uit.
Casus: De Russische Revolutie
PERSPECTIEF 1: DE SOCIALE WETENSCHAPPEN
Via dit perspectief kan je de Russische Revolutie plaatsen in een reeks van
revoluties, zoals de Boston Teaparty en de Franse Revolutie. De sociale
wetenschappen richten zich op menselijk gedrag; voornamelijk
groepsgedrag, het gedrag van individuen is minder belangrijk. De
wederzijdse relatie tussen de sociale wetenschappen en geschiedenis is
zichtbaar in de volgende twee vragen:
- Wat kun je leren van het verleden over sociaal gedrag? (S.W.GS)
- Wat kunnen inzichten uit de sociale wetenschappen ons leren over
het verleden? (GSS.W.)
De Russische Revolutie in de sociale wetenschappen: wat dreef de
Russische Revolutie?
Vanuit dit perspectief kijk je niet naar individuen zoals Lenin of Trotski,
maar naar de situatie van de bevolking in termen van…
- Inkomen, levensstandaard, ongelijkheid, sociale mobiliteit
o Kan je een oorzaak vinden in voedseltekorten? Of inflatie?
- Machtsverdeling
o Was de tsaristische autocratie de oorzaak?
- Veranderingen in de loop van de tijd (bv. industrialisatie)
o Leidde urbanisering tot de revolutie?
Door hiernaar te kijken ontdek je dat, hoewel de twee revoluties in 1917
plaatsvonden in Rusland, er al decennialang sociale onrust was.
Je kan de factoren die leidden tot de Russische Revolutie categoriseren:
- Structurele factoren (dus over de lange termijn):
o Politieke, economische, en sociale ongelijkheid;
o De rol van het tsaristische regime en de orthodoxe kerk;
o Het einde van de horigheid, maar aanhoudende
landproblemen.
- Conjuncturele factoren (dus op de korte termijn):
, o Industrialisatie en de groeiende arbeidersklasse (arme
omstandigheden);
o WO1 en de lage moraal;
o Frequente voedseltekorten.
Er waren allerlei problemen in Rusland: de overgang naar industrialisering
gebeurde niet overal even snel (duale economie), de samenleving bestond
nog voornamelijk uit boeren (82%), en volgens onderzoek nam de lengte
van soldaten in de late 19e en vroege 20e eeuw af, wat een indicatie is
voor slechte materiële omstandigheden. De Bolsjewieken claimden dit
allemaal op te kunnen lossen met ‘Vrede, Brood en Land’:
- Vrede: Rusland vocht tegen Duitsland in WO1, maar het leger en de
bevolking steunde de oorlog niet;
- Brood: Industrialisatie leidde tot snelle urbanisatie en slechte
omstandigheden in steden evenals in verarmde rurale gebieden;
- Land: eeuwen van onderdrukking en gefaalde landhervormingen
hadden geleid tot een ongelijke verdeling van land, incl. veel
landloze rurale arbeiders.
Maar, de Bolsjewieken losten niks op: ze vervingen de oude elite gewoon
met een nieuwe elite (circulatie van elites). Vlak voor de revolutie was de
inkomensongelijkheid in Rusland niet heel verschillend dan die van andere
Europese landen, het ging voornamelijk om politieke ongelijkheid.
PERSPECTIEF 2: GEHEUGEN
In dit vakgebied kijk je niet naar hoe gebeurtenissen waren, maar hoe ze
herinnerd worden. In het herinneren van de Russische Revolutie vinden
veranderingen plaats: de herinneringen staan dus niet vast. Ten tijde van
de Koude Oorlog herinnerden beide zijden de Russische Revolutie heel
anders:
- De Sovjet-Unie zag het als de grote socialistische revolutie (dus
positief), ze gebruikten de revolutie als legitimering voor de Sovjet-
Unie, de tegenstanders van Lenin werden buiten beschouwing
gehouden en het werd elk jaar herdacht.
- Het Westen zag het als de Rode Bedreiging (dus negatief), ze zagen
het als een coup d’état van een klein groepje, in plaats van als een
volksopstand zorgde voor een delegitimering van de Sovjet-Unie.
Hierin zie je al meteen dat beide zijden een nuttige herinnering
probeerden te creëren, bijvoorbeeld met de (de)legitimering van de
Sovjet-Unie.
Na 1989 stortte de Sovjet-mythe in: de Russische Revolutie verloor
zijn plek in de herdenking, het werd een complexe herinnering
sommigen zagen het als positief, anderen als negatief. De herinnering was
niet meer nuttig voor de Russische politiek, en dus werd ook de
herdenkingsdag afgeschaft door Poetin in 2004.
, In de centenarium in 2017 stond Poetin voor een lastige beslissing:
wel of niet de Russische Revolutie herdenken (helemaal omdat dit net na
de revolutie in Oekraïne was). Hij besloot het niet te herdenken, omdat de
herinnering te verdelend was. Je zag ook een linguïstische aanpassing: van
een revolutie naar een omverwerping.
Geschiedenis kan je dus zien als een evoluerende herinnering; de
politiek kan herinneringen gebruiken als ze nuttig zijn. Je ziet dat de
herinnering in Rusland aan de Russische Revolutie is veranderd: van
triomf naar ‘embarrassement’.
PERSPECTIEF 3: GEOGRAFIE
Trotski (grote speler in de Russische Revolutie) werd in Mexico door een
Spanjaard vermoord. Dit feitje toont aan dat je niet alleen vanuit nationale
perspectieven kan kijken naar zo’n onderwerp. Zo’n iemand als Trotski
(een revolutionair) bevond zich in een ‘transnationaal sociaal veld’.
Transnationale sociale velden bevatten grensoverschrijdende mobiliteit
(van mensen, ideeën, etc.) en een globale publieke sfeer (patronen van
internationale communicatie). Je kan ‘ruimte’ dus nemen als een centrale
analytische categorie in de historiografie.
Als je voorbij de nationale grenzen kijkt zie je dat de Russische
Revolutie ook het resultaat (en onderdeel) is van mondiale processen:
- In 1913 ontmoeten Stalin en Trotski elkaar in Wenen, er bestond
directe antipathie. Trotski woonde 8 jaar lang in Oostenrijk-Hongarije
en dit had invloed op zijn denken.
- De Russische Revolutie was niet een geïsoleerd evenement, maar
onderdeel van een revolutionair tijdperk. Dit was zichtbaar in Europa
en de VS, maar ook in de koloniale wereld (impact van 1917 buiten
Europa).
o Mexicaanse Revolutie (1911)
o Bouwen van Sovjets in Cuba
o Bolsjewistisch Biënnium in Spanje (1919-1920)
o Revolutionaire studentenbewegingen in Beijing (1919)
o Etc.
- De ideeën van de communistische elite in 1917 zijn beïnvloed door
transnationale/intercontinentale uitwisselingen (transnationale
sociale velden).
o De Communistische International (Moskou, 1919)
o Eerste Congres van de Volken van het Oosten (Baku, 1920)
o Conferentie van de Onderdrukten Volken (Brussel, 1927)
o Etc.
Het is dus belangrijk om niet alleen de Russische Revolutie vanuit
nationaal perspectief te bekijken.
, PERSPECTIEF 4: HERMENEUTIEK
Hermeneutiek is de handeling van het interpreteren. Het is lastig te
zeggen of het een theorie of een methode is. Bij de filosofische
hermeneutiek gaat het om de reflectie van wat men doet als men
interpreteert; hoe interpreteren we dingen, en het leven als geheel? De
hermeneutiek stamt af van het interpreteren van de bijbel. Meestal vindt
hermeneutiek plaats bij geschreven teksten, maar je kan bijvoorbeeld ook
bladmuziek of emoticons interpreteren.
Kunnen historici een objectief verslag geven over de Russische
Revolutie? Bij het beantwoorden van zo’n vraag is het eerst van belang om
vast te stellen wat objectiviteit eigenlijk is: ideeën moeten puur aan de
hand van het object gevormd worden. Maar is dit mogelijk? Er is namelijk
altijd sprake van interpretatie, omdat historici de tussenpersoon vormen
tussen het object/de gebeurtenis en de geschiedschrijving. Soms heb je
ook een tweede tussenpersoon: de ooggetuige.
Gebeurtenis Ooggetuige/Bron Historicus Narratief. Is de
gebeurtenis dan precies hetzelfde als het narratief? Als je hier ja op
antwoord, dan is het objectief, als je nee antwoord is het niet 100%
objectief.
We spreken ook vaak over historische feiten, maar wat zijn dat? Ze
worden vaak betwist en uitgedaagd, en hangen af van de context en van
conceptuele kaders (afhankelijk van taal). Is de Russische Revolutie een
historisch feit? We zien onze realiteit voornamelijk via taal: de taal vormt
een barrière tussen onszelf en de realiteit (ik taal realiteit). Feiten zijn
bepaalde interpretaties van een toestand, een gang van zaken.
Bijvoorbeeld: een afbeelding waarbij mensen richting een paleis
rennen. Dit is een feit, dit zie je. Als je de context (tijd, plaats, concepten,
deelnemers etc.) toevoegt, wordt het een historisch feit. De Russische
Revolutie is een complex van interpretaties, en deze interpretaties kunnen
veranderen, afhankelijk van historische context/perspectief,
onderzoeksvragen en de selectie van bronnen. Je kan bijvoorbeeld de
Russische Revolutie onderzoeken aan de hand van de rol van het
platteland in de revolutie, of de taal die gebruikt werd in het leger.
Hiermee creëer je allemaal verschillende interpretaties.
Historici vinden geen onomstotelijke feiten en ze presenteren ze niet
‘zoals het echt gebeurd is’ (von Ranke). Historici interpreteren (gebaseerd
op perspectieven) en construeren een narratief.
Maar, kunnen we dan het verleden objectief kennen en het verleden
begrijpen? En als de antwoorden in de geschiedenis afhangen van
specifieke, subjectieve contexten, leidt dit dan niet tot relativisme?
Belangrijkste vraag voor de hermeneutiekcolleges: Is de echte
uitdaging voor de geschiedenisdiscipline het behalen van objectiviteit, of
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolijnrijpma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.77. You're not tied to anything after your purchase.