Samenvatting Informatiekunde

Informatiekunde
Informatiemanagement: het vakgebied dat zich richt op de rol van informatie, informatieverzorging
en ICT binnen en tussen organisaties.
 Program management
 Business Processes
 Business Intelligence
 IT services

Fasen van informatieplanning en automatiseringsprojecten:
1. Informatieplan of Informatievooronderzoek
2. Functioneel ontwerp
3. Technische ontwerp Programmering of Selectie van pakketsoftware
4. Invoering van software/informatiemanagement en kwaliteitshandboek
5. Gebruik en beheer

De organisatie produceert goederen en diensten om haar doelen te behalen door uitvoering
bedrijfsprocessen met behulp van een adequate informatievoorziening die wordt ondersteund door
ICT die bestaat uit de componenten hardware/software/netwerken/internet.

Kroenke: Industrie structuur  strategie  waardeketen  bedrijfsprocessen  informatiesysteem

Beheersing: (Kwaliteitscirkel van Deming) Plan  Do  Check  Act

Besturing/Management control: omvat het door de leiding van een organisatie aangestuurde en
toegepaste proces ten behoeve van het beheersen van de uit te voeren bedrijfsactiviteiten.

Management control is gericht op het implementeren en realiseren van vooraf gestelde doelen.

Planning en control cyclus: Planning  uitvoering  evaluatie
Planning wordt gevoed door: verwachtingen, schattingen, afspraken, standaarden en normen

Drie niveaus van informatie:
Strategische informatie: meer extern, meer lange termijn, meer gestructureerd
↓
Tactische informatie
↓
Operationele informatie: meer intern, meer korte termijn, meer ad-hoc

Profielen voor afstemming organisatie- en ICT strategie (Vaasen, 2012)
 Utility: ICT strategie is volgend op de organisatiestrategie en richt zich vooral op efficiency
 Infusion: ICT is een belangrijke bron van innovaties, ICT strategie is leidend voor de
organisatiestrategie
 Alliance: Afstemming tussen IT strategie en organisatiestrategie is proces waarvoor
ondernemingsmanagement en IT management gezamenlijk verantwoordelijk zijn. ICT moet
zowel bestaande processen zo goed mogelijk ondersteunen als meedenken over IT
innovaties die nieuwe producten of diensten mogelijk maken.

(IT) Alignment: consistentie, binnen de organisatie, tussen: de wijze van besturing, inrichting van het
primaire proces en de inrichting van de ondersteuning door ICT.

,ICT is een hulpmiddel, voorbeelden:
 Wijzigingen in PMC’s:
o E-Business en e-Commerce toepassingen via internet nieuwe produceten/markten
o Customer Relationship Management (CRM) informatievoorziening over klant-gedrag
 Wijzigingen in primaire procesgang:
o Geautomatiseerd vervangt handmatig
o Informatievoorziening over verloop van het primaire proces
 Wijzigingen in de besturing:
o Parameterinstellingen bepalen wijze van besturing
o Informatievoorziening over functioneren organisatie
 Wijzigingen in ICT
o Centrale database (gemeenschappelijk gebruik data)
o Betrouwbaarheid, vertrouwelijkheid (kwaliteit)

Informatie VS Gegevens
 Gegevens zijn de ruwe data die is vastgelegd
o Gegevens zijn de objectief waarneembare neerslag of registratie van feiten
o Kunnen worden bewerkt (sorteren, selecteren, filteren)
 Informatie is wat het voor iemand betekent
Information : a difference that makes the difference (G. Bateson Psycholoog).
Information : knowledge that is derived from data (Kroenke)

Management Informatie Systemen (MIS)
MIS: het management en de informatiesystemen die organisaties helpen om haar doelstellingen te
behalen
Systeem: doelmatig geordend samenhangend geheel van bij elkaar horende dingen en hun
onderdelen; stelsel.
Information System: een groep componenten dat interactie maakt om informatie te produceren


Verband tussen vakken:

, Componenten van een Information System (I.S.):
 Hardware
 Software
 Data
 Procedures
 People




Hardware: alle tastbare onderdelen in en aan de computer. Er wordt onderscheid gemaakt tussen
interne hardware en externe hardware. Interne hardware zit in de behuizing van de computer.
Externe hardware wordt aangesloten op een van de poorten op de computer.

 Computers
o Pc’s
o Server hardware
 Computers gericht op continue (24/7) gegevensverwerking
 Betrouwbaarheidseisen vele malen hoger dan van Pc’s
o Terminals

 Handhelds
o Functionaliteit is vergelijkbaar met Pc’s
o Draadloze communicatie mogelijk via
 Telecommunicatienetwerken (GSM, GPRS, EDGE/UMTS)
 Draadloze computernetwerken (WLAN)
 Draadloze randapparatuur (Bluetooth, infrarood)
o Smartphones
o Tablets

 Opslag
o Tijdelijk: werkgeheugen
o Vast lokaal
 Harde schijf
 SSD (Solid State Drive)
 Voordelen: Snel, stil, gewicht, zuinig, koel, bedrijfszeker
 Nadelen: Prijs, capaciteit, verlies van snelheid
o Vast Netwerk (geen hardware)
 Networked Attached Storage
 Storage Area Network
o Vast via internet (geen hardware)
 Cloud in de vorm van DAAS of IAAS

Werkgeheugen: is het geheugen wat een besturingssysteem ter beschikking heeft om de hardware
aan te sturen. Het werkgeheugen is tijdelijk opslag, als het systeem uit wordt geschakeld wordt het
werkgeheugen gewist.