H18: Eiwitten
Paragraaf 1: Van polypeptideketen tot een werkzaam
eiwit
Om eiwitten naar de juiste plek te brengen, krijgen ze
een adreslabel mee, dat is een korte peptideketen die
tijdens de transcriptie aan de groeiende peptideketen
gehecht is. Het adreslabel bindt aan een
signaalherkenningsmolecuul uit het grondplasma, het
SHM hecht aan een SHM-receptor van het ER.
GTP hecht aan de SHM-receptor, die splitst in GDP en
Pi en het SHM komt los van de receptor, enzym
verwijdert het adreslabel van de polypeptideketen en
de translatie gaat weer verder. Stopcodon? ->
ontkoppelingseiwit vindt aan mRNA -> los van
ribosoom -> eiwitpoort sluit. De polypeptideketen
krijgt zijn ruimtelijke eiwitstructuur en toevoegingen
zoals koolhydraten.
In het Golgi-systeem ontstaat de definitieve
eiwitvorm, hier voegen enzymen o.a. fosfaatgroepen
toe en meerdere polypeptideketens worden aan
elkaar gekoppeld tot een eiwit. Het Golgi-systeem
verpakt en sorteert de gevormde eiwitten in blaasjes
afhankelijk van het adreslabel van hun
eindbestemming. Zie afbeelding 1.
Zie afbeelding 2.
Structuur Uitleg
Primaire Het aantal en de volgorde van de verschillende aminozuren in de keten
Secundaire Ontstaat door waterstofbruggen binnen een polpypeptideketen. Hierbij
ontstaat een a-helix of en B-plaat
Tertiaire Driedimensionale structuur ontstaat door vdw-krachten, H-bruggen, S-
bruggen of verschillen in elektrische lading
Quaternair Ontstaat als twee of meer polypeptideketens één groot eiwit vormen.
e
Eiwitten zonder de juiste structuur zijn onwerkzaam, hierbij spelen chaperonne-
eiwitten een rol. Die controleren of de structuur van andere eiwitten juist is en
brengen verkeerd gevormde eiwitten in de juiste structuur, als dit niet lukt wordt
het eiwit afgebroken. Zie afbeelding 3.
1
, Paragraaf 2: Functies van eiwitten
De ziekte van Alzheimer heeft twee waarneembare kenmerken: plaques en
tangles. Plaques zijn ophopingen van eiwitten tussen de hersencellen. Tangles
zijn eiwitkluwens binnen de hersencellen. Beide verstoren de werking van de
hersenen. Hersencellen maken APP, bij de afbraak kunnen eiwitfragmenten
ontstaan die samenklonteren tot plaques. Het samenklonteren van tau-eiwitten
levert tangles op.
Motoreiwitten vervoeren organellen en blaasjes met voedingsstoffen langs de
microtubuli (klein buisje in de cel, onderdeel van het cytoskelet). Bindt één van
de twee voeten van een motoreiwit aan een microtubulus, dan laat de voet ADP
los en bindt onmiddellijk
ATP, hierdoor denatureert
het eiwitmolecuul. Eerste
voet: ATP splitst in ADP en Pi.
Pi verlaat het eiwitmolecuul.
Tweede voet: ADP los en
bindt ATP. Eerste voet
slingert naar voren en bindt
opnieuw aan de
microtubulus. Zie
afbeelding 4.
Er zijn veel verschillende typen
eiwitten, elk met een eigen
functie. Zie afbeelding 5.
2
Paragraaf 1: Van polypeptideketen tot een werkzaam
eiwit
Om eiwitten naar de juiste plek te brengen, krijgen ze
een adreslabel mee, dat is een korte peptideketen die
tijdens de transcriptie aan de groeiende peptideketen
gehecht is. Het adreslabel bindt aan een
signaalherkenningsmolecuul uit het grondplasma, het
SHM hecht aan een SHM-receptor van het ER.
GTP hecht aan de SHM-receptor, die splitst in GDP en
Pi en het SHM komt los van de receptor, enzym
verwijdert het adreslabel van de polypeptideketen en
de translatie gaat weer verder. Stopcodon? ->
ontkoppelingseiwit vindt aan mRNA -> los van
ribosoom -> eiwitpoort sluit. De polypeptideketen
krijgt zijn ruimtelijke eiwitstructuur en toevoegingen
zoals koolhydraten.
In het Golgi-systeem ontstaat de definitieve
eiwitvorm, hier voegen enzymen o.a. fosfaatgroepen
toe en meerdere polypeptideketens worden aan
elkaar gekoppeld tot een eiwit. Het Golgi-systeem
verpakt en sorteert de gevormde eiwitten in blaasjes
afhankelijk van het adreslabel van hun
eindbestemming. Zie afbeelding 1.
Zie afbeelding 2.
Structuur Uitleg
Primaire Het aantal en de volgorde van de verschillende aminozuren in de keten
Secundaire Ontstaat door waterstofbruggen binnen een polpypeptideketen. Hierbij
ontstaat een a-helix of en B-plaat
Tertiaire Driedimensionale structuur ontstaat door vdw-krachten, H-bruggen, S-
bruggen of verschillen in elektrische lading
Quaternair Ontstaat als twee of meer polypeptideketens één groot eiwit vormen.
e
Eiwitten zonder de juiste structuur zijn onwerkzaam, hierbij spelen chaperonne-
eiwitten een rol. Die controleren of de structuur van andere eiwitten juist is en
brengen verkeerd gevormde eiwitten in de juiste structuur, als dit niet lukt wordt
het eiwit afgebroken. Zie afbeelding 3.
1
, Paragraaf 2: Functies van eiwitten
De ziekte van Alzheimer heeft twee waarneembare kenmerken: plaques en
tangles. Plaques zijn ophopingen van eiwitten tussen de hersencellen. Tangles
zijn eiwitkluwens binnen de hersencellen. Beide verstoren de werking van de
hersenen. Hersencellen maken APP, bij de afbraak kunnen eiwitfragmenten
ontstaan die samenklonteren tot plaques. Het samenklonteren van tau-eiwitten
levert tangles op.
Motoreiwitten vervoeren organellen en blaasjes met voedingsstoffen langs de
microtubuli (klein buisje in de cel, onderdeel van het cytoskelet). Bindt één van
de twee voeten van een motoreiwit aan een microtubulus, dan laat de voet ADP
los en bindt onmiddellijk
ATP, hierdoor denatureert
het eiwitmolecuul. Eerste
voet: ATP splitst in ADP en Pi.
Pi verlaat het eiwitmolecuul.
Tweede voet: ADP los en
bindt ATP. Eerste voet
slingert naar voren en bindt
opnieuw aan de
microtubulus. Zie
afbeelding 4.
Er zijn veel verschillende typen
eiwitten, elk met een eigen
functie. Zie afbeelding 5.
2