MSK 5 PRAKTIJK
REVAKI 2020-2021
Kaat Francken
Universiteit Antwerpen
, Cervicothoracale regio
1 Musculair onderzoek en behandeling
1.1 Onderzoek
- Kracht
- Lengte
- Tonus en pijn gevoeligheid
- Neuromotorische controle en uithouding
1.2 Behandeling
- Kracht = oefentherapie
- Lengte = stretching
- Tonus en pijn gevoeligheid = triggerpuntbehandeling
- Neuromotorische controle = zie infra
1.2.1 Triggerpuntbehandeling
Wat is een triggerpunt?
Lokale contractie van spiervezels dat kan leiden tot lokalen en/of gerefereerde pijn, stijfheid,
functieverlies, …
2 fasen:
- Latente fase = stijfheid in de spier
- Actieve fase = lokale en/of uitstralend pijn
We zoeken een triggerpunt aan de hand van een dwarse palpatie op de spierbundel. We
zoeken naar de herkenbare pijn en het typisch patroon.
Ischemie door druk aan te houden op het punt gaat de bloeddoorstroom minder
waardoor het triggerpunt inactief kan worden.
De druk moet aangehouden worden tot de pijn gedeeltelijk of volledig is verdwenen.
We werken in 3 sessies van 30 seconden.
Het is zeker aangeraden om het in combinatie met stretching van de spier toe te passen.
1.2.1.1 M. sternocleidomastoideus
Techniek in ruglig:
- Lichte flexie, contralaterale rotatie en ipsilaterale lateroflexie
- We zoeken naar punten vanaf het oor tot de clavicula
- Wanneer we een punt hebben gevonden houden we druk aan voor ischemie of
voeren we een stripping uit (met duim van oor naar clavicula).
Let op! N. vagus en arteriën kunnen ook voor klachten zorgen als hier druk op wordt gezet.
1
,Uitstralingsgebieden:
1.2.1.2 M. scaleni
Techniek in ruglig:
- Lichte flexie en contralaterale lateroflexie
Volgorde van palpatie:
1. Anterior diep in de hoek tussen de calvicula en ht sternum
2. Plexus brachialis dat in een putje ligt (kan voor tintelingen zorgen)
3. Medius net achter de plexus wat meer oppervlakkig
4. Posterior door de trapezius wat naar achter te duwen en diep te palperen
Stripping uitvoeren vanaf de CWK.
Uitstralingsgebieden:
1.2.1.3 M. trapezius
Techniek ruglig:
- Met pincetgreep punten zoeken in de pars descendens
- Druk aanhouden of stripping
Techniek buiklig:
- Tafel laag
- We staan aan de contralaterale zijde
- We zetten onze vingers loodrecht op de spiervezels
- We kunnen eventueel verstevingen met ons ander hand
- Druk uitvoeren
- Strippen met handpalm of duimen
Laag = aan het hoofduiteinde staan
Midden = schuin aan het hoofduiteinde
2
, Uitstralingsgebieden:
1.2.1.4 M. levator scapulae
Techniek in buiklig:
- Tafel laag
- We staan aan de contralaterale zijde
- Vingers loodrecht op de vezels
- Stripping met duim
Uitstralingsgebieden:
1.2.1.5 M. rhomboideï
Techniek in buiklig:
Handpalm richting de scapula of de vingers onder de scapula brengen (toppen of in de
lengte).
Schouder wat heffen om goed met de vingers onder de scapula te geraken.
Techniek in zit:
- We zitten naast de patiënt
- Ons homolaterale hand ligt langs anterieur op de schouder
- Ons heterolateraal hand ligt klaar met de vingertoppen langs de rand van de scapula
- We brengen de schouder naar achter en haken onze vingers onder de scapula
Let op! Bevat minder stripping maar is zeker een goede techniek.
3
REVAKI 2020-2021
Kaat Francken
Universiteit Antwerpen
, Cervicothoracale regio
1 Musculair onderzoek en behandeling
1.1 Onderzoek
- Kracht
- Lengte
- Tonus en pijn gevoeligheid
- Neuromotorische controle en uithouding
1.2 Behandeling
- Kracht = oefentherapie
- Lengte = stretching
- Tonus en pijn gevoeligheid = triggerpuntbehandeling
- Neuromotorische controle = zie infra
1.2.1 Triggerpuntbehandeling
Wat is een triggerpunt?
Lokale contractie van spiervezels dat kan leiden tot lokalen en/of gerefereerde pijn, stijfheid,
functieverlies, …
2 fasen:
- Latente fase = stijfheid in de spier
- Actieve fase = lokale en/of uitstralend pijn
We zoeken een triggerpunt aan de hand van een dwarse palpatie op de spierbundel. We
zoeken naar de herkenbare pijn en het typisch patroon.
Ischemie door druk aan te houden op het punt gaat de bloeddoorstroom minder
waardoor het triggerpunt inactief kan worden.
De druk moet aangehouden worden tot de pijn gedeeltelijk of volledig is verdwenen.
We werken in 3 sessies van 30 seconden.
Het is zeker aangeraden om het in combinatie met stretching van de spier toe te passen.
1.2.1.1 M. sternocleidomastoideus
Techniek in ruglig:
- Lichte flexie, contralaterale rotatie en ipsilaterale lateroflexie
- We zoeken naar punten vanaf het oor tot de clavicula
- Wanneer we een punt hebben gevonden houden we druk aan voor ischemie of
voeren we een stripping uit (met duim van oor naar clavicula).
Let op! N. vagus en arteriën kunnen ook voor klachten zorgen als hier druk op wordt gezet.
1
,Uitstralingsgebieden:
1.2.1.2 M. scaleni
Techniek in ruglig:
- Lichte flexie en contralaterale lateroflexie
Volgorde van palpatie:
1. Anterior diep in de hoek tussen de calvicula en ht sternum
2. Plexus brachialis dat in een putje ligt (kan voor tintelingen zorgen)
3. Medius net achter de plexus wat meer oppervlakkig
4. Posterior door de trapezius wat naar achter te duwen en diep te palperen
Stripping uitvoeren vanaf de CWK.
Uitstralingsgebieden:
1.2.1.3 M. trapezius
Techniek ruglig:
- Met pincetgreep punten zoeken in de pars descendens
- Druk aanhouden of stripping
Techniek buiklig:
- Tafel laag
- We staan aan de contralaterale zijde
- We zetten onze vingers loodrecht op de spiervezels
- We kunnen eventueel verstevingen met ons ander hand
- Druk uitvoeren
- Strippen met handpalm of duimen
Laag = aan het hoofduiteinde staan
Midden = schuin aan het hoofduiteinde
2
, Uitstralingsgebieden:
1.2.1.4 M. levator scapulae
Techniek in buiklig:
- Tafel laag
- We staan aan de contralaterale zijde
- Vingers loodrecht op de vezels
- Stripping met duim
Uitstralingsgebieden:
1.2.1.5 M. rhomboideï
Techniek in buiklig:
Handpalm richting de scapula of de vingers onder de scapula brengen (toppen of in de
lengte).
Schouder wat heffen om goed met de vingers onder de scapula te geraken.
Techniek in zit:
- We zitten naast de patiënt
- Ons homolaterale hand ligt langs anterieur op de schouder
- Ons heterolateraal hand ligt klaar met de vingertoppen langs de rand van de scapula
- We brengen de schouder naar achter en haken onze vingers onder de scapula
Let op! Bevat minder stripping maar is zeker een goede techniek.
3