CARIËSDIAGNOSTIEK
Voor het signaleren van een initiële laesie in een vroeg stadium is meer nodig dan alleen
visuele inspectie.
- visuele detectiemethoden
- goede verlichting
- plaqueverwijdering
- vochtige omstandigheden/droogblazen
- pocketsonde
- klinisch visueel cariësscoresysteem
- röntgenologische detectiemethoden
- bitewing-opnamen
- radiologische ICDAS score
- monitoren
- kwantitatieve detectiemethoden
- DIFOTI
- QLF
- DIAGNOdent
- ECM
Wittevleklaesie al zichtbaar als het nat is? → gevorderd naar dentine
Wittevleklaesie alleen zichtbaar als het droog is? → glazuur
Door droogblazen wordt het vocht uit de microporositeiten, aanwezig in het ontkalkte
glazuur, verdreven en verandert de lichtbreking en lichtverstrooiing van het glazuur.
Bitewing-opnamen zijn onmisbaar als cariësdiagnostisch hulpmiddel (vooral
approximaal). De activiteit kan worden vastgesteld door het nemen van
opeenvolgende bitewing-opnamen.
Als een carieuze laesie is gedetecteerd dient te worden vastgesteld wat de dynamiek
van het cariësproces is. Met klinische parameters zoals: verschijningsvorm, locatie,
oppervlakteruwheid en conditie van de gingiva.
Actieve laesie: zacht, dof wit, kalkachtig oppervlak, vaak bedekt met plaque en voelt
ruw aan wanneer het oppervlak wordt afgetast met een stompe sonde.
Inactieve laesie: hard, glad en glanzend oppervlak.
Risicofactoren factor = directe link
- plaque
, - geen of weinig fluoridegebruik
- hoge frequentie suikergebruik
- lage speekselsecretie
- groot aantal mutans streptokokken en lactobacillen in speeksel
Maar ook
- mondhygiëne
- motivatie
Indicatoren indicator = verschijnsel/omstandigheid die ervoor kan zorgen
- zwangerschap
- stress
- sociaaleconomische status
- sociaaletnische achtergrond
Tot en met 3 kan nog herstellen
ICDAS (classificatie)
0= Geen of geringe verandering in translucentie van glazuur na 5 seconde droogblazen
1= Nauwelijks zichtbare witte opaciteit ALLEEN duidelijk zichtbaar na droogblazen
2= BRUINE opaciteit, duidelijk zichtbaar na droogblazen= inactief!
3= Opaciteit, duidelijke cavitatie bij NAT oppervlak, te sonderen met pocketsonde
4= GRIJS OF BRUINE opaciteit, duidelijke cavitatie bij NAT oppervlak, te sonderen met
pocketsonde. Met doorschemering van het dentine (inactief)
5= Weefselverlies van glazuur en of grijze doorschemering van het onderliggende dentine=
een duidelijke caviteit van minder dan 50% van het oppervlak.
6= Caviteit met blootliggende dentine van meer dan 50% van het oppervlak
,ICCMS
, Risico:
ICCMS omvat historie, classificatie (ICDAS), besluitvorming en management
Voor het signaleren van een initiële laesie in een vroeg stadium is meer nodig dan alleen
visuele inspectie.
- visuele detectiemethoden
- goede verlichting
- plaqueverwijdering
- vochtige omstandigheden/droogblazen
- pocketsonde
- klinisch visueel cariësscoresysteem
- röntgenologische detectiemethoden
- bitewing-opnamen
- radiologische ICDAS score
- monitoren
- kwantitatieve detectiemethoden
- DIFOTI
- QLF
- DIAGNOdent
- ECM
Wittevleklaesie al zichtbaar als het nat is? → gevorderd naar dentine
Wittevleklaesie alleen zichtbaar als het droog is? → glazuur
Door droogblazen wordt het vocht uit de microporositeiten, aanwezig in het ontkalkte
glazuur, verdreven en verandert de lichtbreking en lichtverstrooiing van het glazuur.
Bitewing-opnamen zijn onmisbaar als cariësdiagnostisch hulpmiddel (vooral
approximaal). De activiteit kan worden vastgesteld door het nemen van
opeenvolgende bitewing-opnamen.
Als een carieuze laesie is gedetecteerd dient te worden vastgesteld wat de dynamiek
van het cariësproces is. Met klinische parameters zoals: verschijningsvorm, locatie,
oppervlakteruwheid en conditie van de gingiva.
Actieve laesie: zacht, dof wit, kalkachtig oppervlak, vaak bedekt met plaque en voelt
ruw aan wanneer het oppervlak wordt afgetast met een stompe sonde.
Inactieve laesie: hard, glad en glanzend oppervlak.
Risicofactoren factor = directe link
- plaque
, - geen of weinig fluoridegebruik
- hoge frequentie suikergebruik
- lage speekselsecretie
- groot aantal mutans streptokokken en lactobacillen in speeksel
Maar ook
- mondhygiëne
- motivatie
Indicatoren indicator = verschijnsel/omstandigheid die ervoor kan zorgen
- zwangerschap
- stress
- sociaaleconomische status
- sociaaletnische achtergrond
Tot en met 3 kan nog herstellen
ICDAS (classificatie)
0= Geen of geringe verandering in translucentie van glazuur na 5 seconde droogblazen
1= Nauwelijks zichtbare witte opaciteit ALLEEN duidelijk zichtbaar na droogblazen
2= BRUINE opaciteit, duidelijk zichtbaar na droogblazen= inactief!
3= Opaciteit, duidelijke cavitatie bij NAT oppervlak, te sonderen met pocketsonde
4= GRIJS OF BRUINE opaciteit, duidelijke cavitatie bij NAT oppervlak, te sonderen met
pocketsonde. Met doorschemering van het dentine (inactief)
5= Weefselverlies van glazuur en of grijze doorschemering van het onderliggende dentine=
een duidelijke caviteit van minder dan 50% van het oppervlak.
6= Caviteit met blootliggende dentine van meer dan 50% van het oppervlak
,ICCMS
, Risico:
ICCMS omvat historie, classificatie (ICDAS), besluitvorming en management