1.1a
Bij echografie wordt er een geluidspuls verzonden door de transducer. Het lichaam weerkaatst deze
golven en de transducer neemt deze op, deze golven worden omgezet in beeld.
Hoe hoger de frequentie hoe lager de golflengte
Kleine golflente geeft meer details dan een grote golflengte
Hoe hogere frequentie, hoe minder diep je kunt kijken/scannen
De breedte van de geluidsbundel hangt samen met de resolutie in de links-rechts richting van beeld
Een curved arrey transducer heeft een slechtere beeldkwaliteit op een grotere scandiepte
Afdelingen in het ziekenhuis waar echografie toegepast wordt:
- Adult/paediatric Echografisch onderzoek van volwassenen of kinderen (Radiologie)
- General abdominal Abdominaal echografisch onderzoek bij volwassenen (Radiologie)
- Obstetric/gynaecological/foetal Echografsich onderzoek van de geslachtsorganen van de
vrouw of het ongeboren kind (Gynaecologie)
- Small parts/breast/musculoskeletal Echografisch onderzoek met hoge frequentie
(oppervlakkiger kijken) van borsten, spieren en pezen (Radiologie)
- Vascular/cardiac Onderzoek van bloedvaten of het hart
(Vaatlaboratorium/Functieafdeling/Cardiologie)
- Biopsy/interventional Puncties en interventies (Radiologie)
Echorijke structuren:
De structuur heeft een sterke geluidsreflectie. Bot wit
Echoarme structuren:
De structuur heeft een slechte geluidsreflectie. Vocht en lucht grijs/zwart
Echovrije structuren:
De structuur heeft geen geluidsreflectie zwart
Echografie is onbruikbaar in de gevallen waarbij lucht of gas het beeld verstoren, zoals in de longen
of in botten (bevatten veel lucht). Lucht weerkaatst ultrageluid erg goed waardoor het beeld bijna
helemaal wit wordt en er geen onderscheid kan worden gemaakt tussen de verschillende stukjes
weefsel. Het kan helpen als je de patiënt vraagt om uit te ademen of lucht vasthouden.
Transducer richtingen:
Saggitaal/Longitudinaal Transversaal
, Afstandsmeter
Een echografie systeem is gebaseerd op een techniek die de “puls-echo”-techniek heet. Een
geluidspuls wordt verstuurd en een echo wordt, na een bepaalde wachttijd, ontvangen. Zie
afbeelding hierboven
De functiegenerator verstuurt een puls en klokt de begintijd. Het zendkristal zendt de puls naar het
doel (target) de puls weerkaatst naar de ontvangst kristal. De comparator berekent het tijdsverschil
tussen het moment van zenden en het moment van ontvangen. Met behulp van de snelheid van het
geluid door lucht kan de afstand berekend worden.
Begrippen:
Geluidsgolf = Verstoring wat door een medium gaat
Periodetijd = 1 gehele trilling
Amplitude = Maximale uitwijking
Golflengte = De afstand tussen 2 opeenvolgende punten met dezelfde trilling
Harmonische trilling = Een trilling waarbij de uitwijking in functie van de tijd een sinusvorm vertoont
Contrast = Verschil in grijswaarden
Resolutie = Meer of minder details
Signaal-ruisverhouding = Signaalsterkte groter dan de ruis
Scantijd = Aantal beelden per seconde
Thermische index (TI) = Verwarmt lichaam
Mechanische index (MI) = Beweging in lichaam
Frequentie = Trilling per seconde (20 Hz is 20 trillingen per seconde)
- Hoge frequentie transducer (MHz)
o Korte λ (m)
o Slechte penetratie
- Lage frequentie transducer (MHz)
o Lange λ (m)
o Hoge penetratie
Kenmerken trilling:
U – Uitwijking op ieder moment (m)
T – De periodetijd/ de duur van een trilling (s)
f – Frequentie, het aantal volledige trillingen (perioden) per seconde (Hz of s -1)
Ao – Amplitude. De maximale uitwijking van de trilling = U 0
λ – Golflengte (m)
Elasticiteit:
Hoe elastischer het medium is hoe meer geluidsgolven hij door laat.