Samenvatting Vastgoedmarkten
Vastgoed: een gebouw, een huis, kantoor, grond
Vastgoedmarkt: De totale vraag naar en het totale aanbod van goederen
Behoeften
Primaire behoeften: Voedsel, onderdak, kleding
Secundaire behoeften: luxegoederen
Stoffelijke behoeften: tastbaar zoals een auto
Onstoffelijke behoeften: niet tastbaar zoals dienstverlening
Individuele behoeften: verschillend per consument
Collectieve behoeften: voor een groep, onderwijs, rechtspraak
Productiefactoren
Hiermee kan inkomen mee gewonnen worden:
1 Natuur
2 Arbeid
3 Kapitaal (goederen) 1,2,3= klassieke productiefactoren
4 Informatie
5 Ondernemerschap
Macro economie / de kringlooptheorie
In de meest vereenvoudigde versie van een economische kringlooptheorie word verondersteld dan consumenten
alle productie factoren in handen hebben en inkomen verkrijgen door het ter beschikking stellen van deze
productiefactoren aan bedrijven.
Consumenten levert productiefactor Consument ontvangt inkomen in de vorm van
Natuur Pacht, huur
Arbeid Loon of winst
Kapitaal goederen Inkomsten uit verhuur van een gebouw
Inkomen
Modaal inkomen: het meest voorkomende inkomen
Nominaal inkomen: Het inkomen in absolute waarden bijvoorbeeld €2200,- per maand
Reëel inkomen: Het inkomen uitgedrukt in de hoeveelheid goederen die hiervan gekocht kunnen worden
Dit wordt ook wel de koopkracht genoemd.
Overheid
Hoe komt de overheid aan haar inkomen? Belastingen & premies
Wat doet de overheid met haar inkomen? Voorzien van collectieve behoeften zoals onderwijs en veiligheid.
Consumptie door de overheid zelf. Voorzien van inkomen zoals uitkeringen.
Productie
Het geschikt maken van goederen en diensten voor gebruik. Aanbieders zijn bedrijven maar ook overheden.
1. Consumptiegoederen: Brood, droger, tv, word door huishoudens aangeschaft
2. Kapitaalgoederen: Gebouwen, machines, word gebruikt om te produceren ook wel een investering genoemd
De overheid produceert ook, bijvoorbeeld wegen en onderwijs
Vormen van economische orde
Centraal geleide planeconomie: Sterk aanwezige invloed van overheid
Vrijemarkt economie: Zwak aanwezige overheid
Georiënteerde markteconomie: Overheid reguleert in een vrijemarkteconomie
Vastgoed: een gebouw, een huis, kantoor, grond
Vastgoedmarkt: De totale vraag naar en het totale aanbod van goederen
Behoeften
Primaire behoeften: Voedsel, onderdak, kleding
Secundaire behoeften: luxegoederen
Stoffelijke behoeften: tastbaar zoals een auto
Onstoffelijke behoeften: niet tastbaar zoals dienstverlening
Individuele behoeften: verschillend per consument
Collectieve behoeften: voor een groep, onderwijs, rechtspraak
Productiefactoren
Hiermee kan inkomen mee gewonnen worden:
1 Natuur
2 Arbeid
3 Kapitaal (goederen) 1,2,3= klassieke productiefactoren
4 Informatie
5 Ondernemerschap
Macro economie / de kringlooptheorie
In de meest vereenvoudigde versie van een economische kringlooptheorie word verondersteld dan consumenten
alle productie factoren in handen hebben en inkomen verkrijgen door het ter beschikking stellen van deze
productiefactoren aan bedrijven.
Consumenten levert productiefactor Consument ontvangt inkomen in de vorm van
Natuur Pacht, huur
Arbeid Loon of winst
Kapitaal goederen Inkomsten uit verhuur van een gebouw
Inkomen
Modaal inkomen: het meest voorkomende inkomen
Nominaal inkomen: Het inkomen in absolute waarden bijvoorbeeld €2200,- per maand
Reëel inkomen: Het inkomen uitgedrukt in de hoeveelheid goederen die hiervan gekocht kunnen worden
Dit wordt ook wel de koopkracht genoemd.
Overheid
Hoe komt de overheid aan haar inkomen? Belastingen & premies
Wat doet de overheid met haar inkomen? Voorzien van collectieve behoeften zoals onderwijs en veiligheid.
Consumptie door de overheid zelf. Voorzien van inkomen zoals uitkeringen.
Productie
Het geschikt maken van goederen en diensten voor gebruik. Aanbieders zijn bedrijven maar ook overheden.
1. Consumptiegoederen: Brood, droger, tv, word door huishoudens aangeschaft
2. Kapitaalgoederen: Gebouwen, machines, word gebruikt om te produceren ook wel een investering genoemd
De overheid produceert ook, bijvoorbeeld wegen en onderwijs
Vormen van economische orde
Centraal geleide planeconomie: Sterk aanwezige invloed van overheid
Vrijemarkt economie: Zwak aanwezige overheid
Georiënteerde markteconomie: Overheid reguleert in een vrijemarkteconomie