Leerpakket 5 Kerntaak 1 Klinisch redeneren (colleges)

WEEK 1:
LP5-KT1-K Stadia van palliatieve zorg
Bekijk de volgende kennisclips, waarin de uitgangspunten en de stadia van palliatieve zorg worden toegelicht:
1. Verschil tussen palliatieve en curatieve zorg https://mymedia.avans.nl/media/LP5+Principes+van+palliatieve+zorg+-
+deel+1/1_qdoybv6a
2. Begrippen en thema's bij palliatieve zorg
https://mymedia.avans.nl/media/LP5+Principes+van+palliatieve+zorg+-+deel+2/1_wesxkpae
3. Markering en ziektetrajecten bij palliatieve zorg
https://mymedia.avans.nl/media/LP5+Principes+van+palliatieve+zorg+-+deel+3/1_5bjivw1x
4. Spectrum van palliatieve zorg
https://mymedia.avans.nl/media/LP5+Principes+van+palliatieve+zorg+-+deel+4/1_gf9xu4hb

• in eigen woorden vertellen wat palliatieve zorg inhoudt;
Verschillen curatieve en palliatieve zorg;

Curatieve zorg Palliatieve zorg
Behandeldoel Genezen en behandelen van Stabilisering van het probleem en
probleem kwaliteit van leven centraal
Behandelingen Worden vanzelfsprekend ingezet Kwaliteit en kwantiteit van leven
Reanimatiebeleid Maximaal reanimatiebeleid Minder vanzelfsprekend
Protocollen Protocollaire zorg Zorg op maat
ADL Tijdelijk afhankelijk, wordt weer Verslechterd, wordt ADL afhankelijk
zelfstandig
Uiteindelijk Leven weer opppakken Meest prettige manier van overlijden

Curatief – palliatief – terminaal;

- Curatieve fase: behandeling gericht op genezing.
- Palliatieve fase: behandeling gericht op kwaliteit van leven
- Terminale fase: behandeling gericht op kwaliteit van sterven (laatste 3 maanden)

Markering; Wanneer start je met palliatieve zorg




• de stadia van palliatieve zorg uitleggen;
Palliatief zorgspectrum;

Stadium 1: markering in palliatieve fase; er is geen kans meer
op genezing.

- Mensen met kanker
- Levensbedreigende aandoeningen
- Onduidelijke scheiding; niet duidelijk of patient aan
ziekte overlijd.
- Kwetsbare ouderen

Stadium 2: meer ziektegericht dan symptoom gericht

- Ziektegerichte palliatie; kwaliteit van leven te handhaven/verbeteren
- Symptoomgerichte palliatie; gericht op symptomen van patient verlichten/voorkomen.

,Stadium 3: meer symptoomgericht dan ziektegericht

- Bijwerking & belasting van behandelingen
- Kwaliteit van leven neemt af
- Balans; kwaliteit vs kwantiteit van leven

Stadium 4: Palliatie in de stervensfase (een aantal dagen te leven)

- Kwaliteit van leven > kwaliteit van sterven
- Symptoomgerichte palliatie
- Overlijden onafwendbaar dichtbij
- Cognitieve functies

Stadium 5: Nazorg

Aantekeningen:
Dimensies;

- Lichamelijke dimensie; lichamelijke klachten
- Psychische dimensie; mogelijke klachten
- Sociale dimensie; sociale contacten verminderen
- Existentiele dimensie; meer nadenken over leven en dood

Palliatieve zorg;
De existentiele dimensie, ookwel spiritualiteit, heeft een belangrijke invloed op de andere dimensies;
lichamelijk, psychisch, sociaal.

Thema’s;

- Kwaliteit van leven
 Gefocust op lichamelijk, sociaal en psychisch aspecten
- Symptoommanagement
 Specifieke symptomen
 Symptomen ondervangen/ onderdrukken
- Multidimensionele zorg
 Alle dimensies worden meegenomen
- Zorg voor de client en naasten
 Rouwproces vanaf start palliatieve fase
 Schuldgevoelens om al te rouwen
- Anticiperen en proactieve zorgplanning
 Vroegtijdig beslissingen nemen, voorkomt beslissingen in acute situaties
- Autonomie
 Zelf beslissen over behandeling
 Grenzen aangeven

Palliatieve zorg;

,Soorten verloop;

- Plotselinge en snelle achteruitgang




- Geleidelijke achteruitgang met ernstige episodes




- Lang aanwezige, onvoorspelbare achteruitgang




Vijf fasen;




Verpleegkundige aandachtspunten;

- Ziektegerichte palliatie
 Tijdelijk karakter
 Baten en lasten
 Hoop en verwachtingen
 Staken, over op symptoomgerichte palliatie
- Symptoomgerichte palliatie
 Lichamelijk
 Psychisch
 Sociaal
 Existentieel
- Palliatie in de stervensfase
 Belastende symptomen
 Comfort
 Kwaliteit van sterven
- Nazorg

,  Aandacht voor naasten
 Na het overlijden

LP5-KT1-K Klinisch redeneren; risicio-inschatting en vroegsignalering
Bekijk de kennisclip:
https://mymedia.avans.nl/media/2021+Digitaal+college+LP5+Risicoinschatting+en+Vroegsignalering+in+de+palliatieve+zorg/
1_kuavepee

• uitleggen wat de fasen van ‘risico-inschatting’ en ‘vroegsignalering’ inhouden;
Risico-inschatting;
De verpleegkundige weet op basis van diepgaande kennis welke mensen een verhoogd risico hebben
op het ontstaan van bepaalde problemen. En welke gevolgen er aan de problemen zijn verbonden.

Vroegsignalering;
De verpleegkundige weet dat veel problemen zich aandienen met voortekenen of vroege symptomen,
zij kent die en kan daardoor tijdig een probleem signaleren.

• uitleggen hoe de fasen van ‘risico-inschatting’ en ‘vroegsignalering’ zich verhouden tot het
klinisch redeneren.
Bij klinisch redeneren is het belangrijk dat je eigen observaties en kennis kunt koppelen aan medische
kennis. Bij risico-inschatting weet je als verpleegkundige welke mensen een verhoogd risico hebben
en welke problemen er kunnen zijn. Bij vroegsignalering neem je vroege signalen waar door te
observeren die symptomen kunnen zijn van problemen.

• risico-inschatting en vroegsignalering toepassen bij patiëntproblemen in de palliatieve fase
RI en VS in relatie tot palliatieve fase;
“Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van leven verbetert van patienten en naasten die te
maken krijgen met een levensbedreigende aandoening, door het te voorkomen en verlichten van lijden
door middel van vroege signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en anderen
symptomen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard.”

Aantekeningen:




Patientenproblemen;




Dimensies van symptomen;

- Lichamelijke dimensie; onderverdeeld in patho-fysiologisch (wat gaat er verkeerd in het
lichaam), sensorisch (pijn) en functioneel (belemmering)
- Psychische dimensie; affectief (gevoelens die spelen) cognitief (beschikken over informatie)