Inhoud
Kwalitatief Onderzoek............................................................................................................. 2
Hoorcollege 1...................................................................................................................... 2
Hoorcollege 2...................................................................................................................... 3
Hoorcollege 3...................................................................................................................... 5
Hoorcollege 4...................................................................................................................... 7
Hoorcollege 5...................................................................................................................... 8
Correlationeel Onderzoek.......................................................................................................9
Hoorcollege 1...................................................................................................................... 9
Hoorcollege 2.................................................................................................................... 10
Hoorcollege 3.................................................................................................................... 11
Hoorcollege 4.................................................................................................................... 12
1
, Kwalitatief Onderzoek
Hoorcollege 1
4 soorten onderzoek 1. Kwalitatief onderzoek
2. Experimenteel onderzoek
3. Correlationeel onderzoek
4. Wetenschappelijke integriteit
DOI Digital Object Identifier; nummer dat verwijst naar een artikel.
Theorie datacyclus Beschrijft systematisch proces van sociaalwetenschappelijk onderzoek.
Theorie Een samenhangend geheel van uitspraken waarmee sociale fenomenen
verklaard kunnen worden.
Kenmerken van 1. Empirisch = gebaseerd op systematische waarnemingen.
sociaalwetenschappelijk 2. Controleerbaar = alle gegevens moeten opgeslagen worden en ze
onderzoek moeten kunnen worden gecontroleerd op waardheid.
3. Probabilistisch = waarschijnlijkheid; de theorie geldt niet voor alle
gevallen op elk moment.
Kenmerken van een goede 1. Falsifiseerbaar = moet weerlegd kunnen worden met andere
wetenschappelijke theorie empirische data.
2. Probabilistisch = uitspraken gelden niet voor alle gevallen op elk
moment.
3. Spaarzaam (parsimonious) = eenvoudig.
Typen onderzoeksvragen 1. Fundamenteel (basic) = er ontbreekt kennis. Het is een nog niet
oplosbaar probleem.
2. Toegepast (applied) = hele concrete aanwijsbare situatie. De vraag is
toegepast op de praktijk.
3. Translationeel = Het gebruik van basic onderzoek om applicaties te
ontwikkelen en testen voor bijvoorbeeld de volksgezondheid,
psychotherapie of andere vormen van behandelingen en interventie.
Data-management plan Zorgvuldig omgaan met vertrouwelijke gegevens.
Meer zekerheid door Conclusies gaan gepaard met een zekere mate van onzekerheid. De
herhaling onderzoeker wil dit zo klein mogelijk houden.
2