100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

Verbintenissenrecht 2021 Samenvatting casusvragen incl. jurisprudentie

Rating
-
Sold
-
Pages
18
Uploaded on
26-09-2021
Written in
2021/2022

Samenvatting van alle casusvragen uitgewerkt (incl. arresten + wetsartikelen)

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
September 26, 2021
Number of pages
18
Written in
2021/2022
Type
Class notes
Professor(s)
Lindenbergh, schelhaas
Contains
All classes

Subjects

Content preview

Week 1 Bo Baars

Onderwerp 1 Precontractuele fase

Mogelijke vragen
1. Kan Partij A de schade verhalen op Partij B terwijl er nog geen overeenkomst is
gesloten?
2. Is Partij B jegens partij A aansprakelijk voor de schade?

Antwoord
1. Partijen hebben nog geen overeenkomst gesloten, ze verkeren in de fase voor
het sluiten van een overeenkomst: de precontractuele fase.
2. Arrest Baris/Riezenkamp → Partijen staan in de precontractuele fase in een
door de redelijkheid en billijkheid en goede trouw beheerste
rechtsverhouding. Art. 6:2 BW en art. 3:10 BW zijn dus ook van toepassing.
3. Arrest Plas/Valburg → De gevolgen van het afbreken van de onderhandelingen
zijn afhankelijk van het stadium waarin de onderhandelingen zich bevinden:
a. Stadium 1: Het is geoorloofd om de onderhandelingen af te breken, er
bestaat geen schadevergoedingsplicht. We hebben in Nederland
immers het beginsel van contractsvrijheid.
b. Stadium 2: Partijen zijn intensiever met elkaar aan het onderhandelen.
Onderhandelingen kunnen nog wel worden afgebroken, maar de
onderbrekende partij moet wel schade vergoeden aan de wederpartij.
Dit bestaat uit het negatief contractsbelang.
c. Stadium 3: Er is bijna een contract gesloten, de wederpartij vertrouwde,
en mocht er redelijkerwijs ook op vertrouwen, dat de deal gesloten zou
worden. Of er moet worden door gehandeld of de afbrekende partij
moet het positief contractsbelang vergoeden.
i. Positief contractsbelang = wederpartij moet in de positie
worden gebracht als er toch een contract was gesloten, dus
bijvoorbeeld nu ook de gederfde winst.
4. Pas dit toe op de casus, noem de feiten en omstandigheden van het geval.
5. Arrest CBB/JPO → Dit arrest maakt een nuancering op het Plas/Valburg arrest.
a. Partijen moeten in de precontractuele fase rekening houden met
elkaars gerechtvaardigde belangen.
b. Iedere partij is vrij om onderhandelingen af te breken
(=contractsvrijheid).
c. tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de
wederpartij in het totstandkomen van de overeenkomst of in verband
met andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn.
i. Duur van de onderhandelingen?
ii. Goede reden om de onderhandelingen af te breken?
iii. Mate waarin de afbrekende partij in het vertrouwen heeft
bijgedragen?
iv. Het gehele verloop van de onderhandelingen
v. Onvoorziene omstandigheden
6. Conclusie: Partij A is verplicht de schade te vergoeden aan Partij B. Deze
schadevergoeding bestaat uit het positief contractsbelang.

Onderwerp 2 Waarschuwingsplicht precontractuele fase

,Mogelijke vraag

1. Heeft de aanbieder van een contract zijn precontractuele waarschuwingsplicht
geschonden?

Antwoord

1. Arrest Effectenlease
2. Is er sprake van dwaling in de zin van art. 6:228 BW?
a. Rechtsgevolg: vernietigbaarheid van de overeenkomst.
b. HR: Nee, bank heeft klanten voorzien van brochures. Klanten hebben
zelf ook een onderzoeksplicht.
3. Is er sprake van misleidende reclame in de zin van art. 6:193a BW?
a. Rechtsgevolg: vernietigbaarheid van de overeenkomst.
b. HR: Nee, een gemiddelde, oplettende consument weet dat beleggen
met geleend geld risico’s met zich meebrengt. Een gemiddelde
consument moet onderzoek doen en brochures lezen.
4. Is er sprake van een schending van de bijzondere zorgplicht die volgt uit de
redelijkheid en billijkheid?
a. Rechtsgevolg: geen vernietigbaarheid, maar schadevergoeding o.g.v.
onrechtmatige daad, art. 6:162 BW.
b. HR: De bijzondere zorgplicht volgt uit de redelijkheid en billijkheid (art.
6:2 BW), waarbij gelet moet worden op de maatschappelijke functie en
de deskundigheid. In de casus heeft de bank te weinig gewaarschuwd
en niet voldaan aan zijn onderzoeksplicht.
c. Financiële instellingen moeten zich zorgvuldiger gedragen dan
normale verkopers.
d. HR: we komen consumenten te hulp. Als de consument arm is,
draagkracht is laag, wordt het conditio sine qua non verband
aangenomen. Als de draagkracht voldoende is, is dat conditio sine qua
non verband er niet..
5. Omvang van de schade:
a. Art. 6:98 BW → redelijke toerekening.
b. Eigen schuld consument, art. 6:101 BW: consumenten hadden ook
eigen schuld, hadden ook zelf kunnen nadenken.
i. Consumenten moesten 40 % van de restschuld betalen.
ii. Voor de rente, aflossingen en andere kosten moest weer worden
gekeken naar de draagkracht van de consument.

Onderwerp 3 Onbevoegde vertegenwoordiging

Mogelijke vragen
1. Er is geen sprake van een volmacht, maar iemand voert toch een bepaalde
rechtshandeling uit in naam van een ander. Hij was dus niet bevoegd. Is de
pseudo volmachtgever toch gebonden?

Antwoord
1. De volmacht staat beschreven in art. 3:60 BW. In deze casus is er geen sprake
van een (toereikende) volmacht.
2. Het uitgangspunt en het rechtsgevolg van de volmacht staat in art. 3:66 lid 1
BW, het uitgangspunt is dat als er geen volmacht is verleend, er geen
overeenkomst tot stand komt.
3. Tenzij:
a. De bevoegdheid alsnog wordt bekrachtigd door de achterman (zie art.
3:69 BW). NB: bekrachtiging is geen volmacht achteraf, alleen een
eenzijdige rechtshandeling.
b. Of er is sprake van gerechtvaardigd vertrouwen (zie art. 3:61 lid 2 BW).

, 4. In de casus is er geen sprake van bekrachtiging, dus we gaan kijken naar het
gerechtvaardigd vertrouwen:
a. Er is sprake van een rechtshandeling, welke is gedaan in naam van de
achterman;
b. Er is geen toereikende volmacht;
c. Er is sprake van gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij op
basis van toedoen van de achterman, omdat: toepassen op casus.
d. Arrest ING/Bera → niet alleen een toedoen komt voor rekening van de
achterman, maar ook om feiten en omstandigheden die voor risico
komen voor de achterman.
e. Toepassen op de casus.
5. Conclusie

Variant op bovenstaande
Als de volmacht is geëindigd:
1. Uitgangspunt: einde volmacht = einde vertegenwoordigingsbevoegdheid.
2. Art. 3:76 BW.

Variant op bovenstaande
1. Er wordt niet gesproken over bekrachtiging of gerechtvaardigd vertrouwen.
2. Kan er dan schadevergoeding worden gevraagd aan de tussenpersoon?
a. Art. 3:70 BW, de tussenpersoon moet instaan voor zijn bevoegdheid
tenzij:
i. De wederpartij behoorde te weten dat de bevoegdheid ontbrak;
ii. De gevolmachtigde de inhoud van zijn bevoegdheden heeft
medegedeeld.
3. Het gaat dan om een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis,
waarop art. 6:74 BW (wanprestatie) van toepassing is.
4. Voor de schadevergoeding, zie arrest Wisman/Trijber.
5. Het gaat dan ook om vergoeding van het positief contractsbelang, dat inhoudt
dat de schade vergoed moet worden aan de wederpartij als de overeenkomst
wel tot stand was gekomen.

Onderwerp 4 Begrenzing door art. 3:40 BW

Mogelijke vragen
1. Mag er een overeenkomst worden gesloten?
2. Beargumenteer of de overeenkomst tussen Herck BV en Stilk BV ter zake van de bouw geldig is.
3. Kan deze overeenkomst worden aangetast?

Antwoord
1. In Nederland is er sprake van contractsvrijheid (dit kan a-contrario worden
geredeneerd uit art. 3:40 BW), deze wordt echter beperkt door art. 3:40 BW en
de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid, art. 6:248 lid 2 BW.
2. Is er een speciale regeling van toepassing voor het rechtsgevolg? Art. 3:40 is
immers algemeen.
3. Art. 3:40 lid 2 BW:
a. Het moet gaan om het aangaan van een rechtshandeling (echt het
verrichten/totstandkomen);
b. Het moet gaan om dwingend recht waarmee het in strijd is (dit kan
vaak worden afgeleid uit de strekking van de regeling);
c. Het moet gaan om een wet in formele zin (Let op: kan ook gebaseerd
zijn op een wet in formele zin, bijvoorbeeld een AMvB).
4. Aan voldaan?

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
bobaars Haagse Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
363
Member since
8 year
Number of followers
179
Documents
40
Last sold
10 months ago

3.9

62 reviews

5
21
4
17
3
19
2
5
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions