Zelfregulatie baby’s:
- Zelfregulatie = een essentiële capaciteit van een organisme om zich te kunnen
aanpassen aan de eisen van verschillende en veranderende omgevingen.
- Gaat om conflict tussen 2 behoeften:
Behoefte aan interne controle en autonomie.
Behoefte om ergens bij te horen (mensen zijn sociale wezens).
- De basale vaardigheid tot organiseren en controleren van het eigen gedrag tijdens
interacties met mensen of de omgeving hebben we ons hele leven nodig om zonder
stress te kunnen deelnemen aan dingen die op dat moment belangrijk zijn voor ons.
De ontwikkling van zelfregulatie:
- Geboorte:
Zelfregulerende functies zijn aanwezig, maar komen nog niet echt tot uiting.
Baby’s proberen controle te krijgen op eigen gedrag.
Ze zijn nieuwsgierig voor info uit omgeving, maar bij te veel prikkels haken ze af.
Afhankelijk van hun ouders.
Sabbelen vaak op hun handjes ter kalmering.
Capaciteiten die ze ontwikkelen hangt af van ervaringen die het kind krijgt in de
loop van zijn leven!!!
- 1 van de eerste zelfregulaties is organisatie van het slaap-waak ritme en het
geleidelijk verwerven van controle over houdingen en bewegingen.
- Na controle over intern systeem, moet er ook controle zijn tussen neuro-functionele
systemen zoals bij interacties met de omgeving.
- Wat is er allemaal nodig om bvb aandacht te kunnen richten?
Kind moet gevoed en uitgerust zijn.
Kind moet zijn houding en emotionele gedragstoestand kunnen reguleren.
Kind moet aanpassingsvermogen hebben.
- Mate van zelfregulatie die het kind nodig heeft wordt bepaald door interne en
externe factoren:
Intern = temperamentvol kind (zal feller reageren op omgevingsprikkels).
Extern = dat kind zal dus een rustige omgeving nodig hebben.
Vb: kinderen die opgroeien in een drukke omgeving met weinig structuur =>
hebben meer zelfregulatie nodig.
- Zelfregulatie = een essentiële capaciteit van een organisme om zich te kunnen
aanpassen aan de eisen van verschillende en veranderende omgevingen.
- Gaat om conflict tussen 2 behoeften:
Behoefte aan interne controle en autonomie.
Behoefte om ergens bij te horen (mensen zijn sociale wezens).
- De basale vaardigheid tot organiseren en controleren van het eigen gedrag tijdens
interacties met mensen of de omgeving hebben we ons hele leven nodig om zonder
stress te kunnen deelnemen aan dingen die op dat moment belangrijk zijn voor ons.
De ontwikkling van zelfregulatie:
- Geboorte:
Zelfregulerende functies zijn aanwezig, maar komen nog niet echt tot uiting.
Baby’s proberen controle te krijgen op eigen gedrag.
Ze zijn nieuwsgierig voor info uit omgeving, maar bij te veel prikkels haken ze af.
Afhankelijk van hun ouders.
Sabbelen vaak op hun handjes ter kalmering.
Capaciteiten die ze ontwikkelen hangt af van ervaringen die het kind krijgt in de
loop van zijn leven!!!
- 1 van de eerste zelfregulaties is organisatie van het slaap-waak ritme en het
geleidelijk verwerven van controle over houdingen en bewegingen.
- Na controle over intern systeem, moet er ook controle zijn tussen neuro-functionele
systemen zoals bij interacties met de omgeving.
- Wat is er allemaal nodig om bvb aandacht te kunnen richten?
Kind moet gevoed en uitgerust zijn.
Kind moet zijn houding en emotionele gedragstoestand kunnen reguleren.
Kind moet aanpassingsvermogen hebben.
- Mate van zelfregulatie die het kind nodig heeft wordt bepaald door interne en
externe factoren:
Intern = temperamentvol kind (zal feller reageren op omgevingsprikkels).
Extern = dat kind zal dus een rustige omgeving nodig hebben.
Vb: kinderen die opgroeien in een drukke omgeving met weinig structuur =>
hebben meer zelfregulatie nodig.