Praktijkleerplan
Stappen 1, 2 en 3
20-5-2021
,Inhoudsopgave
Inleiding ....................................................................................................................................... 2
Stap 1: Startverslag ...................................................................................................................... 3
Stap 2: Middenevaluatie ............................................................................................................... 7
Stap 3: Eindevaluatie .................................................................................................................. 15
Bijlage 1: 0-meting...................................................................................................................... 22
Bijlage 2: Midden evaluatie (zelf ingevuld) .................................................................................. 28
Bijlage 3: Midden evaluatie J. ..................................................................................................... 34
Bijlage 4: Midden evaluatie H. .................................................................................................... 41
Bijlage 5: Wmo verslag ............................................................................................................... 44
Bijlage 6: Uren registreren .......................................................................................................... 46
Bijlage 7: Feedback van collega ................................................................................................... 47
Bijlage 8: Eindevaluatie (zelf ingevuld) ........................................................................................ 48
Bijlage 9: Eindevaluatie J. ........................................................................................................... 54
Bijlage 10: Feedback van K. (collega) ........................................................................................... 64
Bijlage 11: Reflectieverslag m.b.t. begeleidingsstijl ...................................................................... 65
Bijlage 12: Uitkeringen en voorzieningen voor mensen met een lvb ............................................. 67
Bijlage 13: Urenverantwoording ................................................................................................. 71
Bronvermelding ......................................................................................................................... 74
1
,Inleiding
Mijn naam is (…). Momenteel zit ik in het tweede jaar van de opleiding Social Work op Saxion
Enschede. En dit document bevat mijn praktijkleerplan.
De stichting waar ik dit schooljaar stage ga lopen heet De Parabool. De Parabool heeft een aantal
verschillende onderdelen en locaties. Ze ondersteunen en begeleiden mensen met een
verstandelijke beperking. Daarbij bieden ze ook opvoedondersteuning voor ouders.
Een onderdeel van De Parabool waar ik stage ga lopen is bij de ambulant begeleiding en die is
gevestigd in Deventer.
Dit document geeft u hopelijk genoeg informatie over mijn stageplek en over mijn ontwikkelingen dit
schooljaar. Verder wens ik u veel leesplezier!
2
, Stap 1: Startverslag
Geef een beschrijving van de missie en/ of visie van de instelling.
De missie van De Parabool is om mensen (jong en oud) met een verstandelijke beperking te
ondersteunen en te begeleiden. Dit doen zij bij de mensen thuis, maar ook in een woonlocatie of bij
een dagbesteding. De ondersteuning die ze bieden, is voornamelijk op de cliënt en zijn sociale
omgeving gericht (De Parabool, 2018).
Naast deze missie hebben ze drie kernwaarden: ze zijn persoonlijk, deskundig en betrouwbaar.
En hun visie is om hun cliënten te laten groeien in zelfstandigheid en zich te laten ontplooien in de
samenleving (De Parabool, 2018).
Beschrijf de methodiek die gehanteerd wordt binnen de instelling.
De basismethodiek die gehanteerd wordt binnen De Parabool heet Geef me de 5. Deze methodiek
werkt bij mensen met autisme, maar ook bij mensen met een verstandelijke beperking (Geef me de
5, z.d.).
Geef me de 5 bestaat uit vijf puzzelstukjes:
1. Wie
2. Wat
3. Waar
4. Wanneer
5. Hoe
Aan de hand van deze vijf woorden, formuleren de begeleiders
een vraag. De formulering ligt aan het onderwerp of situatie. En
door deze vragen te beantwoorden, krijgt de cliënt meer
duidelijkheid of voorspelbaarheid en kunnen hierdoor
miscommunicatie verhelderen of voorkomen (Boxhoorn, 2020).
Beschrijf de doelgroep en het team waarin je werkzaam bent.
Mensen met verstandelijke beperking zijn de doelgroep van De Parabool. Deze mensen hebben een
IQ van maximaal 75. Er zijn verschillende gradaties van verstandelijke beperking: licht, matige,
ernstige en diepe verstandelijke beperking (HandicapNL, 2020).
Hieronder heb ik elk gradaties kort beschreven (Prinsenstichting, z.d.):
• Licht verstandelijke beperking
Mensen met een licht verstandelijke beperking hebben een IQ tussen de 50 en 75. Een
kenmerk hiervan is bijvoorbeeld: problemen hebben met lezen, schrijven, rekenen of plannen.
• Matig verstandelijke beperking
Mensen met een matig verstandelijke beperking hebben een IQ tussen de 35 en 50. Een
kenmerk hiervan is bijvoorbeeld: het leren lezen, schrijven of rekenen verloopt langzamer en
ontwikkelen ze deze vaardigheden minder goed.
• Ernstige verstandelijke beperking
Mensen met een matig verstandelijke beperking hebben een IQ tussen de 20 en 35. Een
kenmerk hiervan is bijvoorbeeld: weinig begrip van geschreven taal en getallen.
3
Stappen 1, 2 en 3
20-5-2021
,Inhoudsopgave
Inleiding ....................................................................................................................................... 2
Stap 1: Startverslag ...................................................................................................................... 3
Stap 2: Middenevaluatie ............................................................................................................... 7
Stap 3: Eindevaluatie .................................................................................................................. 15
Bijlage 1: 0-meting...................................................................................................................... 22
Bijlage 2: Midden evaluatie (zelf ingevuld) .................................................................................. 28
Bijlage 3: Midden evaluatie J. ..................................................................................................... 34
Bijlage 4: Midden evaluatie H. .................................................................................................... 41
Bijlage 5: Wmo verslag ............................................................................................................... 44
Bijlage 6: Uren registreren .......................................................................................................... 46
Bijlage 7: Feedback van collega ................................................................................................... 47
Bijlage 8: Eindevaluatie (zelf ingevuld) ........................................................................................ 48
Bijlage 9: Eindevaluatie J. ........................................................................................................... 54
Bijlage 10: Feedback van K. (collega) ........................................................................................... 64
Bijlage 11: Reflectieverslag m.b.t. begeleidingsstijl ...................................................................... 65
Bijlage 12: Uitkeringen en voorzieningen voor mensen met een lvb ............................................. 67
Bijlage 13: Urenverantwoording ................................................................................................. 71
Bronvermelding ......................................................................................................................... 74
1
,Inleiding
Mijn naam is (…). Momenteel zit ik in het tweede jaar van de opleiding Social Work op Saxion
Enschede. En dit document bevat mijn praktijkleerplan.
De stichting waar ik dit schooljaar stage ga lopen heet De Parabool. De Parabool heeft een aantal
verschillende onderdelen en locaties. Ze ondersteunen en begeleiden mensen met een
verstandelijke beperking. Daarbij bieden ze ook opvoedondersteuning voor ouders.
Een onderdeel van De Parabool waar ik stage ga lopen is bij de ambulant begeleiding en die is
gevestigd in Deventer.
Dit document geeft u hopelijk genoeg informatie over mijn stageplek en over mijn ontwikkelingen dit
schooljaar. Verder wens ik u veel leesplezier!
2
, Stap 1: Startverslag
Geef een beschrijving van de missie en/ of visie van de instelling.
De missie van De Parabool is om mensen (jong en oud) met een verstandelijke beperking te
ondersteunen en te begeleiden. Dit doen zij bij de mensen thuis, maar ook in een woonlocatie of bij
een dagbesteding. De ondersteuning die ze bieden, is voornamelijk op de cliënt en zijn sociale
omgeving gericht (De Parabool, 2018).
Naast deze missie hebben ze drie kernwaarden: ze zijn persoonlijk, deskundig en betrouwbaar.
En hun visie is om hun cliënten te laten groeien in zelfstandigheid en zich te laten ontplooien in de
samenleving (De Parabool, 2018).
Beschrijf de methodiek die gehanteerd wordt binnen de instelling.
De basismethodiek die gehanteerd wordt binnen De Parabool heet Geef me de 5. Deze methodiek
werkt bij mensen met autisme, maar ook bij mensen met een verstandelijke beperking (Geef me de
5, z.d.).
Geef me de 5 bestaat uit vijf puzzelstukjes:
1. Wie
2. Wat
3. Waar
4. Wanneer
5. Hoe
Aan de hand van deze vijf woorden, formuleren de begeleiders
een vraag. De formulering ligt aan het onderwerp of situatie. En
door deze vragen te beantwoorden, krijgt de cliënt meer
duidelijkheid of voorspelbaarheid en kunnen hierdoor
miscommunicatie verhelderen of voorkomen (Boxhoorn, 2020).
Beschrijf de doelgroep en het team waarin je werkzaam bent.
Mensen met verstandelijke beperking zijn de doelgroep van De Parabool. Deze mensen hebben een
IQ van maximaal 75. Er zijn verschillende gradaties van verstandelijke beperking: licht, matige,
ernstige en diepe verstandelijke beperking (HandicapNL, 2020).
Hieronder heb ik elk gradaties kort beschreven (Prinsenstichting, z.d.):
• Licht verstandelijke beperking
Mensen met een licht verstandelijke beperking hebben een IQ tussen de 50 en 75. Een
kenmerk hiervan is bijvoorbeeld: problemen hebben met lezen, schrijven, rekenen of plannen.
• Matig verstandelijke beperking
Mensen met een matig verstandelijke beperking hebben een IQ tussen de 35 en 50. Een
kenmerk hiervan is bijvoorbeeld: het leren lezen, schrijven of rekenen verloopt langzamer en
ontwikkelen ze deze vaardigheden minder goed.
• Ernstige verstandelijke beperking
Mensen met een matig verstandelijke beperking hebben een IQ tussen de 20 en 35. Een
kenmerk hiervan is bijvoorbeeld: weinig begrip van geschreven taal en getallen.
3