Privaatrecht
Week 2
Publiek recht: rechtsverhoudingen tussen overheid & personen
Privaatrecht: rechtsverhoudingen tussen personen
Materieel recht: rechten en plichten
Formeel recht: procesrecht
Dwingend recht: hiervan mag je niet afwijken. “moet”, “mag niet”, “nietig” enz.
Publiekrecht is altijd dwingend.
Aanvullend recht: hiervan mag je wel afwijken. “tenzij anders overeengekomen” enz.
alleen van belang binnen privaatrecht.
Rechtsbronnen: wet, jurisprudentie, verdrag
Rangorde van wetten:
1. Grondwet
2. Wet in formele zin
3. Algemene maatregelen van bestuur
4. Ministeriële regeling
5. Provinciale verordening
6. Gemeentelijke verordening
Week 3
Vermogen: op geld waardeerbare rechten (activa) en verplichtingen (passiva)
Vermogensrecht:
- Verbintenissenrecht: regels die betrekking hebben op de verbintenis tussen 2
of meer (rechts)personen. Veelal aanvullend recht. Open stelsel.
- Goederenrecht: het goed staat centraal. Relaties tussen personen en
goederen. Veel dwingend recht. Gesloten stelsel.
Juridische kwalificatie feiten
Rechtsfeit: feiten die rechtsgevolgen hebben
, Bloot rechtsfeit: feiten die rechtsgevolgen hebben zonder dat daarvoor een
menselijke handeling vereist is
Feitelijke handeling: rechtsfeit dat geen rechtsgevolg beoogt
Rechtshandeling: rechtsfeit dat een rechtsgevolg beoogt
Meerzijdige rechtshandeling: wil van 2 of meer personen vereist
Eenzijdige rechtshandeling: wil van slechts 1 persoon vereist
Verbintenis: verhouding tussen 2 personen. 1 persoon heeft recht, 1 persoon heeft
verplichting. Recht plicht
Bronnen van verbintenissen: wet en overeenkomst
Overeenkomst: art. 6:123 lid 1 BW. Meerzijdige rechtshandeling. Vloeit verbintenis
uit voort. Rechten en plichten voor betrokken partijen.
Totstandkoming overeenkomst: art. 6:217 lid 1 BW. Aanbod, aanvaarding
Soorten aanbod:
- Herroepelijk aanbod: art. 6:219 lid 1 BW, zolang niet aanvaard (of verzonden,
lid 2)
- Onherroepelijk aanbod: art. 6:219 lid 1 + 3 BW, termijn voor aanvaarding
- Vrijblijvend aanbod: art. 6:219 lid 2 BW, onmiddellijk na aanvaarding
Verval van aanbod:
1. Tijdverloop
o Onherroepelijk: termijn
o Mondeling: direct bij niet aanvaarden, art. 6:221 lid 1 BW
o Schriftelijk: na redelijke tijd, art. 6:221 lid 1 BW
2. Verwerping, art. 6:221 lid 2 BW
3. Herroeping
Totstandkoming overeenkomst: moment dat aanbieder aanvaarding ontvangt. Art.
3:37 lid 3 BW jo. Art. 6:224 BW.
Week 4
Vereisten totstandkoming rechtshandeling:
- Handelingsbekwaam rechtspersoon, art. 3:32 lid 1 BW
- Een op rechtsgevolg gerichte wil, art. 3:33 BW
- Een verklaring waarin die wil is geopenbaard, art. 3:33 BW
Ongeldigheidsgronden rechtshandeling:
- Wil stemt niet overeen met verklaring
- Geestelijke stoornis
- Handelingsbekwaamheid
- Wilsgebreken
- Strijd met de wettelijke vormvoorschriften
- Strijd met de wet, goede zeden of openbare orde
Rechtshandelingen zijn onaantastbaar tenzij:
- Nietig: nooit geldig geweest
- Vernietigbaar: geldig tot vernietiging
Wil stemt niet overeen met verklaring art. 3:33 BW
- Geen rechtshandeling
- Tenzij gerechtvaardigd vertrouwen art. 3:35 BW
Geestelijke stoornis art. 3:34 lid 1 BW
- Vernietigbaar
Week 2
Publiek recht: rechtsverhoudingen tussen overheid & personen
Privaatrecht: rechtsverhoudingen tussen personen
Materieel recht: rechten en plichten
Formeel recht: procesrecht
Dwingend recht: hiervan mag je niet afwijken. “moet”, “mag niet”, “nietig” enz.
Publiekrecht is altijd dwingend.
Aanvullend recht: hiervan mag je wel afwijken. “tenzij anders overeengekomen” enz.
alleen van belang binnen privaatrecht.
Rechtsbronnen: wet, jurisprudentie, verdrag
Rangorde van wetten:
1. Grondwet
2. Wet in formele zin
3. Algemene maatregelen van bestuur
4. Ministeriële regeling
5. Provinciale verordening
6. Gemeentelijke verordening
Week 3
Vermogen: op geld waardeerbare rechten (activa) en verplichtingen (passiva)
Vermogensrecht:
- Verbintenissenrecht: regels die betrekking hebben op de verbintenis tussen 2
of meer (rechts)personen. Veelal aanvullend recht. Open stelsel.
- Goederenrecht: het goed staat centraal. Relaties tussen personen en
goederen. Veel dwingend recht. Gesloten stelsel.
Juridische kwalificatie feiten
Rechtsfeit: feiten die rechtsgevolgen hebben
, Bloot rechtsfeit: feiten die rechtsgevolgen hebben zonder dat daarvoor een
menselijke handeling vereist is
Feitelijke handeling: rechtsfeit dat geen rechtsgevolg beoogt
Rechtshandeling: rechtsfeit dat een rechtsgevolg beoogt
Meerzijdige rechtshandeling: wil van 2 of meer personen vereist
Eenzijdige rechtshandeling: wil van slechts 1 persoon vereist
Verbintenis: verhouding tussen 2 personen. 1 persoon heeft recht, 1 persoon heeft
verplichting. Recht plicht
Bronnen van verbintenissen: wet en overeenkomst
Overeenkomst: art. 6:123 lid 1 BW. Meerzijdige rechtshandeling. Vloeit verbintenis
uit voort. Rechten en plichten voor betrokken partijen.
Totstandkoming overeenkomst: art. 6:217 lid 1 BW. Aanbod, aanvaarding
Soorten aanbod:
- Herroepelijk aanbod: art. 6:219 lid 1 BW, zolang niet aanvaard (of verzonden,
lid 2)
- Onherroepelijk aanbod: art. 6:219 lid 1 + 3 BW, termijn voor aanvaarding
- Vrijblijvend aanbod: art. 6:219 lid 2 BW, onmiddellijk na aanvaarding
Verval van aanbod:
1. Tijdverloop
o Onherroepelijk: termijn
o Mondeling: direct bij niet aanvaarden, art. 6:221 lid 1 BW
o Schriftelijk: na redelijke tijd, art. 6:221 lid 1 BW
2. Verwerping, art. 6:221 lid 2 BW
3. Herroeping
Totstandkoming overeenkomst: moment dat aanbieder aanvaarding ontvangt. Art.
3:37 lid 3 BW jo. Art. 6:224 BW.
Week 4
Vereisten totstandkoming rechtshandeling:
- Handelingsbekwaam rechtspersoon, art. 3:32 lid 1 BW
- Een op rechtsgevolg gerichte wil, art. 3:33 BW
- Een verklaring waarin die wil is geopenbaard, art. 3:33 BW
Ongeldigheidsgronden rechtshandeling:
- Wil stemt niet overeen met verklaring
- Geestelijke stoornis
- Handelingsbekwaamheid
- Wilsgebreken
- Strijd met de wettelijke vormvoorschriften
- Strijd met de wet, goede zeden of openbare orde
Rechtshandelingen zijn onaantastbaar tenzij:
- Nietig: nooit geldig geweest
- Vernietigbaar: geldig tot vernietiging
Wil stemt niet overeen met verklaring art. 3:33 BW
- Geen rechtshandeling
- Tenzij gerechtvaardigd vertrouwen art. 3:35 BW
Geestelijke stoornis art. 3:34 lid 1 BW
- Vernietigbaar