1.anatomie en functie cervicale wervelkolom.............................................................2
2.definitie en epidemiologie nekpijn..........................................................................2
3.etiologie.............................................................................................................3
4.biologische factoren.............................................................................................3
4.1.pathologie.....................................................................................................3
4.1.1.wiplash-associated disorders (wad).............................................................4
4.1.2.structurele factoren..................................................................................6
4.1.2.1.spierveranderingen.............................................................................6
4.1.2.2.hersenveranderingen...........................................................................7
4.1.3.sensorimotorische factoren........................................................................8
4.1.3.1.spieractivatie......................................................................................8
4.1.3.2.bewegingscontrole..............................................................................9
4.1.3.3.houdingscontrole...............................................................................11
4.1.3.4.spierkracht en -uithouding..................................................................11
4.1.3.5.lichaamsperceptie.............................................................................12
4.1.3.6.sensoriek.........................................................................................12
4.1.4.levensstijl..............................................................................................14
5.psychologische factoren......................................................................................14
6.soaciale factoren................................................................................................15
7.comorbiditeiten.................................................................................................16
8.wisselwerking tussen verschillende factoren..........................................................16
8.1.biologische en psychologische factoren...........................................................16
9.pijnbeleving......................................................................................................17
9.1.nociceptieve input........................................................................................17
9.1.1.somatisch gerefererde pijn.......................................................................17
9.1.2.radiculaire pijn.......................................................................................18
9.1.3.radiculopathie........................................................................................19
9.1.4.innervatieoperating rules.........................................................................19
9.1.5.centrale pijnverwerking...........................................................................20
9.1.6.ervaren beperking...................................................................................20
, 1.ANATOMIE EN FUNCTIE CERVICALE WERVELKOLOM
Verwijzen KIN 1 en KIN 2
2.DEFINITIE EN EPIDEMIOLOGIE NEKPIJN
Nekpijn wordt gedefinieerd als de pijn waargenomen in het gebied van de nek en meer
bepaald tussen de linea nuchae superior en de lijn die beide kammen van de scapulae
verbindt, met of zonder uitstraling naar het hoofd, romp of bovenste ledematen (figuur
14.33).
Figuur 1: anatomie van de nek
Definitie verwijst gebied
Pijn gevoeld wordt
Niet vanuit gaan oorzaak pijn in dit gebied ligt
Gelijkaardig aan lagerugpijn kan ook voor de meeste patiënten met nekpijn geen patho-
anatomische oorzaak aan hun klacht worden toegeschreven = niet-specifieke nekpijn
Nekpijn minder voorkomen lage rugpijn
o Weinig mensen gene nekpijn ervaren na
Trauma
Ingreep
Overbelasting
¼ personen nekpijn hervalt
2/3 episode nekpijn blijvende klachten
o Grote beperking lange termijn
Socio-economische impact nekpijn enorm
,3.ETIOLOGIE
Multidimensionaal probleem
Biologische factoren
Psychologische factoren
Sociale factoren
Comorbiditeiten
factoren altijd met elkaar in interactie
Biopsychosociale factoren nekpijn onderverdeeld
Risicofactoren chroniciteit (roze cirkels)
Gevolgen chronische nekpijn (blauwe cirkels)
vaak vicieuze cirkel
o Oorzaak en gevolg
Figuur 2: beïnvloedende factoren
Bijdragende factoren en disfuncties gepaard gaan
In relatie klachten mechanisme
Figuur 3: klachtenmechanismen
4.BIOLOGISCHE FACTOREN
4.1.PATHOLOGIE
Pathologische factoren dominant bijdragen klacht
= input mechanisme
Evaluatie patiënten eerst ernstige pathologie uitsluiten
Algemene rode vlaggen
Regio specifieke rode vlaggen
Onderscheiden
Leeftijdsgebonden factoren
Fysieke tekenen/ symptomen
Neurologische bevindingen
Figuur 4: regio specifieke rode vlaggen cervicale wervelkolom
,Rode vlaggen patentiele onderliggende conditie
Hoe klinisch herkennen
Figuur 5: klinisch herkennen rode vlaggen
Uitsluiten rode vlaggen onderscheiden
Specifieke nekpijn
o Weinig specifieke pathologie
Aspecifieke nekpijn
o Meeste geen duidelijke aantoonbare patho-anatomische oorzak
o Geen specifieke nociceptieve bron
Patiënten niet-traumatische nekpijn
Uitgebreide pijnklacht geassocieerd
o Beperking
o Psychologische factoren
Bewegingsangst
Depressie
o Spierfunctie
Een vaak voorkomende nekklacht die in eerste instantie een traumatische patho-
anatomische oorsprong heeft, is het whiplash-trauma.
4.1.1.WIPLASH-ASSOCIATED DISORDERS (WAD)
Na auto-ongeluk
Snelle verbetering pijn en disability
Eerste 3 mnd nadien weinig verbetering
50% herstelt niet volledig
,Classificatie
Quebec task force QTF
o WAD I
Nekklacht
Geen musculoskeletale disfunctie
o WAD II
Nekklacht
Met musculoskeletale disfunctie
o WAD III
Nekklacht
Met neurologisch teken
o WAD IV
Nekklacht
Met fractuur of dislocatie
Bijzonderheden klinisch onderzoek
Acuut
o ROM
Aanhouden ook volledig herstel
Acuut en chronisch
o Veranderde patronen spierrekrutering
Nek en schouder
o Aanhoudende chronische WAD ook volledig herstel
o Herstelde patiënten gevoeliger
Asp.NP
o Disfunctie sensorimotorische controle
Grotere joint reposition errors
Verlies algemene balans en oogbewegingen
Verlies blikstabiliteit
Chronisch
o Morfologische veranderingen nekmusculatuur
Infiltratie vetweefsel
Diepe/oppervlakkige cervicale extensoren/flexoren
Vooral rectus capitis posterior minor/major en multifidi
Pijnwerkingsmechanismen
o Toegenomen nociceptieve pijnverwerkingsmechanismen
o Gedaalde pijndrempels
Druk
Warmt/koude
Elektrische prikkels
Lichte druk
Psychologische factoren
o Psychologische distress
Angst
Depressieve stoornissen
, Bewegingsangst
Negatieve prognostische factoren
Grotere initiële pijnintensiteit
Meer initiële disfuncties
Slechte copingstrategie
Vrouwen
Laag opleidingsniveau
Symptomen van post-traumatische stress en slechte zelfzorg
Catastroferen
Depressie
Lage verwachtingen herstel
Implicatie onderzoek WAD
Anamnese
o Eerdere nekklachten
o Uitsluiten WAD IV
Vragenlijst
o VAS/NRS
o Neck disability index NDI
o Impact of event scale IES
Klinisch onderzoek
o ROM
o Sensorische testing
o Spierrekrutering (neuromatorische controle)
o Sensorimotorische controle
4.1.2.STRUCTURELE FACTOREN
Veranderingen musculatuur en hersenen
4.1.2.1.SPIERVERANDERINGEN
Diepe nekmusculatuur
Verlies cross-sectional area atrofie
Verhoogde aanwezigheid intramusculair vet
o Multifidus
o Semispinalis cervicis
vooral traumatische nekklachten voorkomen, minder bij aspecifieke
nekklachten
Verandering spiervezel typen
Type I type II in suboccipitale spieren
o Spelenius capitis
o Trapezius
onafhankelijk etiologie nekpijn
, Verklaring
Verminderd gebruik spieren
Chronische denervatie
functionele aanpassingen als gevolg van veranderingen in andere spieren naar
voren geschoven.
traumatische aandoeningen
o inflammatoire processen een rol spelen.
4.1.2.2.HERSENVERANDERINGEN
Zowel grijze als witte massa
Grijze
regionale verschillen volume grijzestof
o patiënten chronische WAD
kleiner volume gebieden
pijnverwerking
cognitieve processen
correleren de afname in volume van de grijze stof in deze
gebieden met
o slechtere cognitieve functie
o slechtere pijncognities
o centrale sensitisatie
o lokale hyperalgesie.
o patiënten chronische aspecifieke nekpijn
groter volume grijzestof
pijnverwerking
pijnperceptie
vergelijking met asymptomatische controle proefpersonen
o Volgend studie niet bewezen
Witte
Regionale veranderingen banen signaal overdracht
o Affectieve verwerking pijn en cognitie
Chronische WAD
Niet chronische aspecifieke nekpijn
Belangrijk om te onthouden bij deze resultaten is dat er relatief weinig studies
beschikbaar zijn en dat de meeste studies enkel vrouwen onderzocht hebben.
Verder onderzoek om bovenstaande bevindingen te bevestigen, is dus zeker nodig.