100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking - Kwaliteit van leven bij mensen met een beperking

Rating
-
Sold
-
Pages
80
Uploaded on
26-12-2025
Written in
2025/2026

samenvatting van het volledige eerste semester van kwaliteit van leven bij mensen met een beperking

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
December 26, 2025
Number of pages
80
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

KWALITEIT VAN LEVEN VOOR
MENSEN MET EEN BEPERKING
VISUELE BEPERKING
3. BEGRIPPENKADER
Er wordt op 2 verschillende manieren gekeken naar visuele beperking
1) Medische definities: door oogartsen, orthoptisten, WHO, VAPH
2) Functionele definities: in de orthopedagogische praktijk; hoe kan iemand
deelnemen aan de samenleving met die visuele beperking?
MEDISCHE DEFINITIES:


TRADITIONELE OPVATTINGEN
2 criteria of iemand slechtziend is:
 Gezichtsscherpte / visus
o = de maat voor de kleinste details die iemand nog kan onderscheiden
o Normaal ziend: 10/10
 Gezichtsveld
o = het totale gebied dat je kan zien wanneer je het hoofd en de ogen
volkomen stilhoudt
o Centraal: scherp
o Perifeer: onscherp

Wereldgezondheidsorganisatie

Gezichtsscherpte (met Gezichtsveld
optimale brilcorrectie)
beste oog

Matig slechtziend 3/10 – 1/10 20° rond het centrale
fixatiepunt of minder
Ernstig slechtziend 1/10 – 1/20

Blind 1/20 of minder 10° rond het centrale
fixatiepunt of minder


ONTWIKKELINGEN IN DE MEDISCHE DIAGNOSTIEK
Meer recente ontwikkelingen  vroeger enkel diagnose o.b.v. gezichtsscherpte en
gezichtsveld (= lagere functies)
 Lagere visuele functies
o Oogbewegingen
o Visueel sensorische functies
o Bv. Gezichtsscherpte
 Hogere visuele functies:


Pagina 1 van 80

, o Begrijpen van visuele informatie
o Visuomotorische functies
o Vb. probleem in de hersenen


CEREBRALE VISUELE INPERKINGEN (CVI):
 = verzamelnaam voor verschillende vormen van slechtziendheid waarbij
aantasting van de hersenen een rol speelt
 Belangrijke oorzaak van slechtziendheid
 30% van slechtziende kinderen: diagnose CVI
 Komt voor als geïsoleerde aandoening, maar ook bij personen met meervoudige
beperking


CVI kan zich uiten op verschillende manieren:
 Visuele aandachtsproblemen
o Visuele aandacht
 = Je kan je aandacht verdelen over verschillende dingen die je
tegelijk ziet
 Voorwaarde om goed te kunnen zien en om te kunnen reageren op
wat je ziet
o De visuele aandacht blokkeert wanneer teveel informatie op hun afkomt
vanuit verschillende zintuien (gezichtsvermogen, gehoor, tast,…)
 Visueel-ruimtelijke problemen: moeite met…
o Snelle oogbewegingen: bv bij lezen
o Visueel complexe situaties: situaties waarin er veek info tegelijk wordt
aangeboden, of situaties waarin je je visuele aandacht steeds moet
wisseleen tussen voorwerpen / herkennen
 Bv lief terugvinden op fuif, ouders terugvinden op speelplaats
o Drukte en crowding: iemand heeft lagere gezichtsscherpte wanneer
symbolen in een rij of dicht bij elkaar worden aangeboden dan wanneer ze
afzonderlijk worden aangeboden
 Bv, drukke afbeeldingen, terugvinden van voorwerpen of figuren uit
een achtergrond die niet effen is
o Verplaatsing of ruimtelijke oriëtatie
 Herkenningsproblemen
o Herkennen van letters
o Herkennen van gelijkende vormen
o Herkennen van gezichten
o Visuele basisattitudes (herkennen onvolledige vormen, herkennen van
eigen straat/klas/…)

FUNCTIONELE DEFINITIES
Orthopedagogische praktijk richt zich vooral op de mate waarin slechtziendheid of
blindheid de participatie in het dagelijks leven bemoeilijkt (dus niet zozeer op de stoornis
op zich)
Focus: hoe kunnen we de persoon ondersteunen?


Pagina 2 van 80

,  Ondersteuningsgerichte benadering van visuele beperking
 Gebruik van visueel profiel  alle aspecten samenbrengen die te maken
hebben met het zien / slechtziendheid
o Ziekte / aandoening
o Functiestoornis
o Activiteiten
o Participatie (op welke manier kan die persoon deelnemen aan de
samenleving)
o Omgevingsfactoren

4. BEELDVORMING: ONTWIKKELING
Visuele beperking = zeer breed spectrum en divers (zeer heterogeen

- Elke persoon = uniek
- Altijd gevolgen voor ontwikkeling
- Mits ondersteuning kan persoon zich aanpassen

Medisch perspectief (richtlijnen WGO)  functioneel perspectief (hoe gaat de
persoon er mee om en hoeveel restvisies heeft die)

VERSCHILLENDE ONTWIKKELINGEN


1. SENSORISCHE ONTWIKKELING
Sensorische ontwikkeling  heeft grootste hindering
 70% nemen we op met onze ogen
Men gaat veel handelingen leren door die op te slaan in
het geheugen via:
 Tast
 Reuk
gehoor
 Gehoor
 Geheugen Geheuge
n
tast

 Smaak
Vaak is er wel restvisus  belangrijk die zoveel mogelijk Smaak Reuk
benutten
Kunnen blinden en slechtziende extra goed horen?
 Nee, wel gebruiken ze hun oren meer  zintuigen zijn hierdoor beter getraind
 Echolocatie  ze letten goed op het geluid dat weerkaatst


Tactiele afweer:
 = zeker schrik bij tasten waardoor je terugtrekt
 Belangrijk dus om kinderen door tactiele afweer te helpen stimuleren

2. MOTORISCHE ONTWIKKELING
Motorische ontwikkeling  op bepaalde gebieden trager, maar niet anders:
 Statische vaardigheden (zitten, rechtop staan,…) hetzelfde
 Locomotore / dynamische vaardigheden zijn trager door:

Pagina 3 van 80

, o Gebrek visuele stimulans  opl? Stimuleren met auditieve prikkel
o Gebrek aan veiligheid en vertrouwen opl? Creëer een warme en veilige
omgeving
o Hebben veel herhaling nodig


Blindismen:
 = bewegingen die zich herhalen en geen duidelijk doel en functie lijken te hebben
voor buitenstaanders
 Bijna alle blinde kinderen hebben het
 Soort copingsstrategie
 Vb: oogboren, draaien met hoofd, springen, cirkelbewegingen met hand,…

3. COGNITIEVE ONTWIKKELING
Leren = op verkenning gaan



Kinderen met
visuele
beperking



Minder Grote
exploratiedran exploratiedran
g, passieve g, eerder
houding roekeloos
(meerderheid) (enkelen)



Orde en Bescherming
Uitdagen tot Exploratie mag
overzicht moet geboden
exploratie bestaan
bieden worden

- Minder exploratiedrag  onzeker, durven niet veel de verkennen  belangrijk
voor veel orde (vb plaatsing van meubels op zelfde plaats, niks laten slingeren op
de trap) en uitdagen tot exploratie
- Grote exploratiedrang  belangrijk om te beschermen


Objectpermanentie:
 = innerlijke voorstelling van mensen en ruimte om zich heen (vb. een kind weet
dat een bal niet weg is als het uit zicht is)
 Ontwikkelt bij kinderen met visuele beperking gem. 10 maand later
 Kan je vaststellen als kind zoekt naar iets dat het niet meer ziet
 Hoe zoekgedrag stimuleren?
o Aanwijzingen geven om te zoeken
o Auditieve prikkels
o Kiekeboespelletjes


Pagina 4 van 80
$9.65
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
kiaradenhaerynck6

Get to know the seller

Seller avatar
kiaradenhaerynck6 Hogeschool Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
New on Stuvia
Member since
7 hours
Number of followers
0
Documents
2
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions