Samenvatting Immaterieel erfgoed........................................................................1
Immaterieel Erfgoed –UNESCO.........................................................................3
Les 2: Concepten I............................................................................................... 5
Waarom concepten voor de wetenschappelijke analyse relevant zijn.............5
Les 3: Samenwerken rond UNESCO & Immaterieel Erfgoed..............................10
Immaterieel erfgoed…................................................................................... 11
Immaterieel erfgoed in Vlaanderen................................................................12
Immaterieel Erfgoed is overal........................................................................14
Samenwerken rond Immaterieel erfgoed.......................................................14
Les 4: Concepten II............................................................................................ 15
Concepten...................................................................................................... 15
Emotion network & Emotion networking........................................................16
Les 5: Aandachtsgebied I: Immaterieel en materieel erfgoed...........................18
Verschillende perspectieven..........................................................................19
Uitdagingen.................................................................................................... 20
Les 6: Aandachtsgebied II: Immaterieel erfgoed en musea...............................21
Immaterieel erfgoed en musea......................................................................22
Uitdagingen, knelpunten, vragen, perspectieven...........................................25
Les 7: Aandachtsgebied III: Immaterieel erfgoed en toerisme..........................25
Korte excursie: Tijdschriften, bijvoorbeeld Volkskunde..................................26
Immaterieel erfgoed en toerisme...................................................................26
Les 8: Aandachtsgebied IV: Immaterieel erfgoed en Duurzaamheid.................29
Centrum voor Agrarische Geschiedenis (CAG)...............................................29
Les 9: Aandachtsgebied V: Immaterieel erfgoed en de zintuigen: geur............32
Erfgoed en de zintuigen – geur......................................................................32
Immaterieel erfgoed en de zintuigen.............................................................33
Immaterieel erfgoed en de zintuigen – geur..................................................33
Identiteit......................................................................................................... 34
Smell walk...................................................................................................... 35
Les 10: Onderzoek............................................................................................. 36
Veldwerk – Praktijk......................................................................................... 38
Les 11: Tools & Herhaling.................................................................................. 40
Tools............................................................................................................... 41
Les 1: Inleiding
1
,DEFINITIE “ERFGOED” VOLGENS BARBARA KIRSHENBLATT -GIMBLETT:
“I define heritage as a mode of cultural production that has recourse to the
past and produces something new. Heritage as a mode of cultural production
adds value to the outmoded by making it into an exhibition of itself.
Central to my argument is the notion that heritage is created through
metacultural operations that extend museological values and methods
(collection, documentation, preservation, presentation, evaluation, and
interpretation) to living persons, their knowledge, practices, artifacts, social
worlds, and life spaces.”
“[…] Heritage professionals use concepts, standards, and regulations to bring
cultural phenomena and practitioners into the heritage sphere, where they
become metacultural artifacts, whether ‘Living National Treasures’ or
‘Masterpieces of the Oral and Intangible Heritage of Humanity.’
At the same time, the performers, ritual specialists, and artisans whose ‘cultural
assets’ become heritage through this process experience a new relationship to
those assets, a metacultural relationship to what was once just habitus.”
“Habitus refers here to the taken for granted, while heritage refers to the self-
conscious selection of valued objects and practices.”
“The power of heritage is precisely that it is curated, which is why heritage
is more easily harmonized with human rights and democratic values than is
culture.”
Werkdefinitie; Erfgoed
- … is een kwaliteit
- … is niet, maar in wording (Making of Heritage)
o … is een voorlopig resultaat van een voortdurend
onderhandelingsproces waarin vele factoren en actoren een rol
spelen
- … is niet neutraal
- … is een proces
o Netwerken, flows, movements
- … is een project
o (gestuurde) praktijk
Making of heritage = “past presencing” en “future making process”
o Het verleden zichtbaar maken door betekenis te geven aan het
verleden en hiermee bepaal je ook welke identiteit je wil
doorgeven aan de verdere generaties in de toekomst
2
,VRAGEN , PERSPECTIEVEN , UITDAGINGEN, KNELPUNTEN
Deze vragen moet je altijd in je achterhoofd houden als je rond Immaterieel
Erfgoed werkt
Case-study; Jemaa el-Fna Square, Morocco
Welke vragen, perpsectieven, uitdagingen en knelpunten komen er hierbij kijken?
- Kwesties van macht; heritage regimes
o Bottom up?
- Fossillisering
o ‘you define someting into
being’
- Uniformering
o =/= diversiteit?
- Identificatie, authenticiteit,
‘nationaal’?
o Gemeenschap?
o Uitsluiting, omstreden erfgoed
- Emoties
o Wedstrijd, waardebepaling
- Bureaucratie
o Kwestie van eigendom
- Toerisme en commercialisering
o Duurzaamheid?
- Immaterieel materieel
- Rol van de expert?!
Immaterieel Erfgoed –UNESCO
DEFINITIE
‘Het immaterieel cultureel erfgoed betekent zowel de praktijken, voorstellingen,
uitdrukkingen, kennis en vaardigheden als de instrumenten, objecten, artefacten
en culturele ruimtes die daarmee worden geassocieerd, die gemeenschappen,
groepen en, in sommige gevallen, individuen erkennen als deel van hun
cultureel erfgoed.
Dit immaterieel cultureel erfgoed, overgedragen van generatie op
generatie, wordt altijd herschapen door gemeenschappen en groepen als
antwoord op hun omgeving, hun interactie met de natuur en hun geschiedenis,
3
, en geeft hen een gevoel van identiteit en continuïteit, en bevordert dus het
respect voor culturele diversiteit en menselijke creativiteit.’
VIJF DOMEINEN
1) orale tradities en uitdrukkingen
a. inbegrip van taal als middel om immaterieel cultureel erfgoed over
te brengen
2) podiumkunsten
3) sociale praktijken
a. rituelen en feestelijke gebeurtenissen
4) kennis en praktijken rond de natuur en het universum
5) traditionele ambachten
CONVENTION FOR THE SAFEGUARDING OF THE INTANGIBLE CULTURAL HERITAGE 2003
Doelstelling verdrag
- borgen immaterieel cultureel erfgoed
- waarborgen respect voor immaterieel cultureel erfgoed van de betrokken
gemeenschappen, groepen en individuen
- verhogen bewustzijn belang immaterieel cultureel erfgoed
- voorzien in internationale samenwerking op het gebied van immaterieel
erfgoed
Politiek instrument!
Administratieve logieken!
185 lidstaten (Belgie sinds 2006), General Assembly, Intergovernmental
Committee
Internationale lijsten en nationale inventarissen
ONTWIKKELING VAN WAARDEBEPALINGEN
- Niet meer “outstanding universal value”, maar net de interne relatie voor
de beoefenaars
- Deze beoefenaars krijgen een centrale rol, net als hun kennis en hun
vaardigheden
IMMATERIEEL ERFGOED PARADIGMA
- Dynamiek van erfgoed
- Flexibiliteit (in het borgen, zichbaar maken, documenteren…)
- Erfgoed = “future making practice”
- Buttom-up, participatie
- Relaties, netwerken
- Mensen – praktijken – dingen – plaatsen („as well as the instruments,
objects, artefacts and cultural spaces associated therewith”)
Erfgoed = discursief ruimte, waarin (sociale, maar ook ecologische en
economische etc.) ontwikkelingen en waarden bediscussieerd worden
ETNOLOGISCHE BENADERING
- Alledaagse cultuur
- Perspectief ‘van onder’
4