100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting FAAR 1_ 1ste semester

Rating
-
Sold
1
Pages
58
Uploaded on
02-12-2025
Written in
2021/2022

Gehele uitgebreide samenvattingen van het vak FAAR 1_semester 1: Agogiek en Filosofie. 59 pagina`s vol met voorbeelden, uitleg, begrippen, schema`s en zelfs enkele mogelijke examenvragen. Gemaakt in 2021.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
December 2, 2025
Number of pages
58
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

FAAR-hoorcollege filosoferen samenvatting

Het basisprincipe
- Filosoferen is de discipline van het niet weten
 Praten over die dingen waar grote mensen geen antwoord op weten.’ = Uit Het
filosofencafé.
 Filosoferen is in gesprek treden met anderen en vanuit een confrontatie van
(tegenstrijdige) meningen ‘inzicht’ laten ontstaan.
 Dialectisch en maieutisch werken = Socrates
 Je hebt elkaar nodig om je eigen blinde vlekken te kunnen zien

De grondhouding
- De filosoof is als een clown:
 Hij is verwonderd over wat anderen vanzelfsprekend vinden…
 Voorwaarde tot filosoferen
 Hij is kritisch en bevraagt…
 Methode van het filosoferen
 Hij daagt ons uit en spoort aan tot handelen = agogiek
 Doel van het filosoferen

Het grondschema
 Mindmap is basis van studeren!
 Per les/hoofdstuk een mindmap! = houvast/structuur




1

,De filosofische methode
- Filosofie is een spel
 Filosofie als methodische benadering; als activiteit
  Filosofie als studie van de geschiedenis van de wijsbegeerte
 Daarom: filosoferen en niet filosofie
 Socrates als voorbeeld en ‘aanvoerder’ van het filosofische spel.
 Ik weet dat ik niets weet was zijn standpunt
- Houding
 De ik weet het niet houding
 Iemand overtuigen van je gelijk = niet juist = je hebt het gevoel dat je iets weet dus dit is
geen juiste houding
- Spelregels van filosoferen
 Geen beroep op
 Emoties
 Intuïties
 Gezag = wetgeving, belangrijke figuren, gewoonten, …
 Boven redelijke bronnen = geloof, religie, spiritualiteit, …
 Enkel beroep op de rede = argumenten geven die voor andere ook inzichtelijk zijn
 Kunnen laten zien hoe je van punt A naar punt B komt en zorgen dat de ander
mee is met wat je bedoeld en dit ook begrijpt
Bijvoorbeeld: A= B, B=C dus A=C

Fases van het spel
1. Verwondering
2. Blootleggen van vooronderstellingen
3. Bevragen van vooronderstellingen = moment van de filosofische vraag
4. Zoektocht naar aannemelijke antwoorden

Verwondering
- Komt voort uit houding van niet weten
- Je gaat na een tijdje verwonderd zijn wat mensen allemaal als waarheid aannemen en
vertellen
- Verwondering = verbaasd zijn over bepaalde vanzelfsprekendheden

Vooronderstellingen
- Vooronderstelling = stellinginnames die niet echt uitgesproken worden
- Zaken die we aannemen, menen, niet uitspreken en waar we ons vaak niet bewust van zijn
- Vanzelfsprekendheid die uitgaat van een vooronderstelling
Bijvoorbeeld: Het logisch vinden dat je bij het inschrijven voor de opleiding man of vrouw
moet aanduiden op het formulier, binair taalgebruik = hij/zij gebruiken
- Maten waarin mensen geïrriteerd geraken = hoe geïrriteerder ze worden = hoe dichter je bij
de vooronderstellingen van die persoon zit
 Irritatie gaat samen met vinden van vooronderstellingen
 Welke vooronderstellingen schuilen hier achter een bepaalde vanzelfsprekendheid?




2

,Bijvoorbeeld:

Punt achter woord zetten bij sms-gesprekken = kortaf over bij jongeren
Vooronderstelling = je bent kortaf
Bij ouderen zien het probleem niet omdat ze hebben geleerd dat ze achter elk woord of elke zin een
punt moeten zetten
Vooronderstelling = je moet een punt achter elke zin zetten

- Een vooronderstelling gaat aan een stelling vooraf, grondt haar maar wordt niet
geëxpliciteerd.
 Er gaat iets vooraf aan een vooronderstelling waardoor het voor jou waarheid is maar dit
proces zie je niet
 Hierdoor kan niet worden gecontroleerd of de stelling ‘juist’ is.
 Een vooronderstelling kan worden blootgelegd door het stellen van vragen.
 Filosofische vraag = een vraag die de vooronderstelling bevraagd
 Vinden van vooronderstelling, vooronderstelling expliciteren = vooronderstelling
blootleggen en de vooronderstelling in vraag stellen
Bijvoorbeeld:
Stelling: Punt achter bericht zitten is negatief = vooronderstelling
Waarom is dit zo?
Vooronderstelling komt naar boven = punt is kortaf en dit is onvriendelijk en negatief

- Vooronderstellingen schuilen niet enkel achter woorden = ook achter beelden
 Bijvoorbeeld: Beeld van de 2 papa`s
Welke vooronderstelling?
Struikelen over ziekenhuisbed en ziekenhuisbandjes = verbazing
2 mannen kunnen niet bevallen van kinderen
Dit is de vanzelfsprekendheid
Waarom zouden ze dit doen?
Context genomen waar normaal bevallingen zich bevinden/ situeren
In dezelfde context maar het wringt toch
Vooronderstelling = 2 mannen die 2 kinderen hebben is een normale gang van zaken en
dit is natuurlijk of kan natuurlijk zijn
Filosofische vraag? = Is het natuurlijk/normaal dat 2 mensen van hetzelfde geslacht
kinderen kunnen krijgen net zoals 2 mensen van een verschillend geslacht?
= Openheid zodat mensen die voor en tegen zijn hun mening nog kunnen geven!
Filosofische vraag
- De filosofische vraag bevraagt de vooronderstelling en wil zo de ‘juistheid’ van de stelling
testen.
 Vraag moet neutraal zijn!! = voor- en tegenstanders moeten hierop kunnen reageren
 Dit houdt in dat de filosofische vraag dicht bij de vooronderstelling blijft ook qua
formulering!!!
 Vraag formuleren en je gebruikt meer extra woorden of andere woorden = je zit
te ver van je vooronderstelling!!!




3

, Aannemelijke antwoorden
- De filosofische vraag vraagt om redenen waarom een stelling en bijhorende
vooronderstellingen voor ‘waar’ worden aangenomen.
 Ook bij het antwoorden gelden de filosofische spelregels. Bijgevolg moeten de
antwoorden redelijk zijn.
 Sluit alles uit van emoties, intuïties, gezag of boven redelijke bron!
 De logica helpt hierbij = altijd zorgen dat argumentatie logisch opgebouwd is
Argumenten geven, anderen kunnen dit volgen en gaan kunnen inzien of
iemand gelijk heeft of net niet
 Wetenschap is een moeilijk, als je beroep doet op gezag van de wetenschap mag
het niet. Als je een artikel hebt bestudeerd en je begrijpt dit dan kan dit wel
gebruikt worden.
Bijvoorbeeld: Mondmasker opzetten zodat virussen minder kunnen verspreiden
via de lucht,… is goed, als je zegt dat dit moet omdat Steven Van Gucht dit
gezegd heeft kan dit NIET!
 Ieder antwoord op de filosofische vraag is tijdelijk = aannemelijk = op dit moment
kunnen we dit goed onderbouwen maar misschien weet iemand iets beter, verandert er
iets, …
 Er kunnen in de toekomst altijd andere en meer aannemelijke redenen worden
aangedragen die het antwoord veranderen.
 Zo voorkomt de filosofische methode zelfzekerheid = altijd in beweging
De filosoof weet dat hij niets met zekerheid weet (cf. Socrates).
 Spelen met logica: een tegenvoorbeeld!
Examentruc
Examen bespreken = stuk mondeling examen
Evaluatiecriteria = je moet in discussie gaan met je leergroep-coaches
Kans om hem direct onderuit te halen is klein maar als je een tegenvoorbeeld kunt geven
dan kan dit wel!

- Foute redeneringen = op schriftelijk examen!!!
 Latijnse namen niet kennen maar fenomenen wel kennen en kunnen uitleggen
 Post hoc, propter hoc = na dit, dus dit
 Je gaat ervan uit dat 2 fenomenen met elkaar verbonden zijn als oorzaak-gevolg
 Bijvoorbeeld: Als het regent, is de straat nat, dus als de straat nat is, heeft het
geregend
 Cum hoc, propter hoc = met dit, dus dit
 2 fenomenen met elkaar verbinden die misschien niks met elkaar te maken
hebben
 Bijvoorbeeld: Jan dronk te veel voor het ongeval, dus het ongeval kwam doordat
hij te veel had gedronken
Dit kan ook door andere dingen veroorzaakt zijn
 Onterechte generalisatie/ particularisatie
 Generalisatie = Je gaat 1 situatie veralgemenen = je hebt 1 aangename ervaring
dus gaat ervan uit dat het iets aangenaam is
Bijvoorbeeld: 1 les van de leergroep dat is meegevallen dus dit zal volgende keer
ook wel meevallen



4
$7.29
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
zoeclymans

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
zoeclymans Thomas More Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
1 week
Number of followers
0
Documents
21
Last sold
1 week ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions