Samenvatting TIJDEN FRANS A

De tijden

L’impératif = de gebiedende wijs (A2)

Règle générale

3 vormen:
- Tu
- Nous
- Vous

Tu:
- Raad of bevel aan één iemand.
• Hiervoor werkwoord 1e persoon enkelvoud nodig (je)

Vb. Jan beveelt Jef om bij haar te komen. à Viens, Jef!

Venir komen à 1e persoon enkelvoud = “je viens” à “je” weg à uitroepteken

Nous:
- Laten we “laten we” à je maakt zelf deel uit van de groep

Vb. remercions madama!

Remercier (bedanken à eerste persoon meervoud = “nous remercions” à “nous” weg
à uitroepteken

Vous:
- Raad of bevel aan een groep.

Vb. Kom, mevrouw à Venez, Madame!

Venir (komen) à 2e persoon meervoud = “vous venez” à”vous” weg à uitroepteken


Formes spéciales

Vb.
Sois Wees Sois raisonnable! (= wees redelijk!)
Être Soyons Laten we eijn
Soyez Wees Soyez à l’heure (= wees op tijd!)

Vb.
Aie Heb
Avoir Ayons Laten we hebben
Ayez Heb Ayez pitié de nous! (= heb medelijden met
ons!)

, Vb.
Va Ga Va à l’ecole (= ga naar school!)
Aller Allons Laten we gaan
Allez Ga


Sache Weet
Savoir Sachons Laten we weten
Sachez Weet

Vb.
Veuille Wil/gelieve
Vouiloir Veuillons Laten we willen
Veuillez Wil/gelieve Veuillez fermer la porte! (= gelieve de deur
te sluiten!)

Les verbes pronominaux

Positief = Verbe + pronom

Vb. Se laver = lave-toi! / lavons-nous / levez-vous!

Negatief = ne + pronom + verbe + pas

Vb. ne te lave pas / ne nous lavons pas / ne vous lavez pas

TE = TOI