Klinisch redeneren
Opleiding Verpleegkunde deeltijd
Titel module Klinisch redeneren en indiceren
Titel EVL Klinisch redeneren
Code EVL VPK21D20
,Inhoudsopgave
Voorwoord.............................................................................................................................................3
1. Casus...................................................................................................................................................4
2. Verpleegkundige problemen (diagnoses)...........................................................................................6
Uitwerking diagnoses.........................................................................................................................6
Diagnose 1: Chronische pijn en achteruitgang bewegingsmogelijkheden.....................................7
Diagnose 2: Angstklachten.............................................................................................................9
Diagnose 3: Overbelasting mantelzorger......................................................................................11
3. Procesevaluatie................................................................................................................................13
4. Literatuurlijst....................................................................................................................................15
Bijlagen.................................................................................................................................................18
Bijlage A. Anamnese.........................................................................................................................18
Bijlage B. Onderzoek EBP..................................................................................................................19
Bijlage C. Feedbackformulier............................................................................................................22
2
, Voorwoord
Voor u ligt het toetsonderdeel voor EVL 2.1
Het beroepsproduct is gebaseerd op een 91-jarige cliënt uit de thuiszorgsetting binnen Vérian
Vaassen. Zij is bekend met artrose in de handen, artritis schouder rechts, en verergerende
angstklachten. Dit leidt tot hartkloppingen, benauwdheid en slapeloosheid. Ze woont alleen in een
groot oud huis, ze staat op de wachtlijst voor de Klaarbeek, een verpleeg- en verzorgingshuis.
Wegens zichtbare achteruitgang zowel mentaal en fysiek wordt de deskundigheid in zorg binnenkort
verandert van verzorgende plus naar Verzorgende Individuele Gezondheidszorg (VIG) en hoger. Ik zie
cliënt twee keer in de week en bemerk dat ze goede als slechte dagen heeft. Ze is cognitief sterk
meer ziet zelf in dat haar lichaam niet meer meewerkt zoals zij dit wil. Ze klaagt steeds meer over
vermoeidheid, druk op de borst en angstklachten.
De casus betreft cliënt- als case complexiteit. Door multifactoriële problematiek wordt er gesproken
van patiënt complexiteit, door overbelasting mantelzorg en functionele achteruitgang op lichamelijk
als op psychisch en sociaal gebied is er sprake van case complexiteit. Dit uit zich in toenemende
chronische pijn, een grotere interval in angstaanvallen en intensivering van de ADL (algemeen
dagelijkse levensverrichtingen).
De omschrijving van de EVL volgens toetsopdracht is als volgt (Windesheim, 2023-2024): ‘’De
professional stelt, in samenwerking met de mens en diens naasten, de behoefte aan zorg vast op
lichamelijk, psychisch, functioneel en sociaal gebied bij een complexe zorgvraag uit de eigen
beroepspraktijk’’.
Voor het verpleegplan is de structuur van het classificatiesysteem van Omaha aangehouden
(Indiceren met Omaha System, 2023). Dit bedraagt als volgt: gegevens verzamelen, vaststellen
verpleegkundige diagnoses, doel opstellen, interventies opstellen en tot slot monitoren en
evalueren. Voor het onderdeel gegevens verzamelen is er gekozen om de anamnese volgens gezonde
positiviteit van Machteld Huber in te zetten. Hierin worden de volgende zes dimensies inzichtelijk
gemaakt: zes dimensies: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven,
meedoen en dagelijks functioneren. De verpleegkundige diagnoses zijn volgens het PES (probleem,
etiologie en symptomen) methode uitgewerkt. Daarna zijn de doelen volgens het SMART principe
(specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden) opgesteld. Tot slot zijn de interventies
volgens de principes van Evidence Based Practice (EBP) uitgewerkt, en zijn opties voor uitvoeren van
evaluaties benoemd.
3