Onderwijsgroep 6. Inleiding in de Orthopedagogiek
Leerdoelen bij probleem 5.
Gelezen bronnen:
Hoofdstuk 17 en 19 uit Van der Ploeg
Rijksoverheid site
Wanneer is er sprake van een verstandelijke beperking? Hoe kan het ontstaan?
En hoe vaak komt het voor?
Meest gehanteerde definitie van de AAID (American Association on Intellectual and
Developmental Disabilities): functioneringsproblemen die worden gekenmerkt door
significante beperkingen in het intellectuele functioneren als in het adaptieve gedrag zoals tot
uitdrukking komt in conceptuele, sociale en praktische vaardigheden. Deze problemen zijn
ontstaan vóór het 18e levensjaar.
De mate en aard van de ondersteuning leidt tot een indeling. Deze is niet meer naar
intelligentie/IQ, maar naar vier intensiteiten van ondersteuning in samenhang met IQ:
1. Verstandelijke beperking licht (IQ 55-70)
Af en toe; onregelmatig, kortdurend en in slechts één omgeving
2. Matig (IQ 40-55)
Beperkt; regelmatig, kortdurend en in slechts één omgeving
3. Ernstig (25-40)
Uitgebreid; regelmatig, langdurig en in meer omgevingen
4. Zeer ernstig (IQ<25)
Veelomvattend/intensief; regelmatig, continu en in alle omgevingen
5 aandachtspunten, letten bij vaststellen
1. Kijken naar omgeving en leeftijd, cultuur
2. Andere factoren kunnen functioneren beïnvloeden taal, cultuur
3. Tekort in domein 1, sterke punten in domein 2
4. Uiteindelijke doel = plan voor ondersteuning
5. Uitgaan van verbetering bij langere ondersteuning
4 visies Rioux:
1. Bio medische benadering = bepaalde lichamelijke structuur of functie is afwezig,
medische/therapeutische interventie medicatie
2. Functioneel = nadruk op beperkingen agv stoornis, training en
ontwikkelingsprogramma
3. Omgeving = interactie tussen persoon met vb en omgeving, ouders en school
4. Mensenrechten/sociaal politiek = handicap is gevolg van maatschappelijke
systemen, gezien als handicap omdat je anders bent, mensen kunnen deelnemen
aan samenleving
Sociaal Ecologisch Referentiekader (SER) = beschrijft functioneren en problemen van
mens. Functioneren beïnvloed door interactie omgeving en beperking (Bronfenbrenner).
2 internationale organisaties: 1: ICF = international classification of function (kader van
WGO), 2: VN
Leerdoelen bij probleem 5.
Gelezen bronnen:
Hoofdstuk 17 en 19 uit Van der Ploeg
Rijksoverheid site
Wanneer is er sprake van een verstandelijke beperking? Hoe kan het ontstaan?
En hoe vaak komt het voor?
Meest gehanteerde definitie van de AAID (American Association on Intellectual and
Developmental Disabilities): functioneringsproblemen die worden gekenmerkt door
significante beperkingen in het intellectuele functioneren als in het adaptieve gedrag zoals tot
uitdrukking komt in conceptuele, sociale en praktische vaardigheden. Deze problemen zijn
ontstaan vóór het 18e levensjaar.
De mate en aard van de ondersteuning leidt tot een indeling. Deze is niet meer naar
intelligentie/IQ, maar naar vier intensiteiten van ondersteuning in samenhang met IQ:
1. Verstandelijke beperking licht (IQ 55-70)
Af en toe; onregelmatig, kortdurend en in slechts één omgeving
2. Matig (IQ 40-55)
Beperkt; regelmatig, kortdurend en in slechts één omgeving
3. Ernstig (25-40)
Uitgebreid; regelmatig, langdurig en in meer omgevingen
4. Zeer ernstig (IQ<25)
Veelomvattend/intensief; regelmatig, continu en in alle omgevingen
5 aandachtspunten, letten bij vaststellen
1. Kijken naar omgeving en leeftijd, cultuur
2. Andere factoren kunnen functioneren beïnvloeden taal, cultuur
3. Tekort in domein 1, sterke punten in domein 2
4. Uiteindelijke doel = plan voor ondersteuning
5. Uitgaan van verbetering bij langere ondersteuning
4 visies Rioux:
1. Bio medische benadering = bepaalde lichamelijke structuur of functie is afwezig,
medische/therapeutische interventie medicatie
2. Functioneel = nadruk op beperkingen agv stoornis, training en
ontwikkelingsprogramma
3. Omgeving = interactie tussen persoon met vb en omgeving, ouders en school
4. Mensenrechten/sociaal politiek = handicap is gevolg van maatschappelijke
systemen, gezien als handicap omdat je anders bent, mensen kunnen deelnemen
aan samenleving
Sociaal Ecologisch Referentiekader (SER) = beschrijft functioneren en problemen van
mens. Functioneren beïnvloed door interactie omgeving en beperking (Bronfenbrenner).
2 internationale organisaties: 1: ICF = international classification of function (kader van
WGO), 2: VN
