KINESITHERAPEUTISCH ONDERZOEK - KINESIOLOGIE
1. De heup
I. Inleiding
● Femoro-acetabulair gewricht: tussen femur en acetabulum
● 21 spieren, 5 belangrijke ligamenten
● 3D-beweging: ante-/retroflexie, ab-/adductie, endo-/exorotatie
● Spieren zorgen voor stabiliteit (d.m.v. compressiekrachten) en voor beweging
II. Femoro-acetabulair gewricht
1.2.1 Osteologie en osteokinematica
● Osteologie
- Caput femoris: ellipsvormig, volledig bedekt met kraakbeen
- Acetabulum: 3 bekkenbeenderen komen samen, vormen samen
acetabulum
⇒ Os ilium
⇒ Os pubis
⇒ Os ischium
- Labrum acetabulare: verdiept de gewrichtskom
● Bekken: functies
- Ankerpunt grote spieren van romp en onderste lidmaat
- Krachten van onderste lidmaat overdragen naar bovenste lidmaat
- Gewicht bovenlichaam overbrengen via tubera ischiadica bij zitten
- Bekkenbodem ondersteunen
● Heuppathologie: bij
- Kinderen (aangeboren, congenitaal)
- Jeugd en sportactieve populatie
- Ouderen: fracturen en artrose
1.2.2 Arthrokinematica
● Rol-glijmechanisme: heup is convex-concaaf gewricht, rol-glijregel geldt
- Flexie heup in OKK: gewrichtskop rolt naar voorzijde acetabulum en glijdt
naar achterzijde
- Extensie heup in OKK: gewrichtskop rolt naar achterzijde acetabulum en glijdt
naar voorzijde
- Flexie heup in GKK: acetabulum rolt over kop naar voorzijde, glijdt ook naar
voorzijde
- Extensie heup in GKK: acetabulum rolt over kop rolt naar achterzijde, glijdt ook
naar achterzijde
● Arthrologie:
- Caput femoris past in fossa acetabuli die door labrum acetabulare verdiept is
1
, - Gewrichtskapsel: zorgt voor stabiliteit van gewricht
- Ligamenten: 1 intracapsulair ligament, 4
extracapsulaire ligamenten
⇒ Zorgen voor stabiliteit van gewricht
⇒ Bescherming van gewricht door beperking van
bewegingen
1.2.3 Stabilisatoren
● Ligamenten: niet-contractiel, bewegingen afremmen,
gewricht stabiliseren
- Extracapsulaire ligamenten: 4
⇒ Lig. Iliofemorale = lig. van Bertini = lig. van Bigelow → Ventraal
- Heeft een mediaal en een lateraal stuk (of inferieur en superieur)
- Beperking exorotatie in flexie
- Beperking exorotatie in neutrale positie en extensiepositie
- Beperking extensie heup
- Beperking adductie in extensiepositie van de heup
- Beperking romp naar achteren kantelen bij staan, niet bij flexie
⇒ Lig. Pubofemorale → Ventraal
- Beperking exorotatie in extensie (vnl.)
- Beperking abductie heup
⇒ Lig. Ischiofemorale → Dorsaal
- Beperking endorotatie in neutrale positie
- Beperking endorotatie bij combinatie flexie, adductie, endorotatie
= FADIR: flexie, adductie, interne rotatie
⇒ Zona orbicularis (= ringvormige verdikking van het kapsel) → Peri-articulair
- Ring om femurhals
- Zorgt voor tractiestabiliteit
- Intracapsulair ligament: 1
⇒ Lig. Capitis femoris = lig. Teres
- Beperking exorotatie bij flexie gecombineerd met abductie of adductie
- Geen impact op endorotatie
● Closed packed position (CPP) en loose packed position (LPP):
- CPP: maximale extensie (gecombineerd met adductie, endorotatie)
- LPP: 30° flexie, 30° abductie, lichte exorotatie
⇒ Patiënt automatisch LPP aannemen bij intra-articulaire pathologie: minste
druk, minste pijn
- Capsulair patroon van de heup: endo >> flexie = abductie > extensie
2
, Heupstand Ligamenten in spanning Ligamenten ontspannen
Flexie / Alle capsulaire ligamenten
Extensie Alle capsulaire ligamenten, /
vnl. Lig. iliofemorale (inferior)
Abductie Lig. ischiofemorale, Lig. iliofemorale
lig. pubofemorale
Adductie Lig. iliofemorale Lig. ischiofemorale,
lig. pubofemorale
Exorotatie Lig. iliofemorale (superior), Lig. ischiofemorale
lig. pubofemorale
Endorotatie Lig. ischiofemorale Lig. pubofemorale,
lig. iliofemorale (superior)
1.2.4 Spierwerk
● Myologie:
- Spieren: contractiel weefsel
- Spieren veroorzaken of controleren een beweging
- Spier kan enkel beweging uitlokken als die het gewricht overbrugt
- Spierfuncties bij de heup:
⇒ Flexie: als spier ventraal de latero-laterale as van het gewricht overkruist
⇒ Extensie: als spier dorsaal de latero-laterale as van het gewricht overkruist
⇒ Endorotatie: als spier ventraal de cranio-caudale as van het gewricht
overkruist én haar vastpunt mediaal van deze as gelegen is
⇒ Exorotatie: als spier dorsaal de cranio-caudale as van het gewricht
overkruist én haar vastpunt mediaal van deze as gelegen is
- Als spier meerdere assen kruist, heeft ze ook meerdere spierfuncties
- Grootte van de machtarm is bepalend voor de kracht van de spier
⇒ Ideale spier: krachtig + grote machtarm
● Flexie en extensie door de latero-laterale as:
3
1. De heup
I. Inleiding
● Femoro-acetabulair gewricht: tussen femur en acetabulum
● 21 spieren, 5 belangrijke ligamenten
● 3D-beweging: ante-/retroflexie, ab-/adductie, endo-/exorotatie
● Spieren zorgen voor stabiliteit (d.m.v. compressiekrachten) en voor beweging
II. Femoro-acetabulair gewricht
1.2.1 Osteologie en osteokinematica
● Osteologie
- Caput femoris: ellipsvormig, volledig bedekt met kraakbeen
- Acetabulum: 3 bekkenbeenderen komen samen, vormen samen
acetabulum
⇒ Os ilium
⇒ Os pubis
⇒ Os ischium
- Labrum acetabulare: verdiept de gewrichtskom
● Bekken: functies
- Ankerpunt grote spieren van romp en onderste lidmaat
- Krachten van onderste lidmaat overdragen naar bovenste lidmaat
- Gewicht bovenlichaam overbrengen via tubera ischiadica bij zitten
- Bekkenbodem ondersteunen
● Heuppathologie: bij
- Kinderen (aangeboren, congenitaal)
- Jeugd en sportactieve populatie
- Ouderen: fracturen en artrose
1.2.2 Arthrokinematica
● Rol-glijmechanisme: heup is convex-concaaf gewricht, rol-glijregel geldt
- Flexie heup in OKK: gewrichtskop rolt naar voorzijde acetabulum en glijdt
naar achterzijde
- Extensie heup in OKK: gewrichtskop rolt naar achterzijde acetabulum en glijdt
naar voorzijde
- Flexie heup in GKK: acetabulum rolt over kop naar voorzijde, glijdt ook naar
voorzijde
- Extensie heup in GKK: acetabulum rolt over kop rolt naar achterzijde, glijdt ook
naar achterzijde
● Arthrologie:
- Caput femoris past in fossa acetabuli die door labrum acetabulare verdiept is
1
, - Gewrichtskapsel: zorgt voor stabiliteit van gewricht
- Ligamenten: 1 intracapsulair ligament, 4
extracapsulaire ligamenten
⇒ Zorgen voor stabiliteit van gewricht
⇒ Bescherming van gewricht door beperking van
bewegingen
1.2.3 Stabilisatoren
● Ligamenten: niet-contractiel, bewegingen afremmen,
gewricht stabiliseren
- Extracapsulaire ligamenten: 4
⇒ Lig. Iliofemorale = lig. van Bertini = lig. van Bigelow → Ventraal
- Heeft een mediaal en een lateraal stuk (of inferieur en superieur)
- Beperking exorotatie in flexie
- Beperking exorotatie in neutrale positie en extensiepositie
- Beperking extensie heup
- Beperking adductie in extensiepositie van de heup
- Beperking romp naar achteren kantelen bij staan, niet bij flexie
⇒ Lig. Pubofemorale → Ventraal
- Beperking exorotatie in extensie (vnl.)
- Beperking abductie heup
⇒ Lig. Ischiofemorale → Dorsaal
- Beperking endorotatie in neutrale positie
- Beperking endorotatie bij combinatie flexie, adductie, endorotatie
= FADIR: flexie, adductie, interne rotatie
⇒ Zona orbicularis (= ringvormige verdikking van het kapsel) → Peri-articulair
- Ring om femurhals
- Zorgt voor tractiestabiliteit
- Intracapsulair ligament: 1
⇒ Lig. Capitis femoris = lig. Teres
- Beperking exorotatie bij flexie gecombineerd met abductie of adductie
- Geen impact op endorotatie
● Closed packed position (CPP) en loose packed position (LPP):
- CPP: maximale extensie (gecombineerd met adductie, endorotatie)
- LPP: 30° flexie, 30° abductie, lichte exorotatie
⇒ Patiënt automatisch LPP aannemen bij intra-articulaire pathologie: minste
druk, minste pijn
- Capsulair patroon van de heup: endo >> flexie = abductie > extensie
2
, Heupstand Ligamenten in spanning Ligamenten ontspannen
Flexie / Alle capsulaire ligamenten
Extensie Alle capsulaire ligamenten, /
vnl. Lig. iliofemorale (inferior)
Abductie Lig. ischiofemorale, Lig. iliofemorale
lig. pubofemorale
Adductie Lig. iliofemorale Lig. ischiofemorale,
lig. pubofemorale
Exorotatie Lig. iliofemorale (superior), Lig. ischiofemorale
lig. pubofemorale
Endorotatie Lig. ischiofemorale Lig. pubofemorale,
lig. iliofemorale (superior)
1.2.4 Spierwerk
● Myologie:
- Spieren: contractiel weefsel
- Spieren veroorzaken of controleren een beweging
- Spier kan enkel beweging uitlokken als die het gewricht overbrugt
- Spierfuncties bij de heup:
⇒ Flexie: als spier ventraal de latero-laterale as van het gewricht overkruist
⇒ Extensie: als spier dorsaal de latero-laterale as van het gewricht overkruist
⇒ Endorotatie: als spier ventraal de cranio-caudale as van het gewricht
overkruist én haar vastpunt mediaal van deze as gelegen is
⇒ Exorotatie: als spier dorsaal de cranio-caudale as van het gewricht
overkruist én haar vastpunt mediaal van deze as gelegen is
- Als spier meerdere assen kruist, heeft ze ook meerdere spierfuncties
- Grootte van de machtarm is bepalend voor de kracht van de spier
⇒ Ideale spier: krachtig + grote machtarm
● Flexie en extensie door de latero-laterale as:
3