COMMUNICATIEWETENSCHAP
PROF. S. EGGERMONT
KU LEUVEN
FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN
,HOOFDSTUK 1: INLEIDING
Doelstellingen:
- Introductie tot diverse subdomeinen binnen de communicatiewetenschap: theorieën, concepten,
(belangrijkste) auteurs
- Kennen (maar ook begrijpen, toepassen, vergelijken)
Communicatiewetenschappen = jonge wetenschappelijke discipline
Communicatiewetenschappelijke fenomenen -> niet nieuw
4 invalshoeken basis communicatiewetenschappelijk denken:
- Retoriek: tactieken gedachten publiek te beïnvloeden (Aristoteles)
- Propaganda en media-effecten
- Informatietheorie: hoe informatie elektronisch versturen?
- Groepsdynamica: leiderschap en invloed die mensen op elkaar uitoefenen in kleine groepen
INVLOED OP DE PUBLIEKE OPINIE
Vluchteling oorlog Syrië, jongentje aangestrand Turkije
Foto werd voorpagina van bijna alle kranten, ging heel de wereld rond
Gehoopt dat EU er anders mee ging omgaan, overtuiging dat er iets ging veranderen
Is niet zo -> we zijn het vergeten, had geen invloed
Paradox: we denken dat invloed van de media gigantisch is maar net dan is de invloed klein, en ook
tegenovergesteld
Vb. Vroeger Greenpeace (jaren 80) probeerde media-aandacht te trekken, lukte hen ook -> tot op
de dag van vandaag nog steeds weinig veranderd, geen impact op de samenleving
Experten zijn nodig in de samenleving (communicatiewetenschappers)
HOE ANDEREN OVERTUIGEN?
Politieke besluitvorming wordt bepaald door het publieke forum (media)
Vb. Schotland onafhankelijk
Vb. Obama verkiezingen gewonnen dankzij sociale media
COMMUNICATIE = ESSENTIEEL VOOR ORGANISATIES
Bedrijven kunnen een groot publiek bereiken via media
Massamarkt: een v/d redenen = massamedia (stellen bedrijven in staat om een massaal publiek te
bereiken)
Niet enkel economische markt, ook communicatief (hele samenleving bereiken)
Keerzijde: als men heel bekend is => ook sneller vatbaar voor kritiek
Vb. Coca-Cola: kunstenaar logo gemaakt met menselijke organen die aangetast worden door de
zoete frisdrank
JOURNALISTIEKE DEONTOLOGIE
Moeilijk in te schatten hoe je publiek reageert -> gevoelig evenwicht zender en ontvanger
Deontologie = denkkader
Vb. Zaak-Stevaert = voorbeeld van hoe het niet moet:
o Bekende politicus die zelfmoord heeft gepleegd, was verdwenen
o Media is er op een ongevoelige manier mee omgegaan, omdat men nog niet wist wat er
was gebeurd
, Vb. Complexe relatie tussen sociale media en mentaal welzijn jongeren
, HOOFDSTUK 2: BASISCONCEPTEN EN MODELLEN
2.2 WAT IS COMMUNICATIE?
Etymologie van het begrip ‘communicatie’: iets gemeenschappelijk maken, delen met iemand anders
Woordenboekdefinities: transmissie versus gemeenschappelijk maken
- Van Dale: communicatie =
1) Mededeling, kennisgeving: klemtoon zender (Vb. verloving, huwelijk, geboorte, …)
2) Verbinding: communicatie als “transport” (Vb. stoomboot voorziet communicatie tussen
beide plaatsen)
3) (mogelijkheid tot) uitwisseling van gedachten, het geestelijk met elkaar verkeren:
communicatie = geen eenduidig proces: klemtoon: uitwisseling (Vb. gewone intermenselijke
communicatie)
Wetenschappelijke definities communicatie: talrijk
Verschillende accenten: ontvanger, zender, verbinding, …
Definitie = goed wanneer zij:
- Bruikbaar of operationeel is binnen bepaalde wetenschappelijke visie, benadering, veld
- Logisch coherent is
- Niet tegengesproken wordt door de waarneembare werkelijkheid
- Toelaat het gedefinieerde nauwkeurig te onderscheiden van andere maatschappelijke
verschijnselen
Twee belangrijke visies op communicatie:
School: bepaalde groep wetenschappers die een visie delen
Processchool ziet communicatie als transmissie van boodschappen, proces:
- Nadruk op hoe zender en ontvanger encoderen en decoderen, hoe kanalen en media efficiënt
kunnen worden ingezet
Encoderen: gedachten omzetten in een code die voor het publiek begrijpelijk is (zender)
Kanaal: vb. Microfoon die professor gebruikt
- Communicatie is een (beïnvloedings-)proces
De communicatie heeft een bedoeling
- Verschil tussen output en input (betekenisgeving) is een ‘fout’ (vb. slechte akoestiek = een fout)
- Basis: psychologie en sociologie: proberen gedrag in kaart te brengen, systematisch proberen uit
te leggen
- Richt zich primair op communicatieactiviteiten (“acts of communication”)
Communicatiegedrag dat men wil bestuderen
“Act”: daad die je met intentie uitvoert (zie later: speech acts-theorie)
Betekeniscreatieschool ziet communicatie als productie en uitwisseling van betekenissen
Draait vooral om de boodschap, betekenis Vb. wat is het om een vrouw in een samenleving te zijn,
gelovig te zijn,…
o Samenleving = geheel van gedeelde betekenissen
Nadruk op hoe boodschappen of teksten interageren met mensen om zo betekenissen tot stand
te brengen
Afwijkingen tussen zender en ontvanger niet noodzakelijk als “fout” beschouwd, maar bv. als
culturele verschillen tussen partijen
Gaat erom dat er boodschappen worden uitgewisseld en geïnterpreteerd worden
PROF. S. EGGERMONT
KU LEUVEN
FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN
,HOOFDSTUK 1: INLEIDING
Doelstellingen:
- Introductie tot diverse subdomeinen binnen de communicatiewetenschap: theorieën, concepten,
(belangrijkste) auteurs
- Kennen (maar ook begrijpen, toepassen, vergelijken)
Communicatiewetenschappen = jonge wetenschappelijke discipline
Communicatiewetenschappelijke fenomenen -> niet nieuw
4 invalshoeken basis communicatiewetenschappelijk denken:
- Retoriek: tactieken gedachten publiek te beïnvloeden (Aristoteles)
- Propaganda en media-effecten
- Informatietheorie: hoe informatie elektronisch versturen?
- Groepsdynamica: leiderschap en invloed die mensen op elkaar uitoefenen in kleine groepen
INVLOED OP DE PUBLIEKE OPINIE
Vluchteling oorlog Syrië, jongentje aangestrand Turkije
Foto werd voorpagina van bijna alle kranten, ging heel de wereld rond
Gehoopt dat EU er anders mee ging omgaan, overtuiging dat er iets ging veranderen
Is niet zo -> we zijn het vergeten, had geen invloed
Paradox: we denken dat invloed van de media gigantisch is maar net dan is de invloed klein, en ook
tegenovergesteld
Vb. Vroeger Greenpeace (jaren 80) probeerde media-aandacht te trekken, lukte hen ook -> tot op
de dag van vandaag nog steeds weinig veranderd, geen impact op de samenleving
Experten zijn nodig in de samenleving (communicatiewetenschappers)
HOE ANDEREN OVERTUIGEN?
Politieke besluitvorming wordt bepaald door het publieke forum (media)
Vb. Schotland onafhankelijk
Vb. Obama verkiezingen gewonnen dankzij sociale media
COMMUNICATIE = ESSENTIEEL VOOR ORGANISATIES
Bedrijven kunnen een groot publiek bereiken via media
Massamarkt: een v/d redenen = massamedia (stellen bedrijven in staat om een massaal publiek te
bereiken)
Niet enkel economische markt, ook communicatief (hele samenleving bereiken)
Keerzijde: als men heel bekend is => ook sneller vatbaar voor kritiek
Vb. Coca-Cola: kunstenaar logo gemaakt met menselijke organen die aangetast worden door de
zoete frisdrank
JOURNALISTIEKE DEONTOLOGIE
Moeilijk in te schatten hoe je publiek reageert -> gevoelig evenwicht zender en ontvanger
Deontologie = denkkader
Vb. Zaak-Stevaert = voorbeeld van hoe het niet moet:
o Bekende politicus die zelfmoord heeft gepleegd, was verdwenen
o Media is er op een ongevoelige manier mee omgegaan, omdat men nog niet wist wat er
was gebeurd
, Vb. Complexe relatie tussen sociale media en mentaal welzijn jongeren
, HOOFDSTUK 2: BASISCONCEPTEN EN MODELLEN
2.2 WAT IS COMMUNICATIE?
Etymologie van het begrip ‘communicatie’: iets gemeenschappelijk maken, delen met iemand anders
Woordenboekdefinities: transmissie versus gemeenschappelijk maken
- Van Dale: communicatie =
1) Mededeling, kennisgeving: klemtoon zender (Vb. verloving, huwelijk, geboorte, …)
2) Verbinding: communicatie als “transport” (Vb. stoomboot voorziet communicatie tussen
beide plaatsen)
3) (mogelijkheid tot) uitwisseling van gedachten, het geestelijk met elkaar verkeren:
communicatie = geen eenduidig proces: klemtoon: uitwisseling (Vb. gewone intermenselijke
communicatie)
Wetenschappelijke definities communicatie: talrijk
Verschillende accenten: ontvanger, zender, verbinding, …
Definitie = goed wanneer zij:
- Bruikbaar of operationeel is binnen bepaalde wetenschappelijke visie, benadering, veld
- Logisch coherent is
- Niet tegengesproken wordt door de waarneembare werkelijkheid
- Toelaat het gedefinieerde nauwkeurig te onderscheiden van andere maatschappelijke
verschijnselen
Twee belangrijke visies op communicatie:
School: bepaalde groep wetenschappers die een visie delen
Processchool ziet communicatie als transmissie van boodschappen, proces:
- Nadruk op hoe zender en ontvanger encoderen en decoderen, hoe kanalen en media efficiënt
kunnen worden ingezet
Encoderen: gedachten omzetten in een code die voor het publiek begrijpelijk is (zender)
Kanaal: vb. Microfoon die professor gebruikt
- Communicatie is een (beïnvloedings-)proces
De communicatie heeft een bedoeling
- Verschil tussen output en input (betekenisgeving) is een ‘fout’ (vb. slechte akoestiek = een fout)
- Basis: psychologie en sociologie: proberen gedrag in kaart te brengen, systematisch proberen uit
te leggen
- Richt zich primair op communicatieactiviteiten (“acts of communication”)
Communicatiegedrag dat men wil bestuderen
“Act”: daad die je met intentie uitvoert (zie later: speech acts-theorie)
Betekeniscreatieschool ziet communicatie als productie en uitwisseling van betekenissen
Draait vooral om de boodschap, betekenis Vb. wat is het om een vrouw in een samenleving te zijn,
gelovig te zijn,…
o Samenleving = geheel van gedeelde betekenissen
Nadruk op hoe boodschappen of teksten interageren met mensen om zo betekenissen tot stand
te brengen
Afwijkingen tussen zender en ontvanger niet noodzakelijk als “fout” beschouwd, maar bv. als
culturele verschillen tussen partijen
Gaat erom dat er boodschappen worden uitgewisseld en geïnterpreteerd worden