Hoofdstuk 15: Operante conditionering:
§15.1: Wat is operant conditioneren:
Operant conditioneren ook wel instrumenteel conditioneren genoemd is een
veelvoorkomende manier om nieuw gedrag aan te leren. Gedrag kan aangeboren zijn of
nagebootst worden door van anderen af te kijken, maar dna noem je het geen operant
conditioneren meer. Het is wel operant conditioneren als je aan bepaald gedrag een positief
effect ondervindt: je doet A, daardoor krijg je B. B pakt positief uit, dus ga je A vaker doen.
Kort samengevat is iets operant conditioneren als je bepaald gedrag vertoont dat een
positief effect heeft en je het gedrag dus vaker gaat uitvoeren. Het geldt ook zo de andere
kant op. Als je gedrag iets negatiefs uitlokt, zal je het waarschijnlijk niet zo snel meer doen.
Goed gedrag wordt beloond en stout gedrag wordt bestraft.
Psycholoog Burrhus Skinner voerde veel onderzoeken uit met ratten, duiven en andere
dieren.Hij had een toestel uitgevonden om proeven mee te doen: de Skinner-box. Omdat
taal geen rol speelt bij het operant conditioneren kan je het gemakkelijk met dieren doen. Als
beloning ga Skinner eten. Hij leerde de dieren allerlei vaardigheden door ze voor het
gewenste gedrag te belonen. Zo leerde hij twee duiven hoe ze moesten pingpongen.
Het is beter om over versterking of bekrachtiging te spreken. Dit is alles dat gewenst
gedrag doet toenemen. Maar door alleen maar beloond te worden ga je ook verlangen naar
straf. Je krijgt namelijk een soort schuldgevoel door alles alleen maar goed te doen. Zo kan
een kind dat behoefte heeft aan aandacht zich heel vervelend gaan gedragen. Het effect is
dat er gemopperd wordt, maar ook dat is aandacht voor het kind. Bij positieve
bekrachtiging voeg je iets toe aan de beloning. Bijvoorbeeld geld, voedsel, etc. Bij
negatieve bekrachtiging neem je iets weg. Denk aan een telefoon, computer, etc.
Een speciale manier om te belonen is met tokens. Tokens zijn kruisjes, stickers, etc. Net
zoals bij de supermarkt spaaracties. Het tokenssysteem is een effectieve manier zonder dat
je echt iets hoeft te geven. Je geeft pas iets als je een bepaald aantal dingen hebt voltooid.
Om te bepalen wat voor beloning diegene krijgt moet je kijken naar hoe je iemand kan
beïnvloeden. Kijkt diegene graag films, dan is de beloning een film kijken. Dit noem je het
Premack-principe.
Om complex gedrag aan te leren moet je dit in kleien stapjes doen, want deze zijn
makkelijker aan te leren. Dit noemen we Shaping. Daarnaast moet je effectief belonen.
Eerst na ieder stapje en daarna ga je steeds meer tijd ertussen rekken. Alleen zo maak je
het gedrag duurzaam. De kans op de beloning blijft in stand.
§15.2: Waarom is het belangrijk dat een sociaal werker deze kennis heeft?:
Mensen die hulp nodig hebben zijn sneller geneigd naar het aanleren van nieuw gedrag. Je
kan niet altijd je gedrag veranderen, maar vaak wel.
§15.3: Hoe past een sociaal werker deze kennis toe?:
Als sociaal werker kan je als hulpvraag van je cliënt bedenken welke gedragsverandering de
cliënt zou kunnen helpen. Bedenk vervolgens de haalbare stappen om dit gedrag aan te
leren. Begin klein en breid het steeds verder uit.
§15.1: Wat is operant conditioneren:
Operant conditioneren ook wel instrumenteel conditioneren genoemd is een
veelvoorkomende manier om nieuw gedrag aan te leren. Gedrag kan aangeboren zijn of
nagebootst worden door van anderen af te kijken, maar dna noem je het geen operant
conditioneren meer. Het is wel operant conditioneren als je aan bepaald gedrag een positief
effect ondervindt: je doet A, daardoor krijg je B. B pakt positief uit, dus ga je A vaker doen.
Kort samengevat is iets operant conditioneren als je bepaald gedrag vertoont dat een
positief effect heeft en je het gedrag dus vaker gaat uitvoeren. Het geldt ook zo de andere
kant op. Als je gedrag iets negatiefs uitlokt, zal je het waarschijnlijk niet zo snel meer doen.
Goed gedrag wordt beloond en stout gedrag wordt bestraft.
Psycholoog Burrhus Skinner voerde veel onderzoeken uit met ratten, duiven en andere
dieren.Hij had een toestel uitgevonden om proeven mee te doen: de Skinner-box. Omdat
taal geen rol speelt bij het operant conditioneren kan je het gemakkelijk met dieren doen. Als
beloning ga Skinner eten. Hij leerde de dieren allerlei vaardigheden door ze voor het
gewenste gedrag te belonen. Zo leerde hij twee duiven hoe ze moesten pingpongen.
Het is beter om over versterking of bekrachtiging te spreken. Dit is alles dat gewenst
gedrag doet toenemen. Maar door alleen maar beloond te worden ga je ook verlangen naar
straf. Je krijgt namelijk een soort schuldgevoel door alles alleen maar goed te doen. Zo kan
een kind dat behoefte heeft aan aandacht zich heel vervelend gaan gedragen. Het effect is
dat er gemopperd wordt, maar ook dat is aandacht voor het kind. Bij positieve
bekrachtiging voeg je iets toe aan de beloning. Bijvoorbeeld geld, voedsel, etc. Bij
negatieve bekrachtiging neem je iets weg. Denk aan een telefoon, computer, etc.
Een speciale manier om te belonen is met tokens. Tokens zijn kruisjes, stickers, etc. Net
zoals bij de supermarkt spaaracties. Het tokenssysteem is een effectieve manier zonder dat
je echt iets hoeft te geven. Je geeft pas iets als je een bepaald aantal dingen hebt voltooid.
Om te bepalen wat voor beloning diegene krijgt moet je kijken naar hoe je iemand kan
beïnvloeden. Kijkt diegene graag films, dan is de beloning een film kijken. Dit noem je het
Premack-principe.
Om complex gedrag aan te leren moet je dit in kleien stapjes doen, want deze zijn
makkelijker aan te leren. Dit noemen we Shaping. Daarnaast moet je effectief belonen.
Eerst na ieder stapje en daarna ga je steeds meer tijd ertussen rekken. Alleen zo maak je
het gedrag duurzaam. De kans op de beloning blijft in stand.
§15.2: Waarom is het belangrijk dat een sociaal werker deze kennis heeft?:
Mensen die hulp nodig hebben zijn sneller geneigd naar het aanleren van nieuw gedrag. Je
kan niet altijd je gedrag veranderen, maar vaak wel.
§15.3: Hoe past een sociaal werker deze kennis toe?:
Als sociaal werker kan je als hulpvraag van je cliënt bedenken welke gedragsverandering de
cliënt zou kunnen helpen. Bedenk vervolgens de haalbare stappen om dit gedrag aan te
leren. Begin klein en breid het steeds verder uit.