100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Perfecte samenvatting pathofysiologie

Rating
-
Sold
-
Pages
80
Uploaded on
22-08-2025
Written in
2025/2026

Samenvatting van pathofysiologie (boek + les + slides), zelf gemaakt en ook gebruikt en een goede score gehaald. Prof is Karen Geboes

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
August 22, 2025
Number of pages
80
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

PATHOFYSIOLOGIE


DEFINITIE ZIEKTE EN GEZONDHEID
WHO 1947: gezondheid is een toestand van volkomen lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn. Ziekte is dan
een afwijking van een normale functie of structuur van het lichaam.

EU 2010: het primaire doel van gezondheidsbeleid is het maximaliseren van de gezondheid van de bevolking
binnen de grenzen van de bestaande middelen en binnen een ethisch kader dat is gebouwd op
rechtvaardigheids en solidariteitsprincipes


ZIEKTEMECHANISMEN, PATHOFYSIOLOGISCHE MECHANISMEN
 Genetisch defect: drager zijn van een bepaald gen voor een aandoening
 Ischemie: zuurstoftekort door te weinig bloedtoevoer
 Infectie: Bacterie, virus, parasiet, Schimmel,… Beestje van buitenaf, kunnen met of zonder O2 leven

Verschil infectie en ontsteking:

- Infectie zorgt voor ontsteking
- Ontsteking (inflammatie): opruimproces, helingsproces van het lichaam om bacteriën te verwijderen
of wonden te genezen
 Auto – immuun: Immuuncellen vallen je eigen lichaam aan
 Toxische factoren: geen bacteriën of virussen; bv. schoonheidproducten inslikken, drugs, microplastics
 Traumata: breuken, scheuren, sneden
 Kanker: kan gevolg zijn van toxische factoren of infectie. Kan ook uit zichzelf ontstaan, dan heb je
‘pech’
 Metabool: iets gaat mis in de stofwisseling, bv. spieren verzwakken door te weinig/ slechte
verbranding
 Nutritioneel: tekorten aan essentiële voedingsmiddelen
 Veroudering: alles wordt van nature minder functioneel: osteoporose
 Psychogeen: psychiatrische ziektes


KARAKTERISTIEKEN VAN EEN ZIEKTEBEELD
Etiologie: oorzaak of geheel van factoren die een ziekte veroorzaakt

- Unifactorieel of multifactorieel
- Endogeen of exogeen
- Idioplastich: (nog) niet gekende oorzaak
- Iatrogeen: veroorzaakt door een medische interventie

Pathogenese: wijze waarop een ziekte tot stand komt. 3 belangrijke factoren

- Schadelijke stoffen buitenaf
- Vatbaarheid van persoon om ziekte te krijgen
- Reactie van het lichaam, beschermingsmechanismen van het lichaam

Symptomatologie: symptomen als uiting van ziekte

- Subjectief (klacht) of objectief (waarneembaar door derden)

, - Aspecifiek (symptoom kan bij meerdere ziekten passen) of pathognomonisch (kenmerkend voor een
bepaalde ziekte)
 Syndroom= geheel van symptomen die samen voorkomen bij een ziekte

Verloop ziekte:

- Latente periode: periode tussen begin ziekte en optreden symptomen. Latente periodes kunnen ook
in het midden van het ziekteverloop optreden dat de persoon nog de ziekte heeft maar even geen
symptomen
- Incubatieperiode: periode tussen infectie en symptomen
- Prodromale periode: eerste periode na infectie waarin aantal tekenen optreden

Diagnose: identificatie van ziekte gebruikmakend van symptomen, afwijkingen bij allerlei onderzoeken,
bevinden op beeldmateriaal,…

Prognose: verloop en uiteindelijk resultaat van een ziekte: genezing (met restletsels), chronische aandoening of
dood = ongunstige prognose


DIAGNOSTIEK ZIEKTEBEELD
1. Anamnese

Hoe lang, hoe vaak, wanneer, ernst, … Blijven doorvragen

Bv. Met gewoon ‘diarree’ ben je niet  kan van alles zijn

2. Klinisch onderzoek

Palpaties bijvoorbeeld om een apendicitis op te sporen.

Eenmaal zeker  Diagnose en behandeling

3. Mogelijks bijkomend technisch onderzoek

CT scan, endoscopie, bloed laten trekken, …


BEHANDELING VAN EEN ZIEKTE
 Causale behandeling: neemt oorzaak weg
 Symptomatische behandeling symptoombestrijding, ziekte verdwijnt spontaan of door lichaam zelf.
 Proefbehandeling: therapie om na te gaan of de aandoening verdwijnt door een bepaalde
behandeling
 Experimentele behandeling: het nut van deze behandeling is nog niet wetenschappelijk bewezen
 Allemaal curatieve behandelingen: patiënt geneest van aandoening
 Palliatieve behandeling: symptomen zoveel mogelijk bestrijden, ziekte kan niet genezen
 Heelkundige behandeling: chrirurgische ingreep; herstel, wegnemen of transplantatie
 Conservatieve behandeling: niet heelkundig:
 Medicamenteus
 Fysische behandeling
 Psychotherapie

,EBM
Denkmodel, diagnose en behandelingen zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek= evidence-based
medicine.

Proefopstelling: Randomized controlled trial: 2 groepen die goed gelijkend zijn

- Experimentele groep
- Controle (of placebo) groep
 In welke groep je terecht komt wordt bepaald door randomisatie

Dubbelblind: noch de onderzoeker, nog de deelnemer weet tot welke groep de deelnemers behoren

Als de uitkomst tussen beide groepen significant verschillend is (P < 0,05), mag er een reëel verschil
waargenomen worden = geen toeval.

Placebo gecontroleerd onderzoek: placebo moet = originele behandeling: zelfde tubetje zalf, kleur, smaak, …

Bij het uitvinden van een nieuw medicijn voor bv. het verlagen van de bloeddruk, moet het verschil met het
oude medicijn groot genoeg zijn, anders niet Klinisch relevant.


STERFTE
Sterfterisico: kans dat iemand sterft op een bepaalde leeftijd

Hoog in eerste levensjaar en vanaf 50 jaar

- Mannen: 15 – 35 jaar oversterfte door zelfmoord en risicogedrag.
- Vrouwen: lager sterfterisico

Doodsoorzaken: tot ca. 39 jaar zelfde doodsoorzaken.

- Vrouw: 40 – 69: borstkanker
- Mannen: suicide en longkanker
 Voor beide ischemische haartaandoeningen grootste risico


KANKER
Mortaliteit daalt, maar laatste decennia kanker steeds meer bij jongere mensen  omgevingsfactoren
veranderen

- Man: prostaat, long, dikke darm
- Vrouw: borst, dikke darm, long

Kwaadaardig: Maligne veroorzaakt door een kwaadardige tumor = neoplasie

Goedaardig: beninge

Ontstaan:

Cellen sterven af na een tijdje op een natuurlijke manier, of als ze ergens niet thuis horen, of als ze
beschadiging heeft opgelopen  Apoptose

Cellen delen en groeien om oude te vervangen, 2 belangrijke gentypes:

- Oncogenen: Bij activatie van dit gen begint een cel met DNA verdubbelen en delen

, - Tumorsupressorgenen: stopt de cel met aanmaak van DNA en delen

Ontstaan van kanker gebeurt wanneer er iets misgaat in 1 van deze essentiële genen:

- Mutatie van een oncogen  cellen blijven delen
- Mutatie tumorsupressorgen  cel stopt niet met DNA verdubbelen en delen
 Kankercel is een ontspoorde cel met gemuteerde oncogenen/tumorsupressorgenen die meer, sneller,
ongecontroleerder groeit
 Ophoping van dergelijke cellen wordt een tumor

Kanker ontstaan door een opstapeling van mutaties: meerstaps – proces.

In het lichaam bestaan controlemechanismen die mutaties kunnen rechtzetten, naarmate je ouder wordt
steeds meer mutaties  groter risico

Kankercellen kennen het mechanisme van apoptose niet dus sterven niet zomaar af, ze hechten niet aan elkaar
dus komen makkelijk los en kunnen binnendringen in omliggende weefsels/organen = invasieve tumor.

Ze kunnen zich verder invaderen in bloed – en lymfevaten en verder verspreiden  Lymfogene en
hematogene uitspreiding of metastasering. In organen kunnen ze autonoom verder groeien.

Metastase vaakst naar longen, bot, hoofd, lever en lymfeknopen;

Primaire tumor= oorspronkelijke plaats, secundaire tumor= uitzaaiingen

- Hyperplasie: ongecontrollerde celgroei  bolletje
- Dysplasie: cellen liggen vreemd tov elkaar  voorloper van kanker
- In situ cancer: kanker blijft op plaats van ontstaan
 Invasieve kanker die in bloed-of lymfevaten kan trekken.




Benigne tumor (goedaardig) Maligne tumor (kwaadaardig)
Mooi afgelijnd Slecht omringd, grillig
Meestal kapsel er rond Zelden kapsel
Geen invasie Wel invasie
Trage groeisnelheid Snelle groei
Lage mitotische activiteit Hoge mitotische activiteit
Goed gedifferentieerd Slecht gedifferentieerd
Geen metastase Wel metastase
 Voor groei van de tumor worden er rond bloedvaten gevormd (angiogenese) voor toevoer van
zuurstof en voeding. De tumorcellen scheiden VEDGF (= vascular endothelial growth factor) af zodat
de endotheelcellen in het BV groeien naar de tumor toe = angiogenese
$7.87
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
larspeeters2

Get to know the seller

Seller avatar
larspeeters2 Universiteit Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
3 months
Number of followers
0
Documents
4
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions