DEEL 1 – DE INTERCULTURELE CONTEXT
INLEIDING
MAATSCHAPPELIJKE PROCESSEN
Individualisering
o Focus op individu en autonomie, typisch westers
+ vrijheid, zelfontplooiing
- minder sociale samenhang, versplintering, onzekerheid
(niet iedereen heeft zijn eigen unieke ideeën: er ontstaan een soort
culturele eenvormigheid in het Westen)
!! Het is niet omdat individualisering aanwezig is, dat er miljoenen
individuele ideeën zijn. Individualisering in het westen gaat gepaard met
een culturele homogenisering over zaken als echtscheiding, gelijkheid van
mannen en vrouwen, scheiding van kerk en staat, homoseksualiteit, …
Modernisering
o Meer leefwerelden (bv: werk, internet, religie, …) – vermeerdering van
sociale leefwereld
o Scheiding tussen privé en openbaar
+ Nieuwe kansen
- Kan leiden tot vervreemding
Globalisering
o Alles lijkt overal op elkaar (bv hamburgertent in elke stad)
+ wereldburgerschap
- Mensen keren terug naar hun groep (Onzekerheid)
Multiculturalisering
o Interne globalisering: de wereld leeft in onze samenleving
+ culturele uitwisseling (eten, winkels, …)
- botsende culturelen (sommige groepen moderniseren anders)
DIVERSITEITSBENADERINGEN – DE 4 D’S
Model Uitleg Kritiek
Defictbenadering Migranten missen iets Migrant als probleem
(gebrekmodel)
Differentiatiebenadering Culturen zijn gelijkwaardig Negeert machtsverschillen
(verschil model) (bruggen bouwen)
Discriminatiebenadering Focus op structurele Alles als discriminatie zien
uitsluiting
Verschillen en gelijkenissen Kan blind zijn voor cultuur
Diversiteitsbenadering erkennen of groep
,INTERSECTIONALITEIT (= KRUISPUNTDENKEN)
Iedereen is een kruispunt van identiteiten (bv Vrouw EN moslima EN arm EN …)
Verschillen bestaan op meerdere niveaus: sociaal, cultureel, psychisch, biologisch,
…
Ongelijkheid is gelaagd en dynamisch
(Hetzelfde als mikado stokjes: als er eentje beweegt, bewegen de anderen ook
mee)
SUPERDIVERSITEIT
Niet gewoon “veel culturen”, maar grote verschillen binnen migrantengroepen
Bv: Biculturele koppels, samengestelde gezinnen, meerdere migratielanden
Superdiversiteit = normalisering van verschil
o Superdiversiteit = normalisering van diversiteit door
diversificatieprocessen als migratieontwikkeling, individualisering,
modernisering en globalisering
DEKOLONISERING
Van oorsprong: Landen worden onafhankelijk
Nu: bewustwording van koloniale denkpatronen
Kritiek op eurocentrisme, racisme, stereotypen
+ herwaardering van andere stemmen en verhalen
Dekoloniseren is niet enkel geschiedenis herschrijven, het is je denkkader
aanpassen
o Dekoloniseren = het doorbreken van structuren, dynamieken en
vooroordelen in maatschappij en onze hoofden die nadelig zijn voor
onderdrukte, gemarginaliseerde of kwetsbare groepen: het dekoloniseren –
van mentaliteit, van de geesten, van het discours, van de kennis, de
openbare ruimte etc, …
o = steven naar gelijkwaardige en gelijke machtsverhouding
WOKE-BEWEGING
Woke = een verscherpt gevoel voor onrechtvaardigheid
Oorsprong: Afro-Amerikaanse term (“blijf wakker” voor racisme)
Tegen structureel onrecht (racisme, gender, klimaat)
+ rechtvaardigheid, bewustwording
- cancel culture (mensen die gecanceld worden als ze iets sociaal onwenselijk
hebben gedaan), polarisatie
TRANSCULTURELE COMPETENTIE
Diversiteitsdenken, kruispuntdenken en super-diversiteitsdenken pleiten voor
ontwikkeling van diversiteitsbewuste competenties
o Iedere cliënt zien als uniek individu
o Hulpverleningsmodellen hanteren die zich baseren op dit uitgangspunt
Het is belangrijk om kennis en inzichten te hebben op de wijze waarop elk van de
differentielijnen een rol spelen in de identiteitsontwikkeling van mensen en hun
onderlinge interacties
, Transculturalisatie: veranderingsproces: overbruggen van cultuurverschillen &
transitie die je zelf ondergaat door proces van intercultureel leren
Interculturele competentie: een geïntegreerd geheel aan kennis, houding en
vaardigheden die een professional nodig heeft om op een adequate manier te
kunnen communiceren en effectief te kunnen werken met cliënten uit een andere
culturele groep dan zijzelf
MODEL VAN FANTINI
A = Attitude
- Cognitief component: opvattingen, normen en waarden: wat denk ik over deze
persoon?
- Affectieve component: gevoelens en emoties: wat voel ik ten aanzien van deze
persoon?
- Conatieve component: wil of bereidheid tot bepaald gedrag: wat wil ik doen?
S = Skills of vaardigheden
- Culturele flexibiliteit, culturele veerkracht, culturele communicatieve
vaardigheden, culturele conflicthantering, culturele multi-perspectiviteit
K = Knowledge of kennis
- Valkuil van kennisverwerving = overculturalisering
- Wegen om culturele kennis op te doen
o Deductieve informatieverwerking: raadplegen van algemene informatie
bronnen
o Inductief: raadplegen van de persoon zelf en zijn omgeving
A+ = awareness of bewustwording
- Een actief bewust proces waarbij HV overeenkomsten en verschillen binnen en
tussen cultureel diverse groepen herkennen
- 4 tussenstappen: Zelfbewustzijn, bewustwording van eigen normen en waarden +
effecten, accepteren van verschillen in culturen, gevoeligheid ontwikkelen nodig
in interculturele situaties
Levenslang proces van ‘becoming’
Van een MULTICULTURELE benadering – KENNIS
,
Via een INTERCULTURELE benadering – VAARDIGHEDEN
Naar een TRANSCULTURELE benadering – PROFESSIONEEL GEDRAG
CULTUUR
WAT IS CULTUUR?
Cultuur = betekenisgevend systeem
o Het vormt hoe we denken, voelen, doen en met anderen omgaan
Cultuur is het geheel van waarden, normen, gewoonten, symbolen, rituelen en
overtuigingen dat we aanleren als lid van een groep of samenleving
Beeldspraak: cultuur is als wind: onzichtbaar, maar voelbaar; ze stuurt je zonder dat
je het altijd merkt
Cultuur = een geheel van betekenissen dat de mens oriënteert op de
werkelijkheid waarin hij leeft, hem inzicht geeft in de dingen waar het in het leven
om gaat, en hem duidelijk maakt welke normen en waarden zijn leven richting
dienen te geven
HOE ONTSTAAT CULTUUR?
Cultuur is een antwoord van een groep op universele thema’s zoals relaties,
gezag, voortplanting, communicatie, dood, etc, …
o Deze antwoorden worden normaal binnen de groep = socialisatie
Cultuurverandering = confrontatie ùet werkelijkheden waarin modellen niet meer
voorzien, en het daaruit voortvloeiend spanningsveld met gedrag
ELEMENTEN VAN CULTUUR – UI-DIAGRAM VAN HOFSTEDE
Cultuur = basis voor het oplossen van problemen, bestaat uit een set van waarden en
normen geleeld door groep of sociaal systeem
1. Waarden: abstract, diepgeworteld (vrijheid, respect, liefde)
2. Normen: gedragsregels gebaseerd op waarden (begroeten, leefregels)
3. Rituelen: betekenisvolle handelingen uitgeoefend op bepaalde momenten bij
bepaalde gelegenheden (huwelijk, rouw)
4. Symbolen: tekens, objecten, woorden (vlaggen, kleding)
5. Helden: rolmodellen binnen de cultuur (bekende personen)
Van buiten naar binnen = hoe je een andere cultuur leert kennen
Van binnen naar buiten = hoe je je eigen cultuur kent
CULTUUR & TAAL
Taal is meer dan communicatie: het schept een gevoel van groep, herkenning en
verbondenheid
INLEIDING
MAATSCHAPPELIJKE PROCESSEN
Individualisering
o Focus op individu en autonomie, typisch westers
+ vrijheid, zelfontplooiing
- minder sociale samenhang, versplintering, onzekerheid
(niet iedereen heeft zijn eigen unieke ideeën: er ontstaan een soort
culturele eenvormigheid in het Westen)
!! Het is niet omdat individualisering aanwezig is, dat er miljoenen
individuele ideeën zijn. Individualisering in het westen gaat gepaard met
een culturele homogenisering over zaken als echtscheiding, gelijkheid van
mannen en vrouwen, scheiding van kerk en staat, homoseksualiteit, …
Modernisering
o Meer leefwerelden (bv: werk, internet, religie, …) – vermeerdering van
sociale leefwereld
o Scheiding tussen privé en openbaar
+ Nieuwe kansen
- Kan leiden tot vervreemding
Globalisering
o Alles lijkt overal op elkaar (bv hamburgertent in elke stad)
+ wereldburgerschap
- Mensen keren terug naar hun groep (Onzekerheid)
Multiculturalisering
o Interne globalisering: de wereld leeft in onze samenleving
+ culturele uitwisseling (eten, winkels, …)
- botsende culturelen (sommige groepen moderniseren anders)
DIVERSITEITSBENADERINGEN – DE 4 D’S
Model Uitleg Kritiek
Defictbenadering Migranten missen iets Migrant als probleem
(gebrekmodel)
Differentiatiebenadering Culturen zijn gelijkwaardig Negeert machtsverschillen
(verschil model) (bruggen bouwen)
Discriminatiebenadering Focus op structurele Alles als discriminatie zien
uitsluiting
Verschillen en gelijkenissen Kan blind zijn voor cultuur
Diversiteitsbenadering erkennen of groep
,INTERSECTIONALITEIT (= KRUISPUNTDENKEN)
Iedereen is een kruispunt van identiteiten (bv Vrouw EN moslima EN arm EN …)
Verschillen bestaan op meerdere niveaus: sociaal, cultureel, psychisch, biologisch,
…
Ongelijkheid is gelaagd en dynamisch
(Hetzelfde als mikado stokjes: als er eentje beweegt, bewegen de anderen ook
mee)
SUPERDIVERSITEIT
Niet gewoon “veel culturen”, maar grote verschillen binnen migrantengroepen
Bv: Biculturele koppels, samengestelde gezinnen, meerdere migratielanden
Superdiversiteit = normalisering van verschil
o Superdiversiteit = normalisering van diversiteit door
diversificatieprocessen als migratieontwikkeling, individualisering,
modernisering en globalisering
DEKOLONISERING
Van oorsprong: Landen worden onafhankelijk
Nu: bewustwording van koloniale denkpatronen
Kritiek op eurocentrisme, racisme, stereotypen
+ herwaardering van andere stemmen en verhalen
Dekoloniseren is niet enkel geschiedenis herschrijven, het is je denkkader
aanpassen
o Dekoloniseren = het doorbreken van structuren, dynamieken en
vooroordelen in maatschappij en onze hoofden die nadelig zijn voor
onderdrukte, gemarginaliseerde of kwetsbare groepen: het dekoloniseren –
van mentaliteit, van de geesten, van het discours, van de kennis, de
openbare ruimte etc, …
o = steven naar gelijkwaardige en gelijke machtsverhouding
WOKE-BEWEGING
Woke = een verscherpt gevoel voor onrechtvaardigheid
Oorsprong: Afro-Amerikaanse term (“blijf wakker” voor racisme)
Tegen structureel onrecht (racisme, gender, klimaat)
+ rechtvaardigheid, bewustwording
- cancel culture (mensen die gecanceld worden als ze iets sociaal onwenselijk
hebben gedaan), polarisatie
TRANSCULTURELE COMPETENTIE
Diversiteitsdenken, kruispuntdenken en super-diversiteitsdenken pleiten voor
ontwikkeling van diversiteitsbewuste competenties
o Iedere cliënt zien als uniek individu
o Hulpverleningsmodellen hanteren die zich baseren op dit uitgangspunt
Het is belangrijk om kennis en inzichten te hebben op de wijze waarop elk van de
differentielijnen een rol spelen in de identiteitsontwikkeling van mensen en hun
onderlinge interacties
, Transculturalisatie: veranderingsproces: overbruggen van cultuurverschillen &
transitie die je zelf ondergaat door proces van intercultureel leren
Interculturele competentie: een geïntegreerd geheel aan kennis, houding en
vaardigheden die een professional nodig heeft om op een adequate manier te
kunnen communiceren en effectief te kunnen werken met cliënten uit een andere
culturele groep dan zijzelf
MODEL VAN FANTINI
A = Attitude
- Cognitief component: opvattingen, normen en waarden: wat denk ik over deze
persoon?
- Affectieve component: gevoelens en emoties: wat voel ik ten aanzien van deze
persoon?
- Conatieve component: wil of bereidheid tot bepaald gedrag: wat wil ik doen?
S = Skills of vaardigheden
- Culturele flexibiliteit, culturele veerkracht, culturele communicatieve
vaardigheden, culturele conflicthantering, culturele multi-perspectiviteit
K = Knowledge of kennis
- Valkuil van kennisverwerving = overculturalisering
- Wegen om culturele kennis op te doen
o Deductieve informatieverwerking: raadplegen van algemene informatie
bronnen
o Inductief: raadplegen van de persoon zelf en zijn omgeving
A+ = awareness of bewustwording
- Een actief bewust proces waarbij HV overeenkomsten en verschillen binnen en
tussen cultureel diverse groepen herkennen
- 4 tussenstappen: Zelfbewustzijn, bewustwording van eigen normen en waarden +
effecten, accepteren van verschillen in culturen, gevoeligheid ontwikkelen nodig
in interculturele situaties
Levenslang proces van ‘becoming’
Van een MULTICULTURELE benadering – KENNIS
,
Via een INTERCULTURELE benadering – VAARDIGHEDEN
Naar een TRANSCULTURELE benadering – PROFESSIONEEL GEDRAG
CULTUUR
WAT IS CULTUUR?
Cultuur = betekenisgevend systeem
o Het vormt hoe we denken, voelen, doen en met anderen omgaan
Cultuur is het geheel van waarden, normen, gewoonten, symbolen, rituelen en
overtuigingen dat we aanleren als lid van een groep of samenleving
Beeldspraak: cultuur is als wind: onzichtbaar, maar voelbaar; ze stuurt je zonder dat
je het altijd merkt
Cultuur = een geheel van betekenissen dat de mens oriënteert op de
werkelijkheid waarin hij leeft, hem inzicht geeft in de dingen waar het in het leven
om gaat, en hem duidelijk maakt welke normen en waarden zijn leven richting
dienen te geven
HOE ONTSTAAT CULTUUR?
Cultuur is een antwoord van een groep op universele thema’s zoals relaties,
gezag, voortplanting, communicatie, dood, etc, …
o Deze antwoorden worden normaal binnen de groep = socialisatie
Cultuurverandering = confrontatie ùet werkelijkheden waarin modellen niet meer
voorzien, en het daaruit voortvloeiend spanningsveld met gedrag
ELEMENTEN VAN CULTUUR – UI-DIAGRAM VAN HOFSTEDE
Cultuur = basis voor het oplossen van problemen, bestaat uit een set van waarden en
normen geleeld door groep of sociaal systeem
1. Waarden: abstract, diepgeworteld (vrijheid, respect, liefde)
2. Normen: gedragsregels gebaseerd op waarden (begroeten, leefregels)
3. Rituelen: betekenisvolle handelingen uitgeoefend op bepaalde momenten bij
bepaalde gelegenheden (huwelijk, rouw)
4. Symbolen: tekens, objecten, woorden (vlaggen, kleding)
5. Helden: rolmodellen binnen de cultuur (bekende personen)
Van buiten naar binnen = hoe je een andere cultuur leert kennen
Van binnen naar buiten = hoe je je eigen cultuur kent
CULTUUR & TAAL
Taal is meer dan communicatie: het schept een gevoel van groep, herkenning en
verbondenheid