De rechtspraktijk inzake gezagsbeëindiging vanuit kinderrechtelijk perspectief
Op grond van het volgende mag een kinderrechter gezagsbeëindiging opleggen als een
minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en de ouder niet de
verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding in staat is te dragen binnen een voor de
persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, of de ouder het
gezag misbruikt.
In zaken betreffende gezagsbeëindiging blijkt dat het bepalen van een ‘aanvaardbaar termijn’ erg
lastig is. Wel is duidelijk dat de uitspraak in het belang van het kind wordt gedaan. Het belang van het
kind wordt expliciet meegewogen in de belangenafweging bij het maken van de beslissing en op
basis daarvan wordt het verzoek toegewezen, afgewezen of aangehouden. Op het moment dat het
belang van het kind niet overeenkomt met het belang van de ouders, weegt het belang van het kind
zwaarder. Factoren die een rol spelen bij de beoordeling of het in het belang van het kind is om al
dan niet tot gezagsbeëindiging over te gaan:
- Leeftijd van het kind speelt een belangrijk rol voor het bepalen van het aanvaardbare termijn
en de mate waarin het kind gebaat is bij duidelijkheid omtrent het opvoedingsperspectief
- Meestal speelt in samenhang van de leeftijd van het kind de duur van de UHP een belangrijke
rol
- De mogelijkheid van het kind om zich positief te ontwikkelen binnen een pleeggezin en of
een kind al dan niet gehecht is aan de pleegouders
- De behoefte van het kind aan continuïteit en stabiliteit in de opvoeding
- Behoefte van het kind aan duidelijkheid over opvoedings- en ontwikkelingsperspectief
- Duurzame bereidheid van een ouder om het kind een pleeggezin te laten opgroeien leidt
vaak niet tot gezagsbeëindiging ( niet in belang van het kind)
De duur dat een kind in een pleeggezin verblijft speelt een belangrijke rol bij de vraag of het in het
belang van het kind is om herenigd te worden met ouders en hier naartoe te werken. Hereniging is
altijd uitgangspunt bij UHP. Pas als duidelijk bewezen kan worden dat hereniging niet in belang van
het kind is, mag er worden over gegaan op gezagsbeëindiging. In zeer uitzonderlijke bevallen kan
gezagsbeëindiging direct na de geboorte gerechtvaardigd zijn.
Ten aanzien van het aanvaardbare termijn wordt in rechtspraken bij UHP niet altijd een termijn
opgenomen over de duur ervan. Om over te gaan tot gezagsbeëindiging is het van belang dat er tijdig
juiste hulpverlening wordt opgestart om hereniging van een kind met diens ouders mogelijk maken.
In Nederland zijn er lange wachttijden waarbij men zich kan afvragen of het wel mogelijk is om tijdig
Op grond van het volgende mag een kinderrechter gezagsbeëindiging opleggen als een
minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en de ouder niet de
verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding in staat is te dragen binnen een voor de
persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, of de ouder het
gezag misbruikt.
In zaken betreffende gezagsbeëindiging blijkt dat het bepalen van een ‘aanvaardbaar termijn’ erg
lastig is. Wel is duidelijk dat de uitspraak in het belang van het kind wordt gedaan. Het belang van het
kind wordt expliciet meegewogen in de belangenafweging bij het maken van de beslissing en op
basis daarvan wordt het verzoek toegewezen, afgewezen of aangehouden. Op het moment dat het
belang van het kind niet overeenkomt met het belang van de ouders, weegt het belang van het kind
zwaarder. Factoren die een rol spelen bij de beoordeling of het in het belang van het kind is om al
dan niet tot gezagsbeëindiging over te gaan:
- Leeftijd van het kind speelt een belangrijk rol voor het bepalen van het aanvaardbare termijn
en de mate waarin het kind gebaat is bij duidelijkheid omtrent het opvoedingsperspectief
- Meestal speelt in samenhang van de leeftijd van het kind de duur van de UHP een belangrijke
rol
- De mogelijkheid van het kind om zich positief te ontwikkelen binnen een pleeggezin en of
een kind al dan niet gehecht is aan de pleegouders
- De behoefte van het kind aan continuïteit en stabiliteit in de opvoeding
- Behoefte van het kind aan duidelijkheid over opvoedings- en ontwikkelingsperspectief
- Duurzame bereidheid van een ouder om het kind een pleeggezin te laten opgroeien leidt
vaak niet tot gezagsbeëindiging ( niet in belang van het kind)
De duur dat een kind in een pleeggezin verblijft speelt een belangrijke rol bij de vraag of het in het
belang van het kind is om herenigd te worden met ouders en hier naartoe te werken. Hereniging is
altijd uitgangspunt bij UHP. Pas als duidelijk bewezen kan worden dat hereniging niet in belang van
het kind is, mag er worden over gegaan op gezagsbeëindiging. In zeer uitzonderlijke bevallen kan
gezagsbeëindiging direct na de geboorte gerechtvaardigd zijn.
Ten aanzien van het aanvaardbare termijn wordt in rechtspraken bij UHP niet altijd een termijn
opgenomen over de duur ervan. Om over te gaan tot gezagsbeëindiging is het van belang dat er tijdig
juiste hulpverlening wordt opgestart om hereniging van een kind met diens ouders mogelijk maken.
In Nederland zijn er lange wachttijden waarbij men zich kan afvragen of het wel mogelijk is om tijdig
