Deel 1 : Psychosociale hulpverlening (PSHV)
1.1 Inhoud v/d psychosociale begeleiding
Wat is PSVH
= De PSHV richt zich op de moeilijkheden en problemen die voorkomen bij de
interactie tussen de persoon en zijn omgeving.
Vertrekken vanuit de psychische beleving v/d cliënt (Hoe kijken ze
hiernaar? Hoe voelen ze zich hierbij?
Gericht op het veranderen v/h gedrag en houding v/d cliënt + inzicht
bieden cliënt ZELF veranderen
Kern MW = cliënt vragen stellen zodat ze zelf tot inzicht komen om te
veranderen
Belang v/e onderzoekende, kritische en flexibele houding van MW’er
PSHV= Methodieken zijn nodig om tot de nodige verdieping te geraken
bij het MW
Relatie cliënt – MW als kritische succesfactor :
Geen goede relatie met cliënt = cliënt nooit grondig, correct en
verdiepend kunnen begeleiden
Vertrouwensrelatie is zeer belangrijk
Gaat vaak over zeer invasieve en confronterende zaken
Doel PSHV
Doel = verhogen van persoonlijk welzijn
Hoe?
Focus op wisselwerking tussen cliënt en zijn omgeving
Focus op de psychische beleving v/d cliënt
Deze sociale aspecten van cliëntsituatie EN psychische aspecten zijn te
onderscheiden maar niet los te koppelen
1.2 Therapie of niet?
Elk hun eigen methodieken en technieken
MW = kleine veranderingen die snel zichtbaar zijn
,1.3 Psychosociale problemen
Situeren zich op verschillende levensgebieden :
Somatisch gebied
Psychisch gebied
Sociaal gebied (relatie tussen ouder-kind, aanpassingsproblemen jongeren
in pleeggezin)
Materieel gebied (documenten niet begrijpen, woonproblemen, financiële
problemen)
Maatschappelijk gebied (migratie beleid, arbeidsbeleid, huisvestingbeleid
problemen zijn op hoger niveau, Stadsniveau, Europees niveau, Vlaams
niveau, …)
…
Integrale hulpverlening
1.4 Verschillende vormen van psychosociale
begeleiding
1. Inzichtgevende psychosociale begeleiding
Inzicht geven in : probleemsituatie, eigen gedrag, eigen aandeel, foute
interpretaties, verbanden, discrepanties (tegenstelling = tussen hetgeen dat ze
doen en wat ze zeggen/waar ze voor staan)
Hoe? Nieuwe info, concrete info, verduidelijken, verbanden leggen, interpretaties
maken, confronteren volgens de regels van feedback
Typisch voor verslavingszorg
2. Ondersteunende psychosociale begeleiding
‘Duwtje in de rug geven’, aanmoedigen, positief etiketteren, steunen, …
3. Structurerende psychosociale begeleiding
Nodige stappen systematisch en gestructureerd overlopen, voorbereiden op,
opvolgen, tips m.b.t. structuur
Vb; lagere schoolkind komt altijd te laat, de mw’er gaat kijken naar hoe dit komt.
De oorzaken worden in kaart gebracht en stap per stap uitwerken hoe het kindje
wel op tijd op school kan geraken.
4. Bemiddelende psychosociale begeleiding
MW’er als neutraal persoon, oog voor probleem maar ook voor alle betrokkenen,
ruimte en tijd maken voor emoties, belang van vertrouwensrelatie, komen tot
gemeenschappelijke doelen en oplossingen, afspraken maken, … zie SAV
5. Psychosociale begeleiding gericht op trainen van vaardigheden
,Oefenen en trainen van (of op weg naar) de gewenste veranderingen
Vb; leren telefoneren, een mail typen, bankieren, samen de bus leren nemen
1.5 Relatie client – MW’er als kritische succesfactor
MW’ers :
Stellen de mens centraal en niet zijn problematiek
Streven naar een gelijkwaardige relatie
Wil dicht bij de cliënt staan
Sluiten aan bij de leefwereld v/d cliënt
Richten zich op actuele problemen en relaties
Helpt de cliënt zichzelf te helpen
Fungeert als tussenpersoon tussen cliënt en maatschappij
‘ Hoe de relatie eruit moet zien ‘
We gebruiken de methodieken om de stem v/d cliënt te laten horen tijdens
de begeleiding. Het helpt de cliënt met nadenken, stappen durft zetten.
PSHV
De MW’er biedt psychosociale
begeleiding op een methodisch
agogische wijze.
= Steeds weer op zoek gaan naar de
meest geschikte werkwijze, de meest
geschikte begeleidingsstijl, de meest
geschikte methodiek…
De MW’er handelt bewust hierin.
Deel 2 : Methodieken en denkkader (begrippenverklaring)
2.1 Begrippen
(Methode – methodiek – methodisch – interventies )
Een methodiek heeft :
Een werkmodel
Een ondersteunende theorie
Een empirische grondslag (bewezen dat het werkt adhv onderzoeken
toepassingen v/d methodieken zijn effectief )
Baseert zich op waardenpremissen (inspraak cliënt,
gelijkwaardigheid)/denkkader
Denkkader van methodieken (Achter elke methodiek schuilt een
denkkader !!! )
, 2.2 Bestaat de methodiek?
- Nee : Verschillende doelgroepen = verschillende methodieken, maar ook
cliëntafhankelijk!
- Rekening houdend met de sector, de waarden en de doelen v/d cliënt
2.3 Tot slot : ‘Kwaliteit v/d oprechte klungelaar’
NIET DOEN : Nieuwe methoden van onzekerheden van angst verbergen
van onze angst cliënt durft eigen angst /onzekerheden niet te tonen van
afstand en weerstand bij cliënt.
WEL DOEN : Nieuwe methoden van onzekerheden + deze delen met cliënt
van verbondenheid MW’er is sterker dan de angst + is een voorbeeld voor de
cliënt.
‘Blijf oog hebben voor de relatie en niet enkel voor de theorie v/d methodiek.
Maar geef jezelf de tijd om te groeien in het uittesten van nieuwe methodieken.’
Deel 3 : Concrete denkkaders en methodieken in de PSHV
3 redenen om deel te nemen aan de maatschappij :
1. “Mee mogen doen” : burgerschapsrecht
2. “Mee willen doen” : emancipatorische visie op hulpverlening
3. “Mee kunnen doen” : empowerend werken empowerend als
paradigma/denkkader (we willen naar het punt toewerken waar dat de
cliënt ons niet meer nodig heeft
1 Empowerend werken
1.1 Empowerment als denkkader
= ‘Het bevorderen v/d psychische en sociale zelfredzaamheid op basis v/d eigen
verantwoordelijkheid v/d cliënt. Empowerment heeft 2 aspecten : een individueel
en een sociaal aspect, met als doel : een cliënt die zelfstandig als volwaardig
burger kan deelnemen aan de maatschappij.’
Empowerment : uitgangspunten
Elke mens beschikt over mogelijkheden, krachten, hulpbronnen,…
De MW’er moet hierin geloven zodat empowerment werken correct
en authentiek wordt uitgevoerd
Elke mens kan zelf betekenis geven
Zelfs wanneer de MW’er een situatie schrijnend vindt, mag die er
niet van uitgaan dat de cliënt dit ook vindt. Daarom dat men vraagt
naar wat de cliënt vindt v/d situatie, want ze geven zélf betekenis.
Elke tegenslag geeft blijk van overlevingsdrang en veerkracht
Cliënten willen ook dat hun situatie veranderd. We geloven in die
overlevingsdrang en veerkracht en motiveren dit.
Motivatie kan pas groeien wanneer cliënt krachtgericht benadert wordt
Cliënt kan eigen krachten maar ontdekken mits correcte bejegening: cliënt
als expert
1.1 Inhoud v/d psychosociale begeleiding
Wat is PSVH
= De PSHV richt zich op de moeilijkheden en problemen die voorkomen bij de
interactie tussen de persoon en zijn omgeving.
Vertrekken vanuit de psychische beleving v/d cliënt (Hoe kijken ze
hiernaar? Hoe voelen ze zich hierbij?
Gericht op het veranderen v/h gedrag en houding v/d cliënt + inzicht
bieden cliënt ZELF veranderen
Kern MW = cliënt vragen stellen zodat ze zelf tot inzicht komen om te
veranderen
Belang v/e onderzoekende, kritische en flexibele houding van MW’er
PSHV= Methodieken zijn nodig om tot de nodige verdieping te geraken
bij het MW
Relatie cliënt – MW als kritische succesfactor :
Geen goede relatie met cliënt = cliënt nooit grondig, correct en
verdiepend kunnen begeleiden
Vertrouwensrelatie is zeer belangrijk
Gaat vaak over zeer invasieve en confronterende zaken
Doel PSHV
Doel = verhogen van persoonlijk welzijn
Hoe?
Focus op wisselwerking tussen cliënt en zijn omgeving
Focus op de psychische beleving v/d cliënt
Deze sociale aspecten van cliëntsituatie EN psychische aspecten zijn te
onderscheiden maar niet los te koppelen
1.2 Therapie of niet?
Elk hun eigen methodieken en technieken
MW = kleine veranderingen die snel zichtbaar zijn
,1.3 Psychosociale problemen
Situeren zich op verschillende levensgebieden :
Somatisch gebied
Psychisch gebied
Sociaal gebied (relatie tussen ouder-kind, aanpassingsproblemen jongeren
in pleeggezin)
Materieel gebied (documenten niet begrijpen, woonproblemen, financiële
problemen)
Maatschappelijk gebied (migratie beleid, arbeidsbeleid, huisvestingbeleid
problemen zijn op hoger niveau, Stadsniveau, Europees niveau, Vlaams
niveau, …)
…
Integrale hulpverlening
1.4 Verschillende vormen van psychosociale
begeleiding
1. Inzichtgevende psychosociale begeleiding
Inzicht geven in : probleemsituatie, eigen gedrag, eigen aandeel, foute
interpretaties, verbanden, discrepanties (tegenstelling = tussen hetgeen dat ze
doen en wat ze zeggen/waar ze voor staan)
Hoe? Nieuwe info, concrete info, verduidelijken, verbanden leggen, interpretaties
maken, confronteren volgens de regels van feedback
Typisch voor verslavingszorg
2. Ondersteunende psychosociale begeleiding
‘Duwtje in de rug geven’, aanmoedigen, positief etiketteren, steunen, …
3. Structurerende psychosociale begeleiding
Nodige stappen systematisch en gestructureerd overlopen, voorbereiden op,
opvolgen, tips m.b.t. structuur
Vb; lagere schoolkind komt altijd te laat, de mw’er gaat kijken naar hoe dit komt.
De oorzaken worden in kaart gebracht en stap per stap uitwerken hoe het kindje
wel op tijd op school kan geraken.
4. Bemiddelende psychosociale begeleiding
MW’er als neutraal persoon, oog voor probleem maar ook voor alle betrokkenen,
ruimte en tijd maken voor emoties, belang van vertrouwensrelatie, komen tot
gemeenschappelijke doelen en oplossingen, afspraken maken, … zie SAV
5. Psychosociale begeleiding gericht op trainen van vaardigheden
,Oefenen en trainen van (of op weg naar) de gewenste veranderingen
Vb; leren telefoneren, een mail typen, bankieren, samen de bus leren nemen
1.5 Relatie client – MW’er als kritische succesfactor
MW’ers :
Stellen de mens centraal en niet zijn problematiek
Streven naar een gelijkwaardige relatie
Wil dicht bij de cliënt staan
Sluiten aan bij de leefwereld v/d cliënt
Richten zich op actuele problemen en relaties
Helpt de cliënt zichzelf te helpen
Fungeert als tussenpersoon tussen cliënt en maatschappij
‘ Hoe de relatie eruit moet zien ‘
We gebruiken de methodieken om de stem v/d cliënt te laten horen tijdens
de begeleiding. Het helpt de cliënt met nadenken, stappen durft zetten.
PSHV
De MW’er biedt psychosociale
begeleiding op een methodisch
agogische wijze.
= Steeds weer op zoek gaan naar de
meest geschikte werkwijze, de meest
geschikte begeleidingsstijl, de meest
geschikte methodiek…
De MW’er handelt bewust hierin.
Deel 2 : Methodieken en denkkader (begrippenverklaring)
2.1 Begrippen
(Methode – methodiek – methodisch – interventies )
Een methodiek heeft :
Een werkmodel
Een ondersteunende theorie
Een empirische grondslag (bewezen dat het werkt adhv onderzoeken
toepassingen v/d methodieken zijn effectief )
Baseert zich op waardenpremissen (inspraak cliënt,
gelijkwaardigheid)/denkkader
Denkkader van methodieken (Achter elke methodiek schuilt een
denkkader !!! )
, 2.2 Bestaat de methodiek?
- Nee : Verschillende doelgroepen = verschillende methodieken, maar ook
cliëntafhankelijk!
- Rekening houdend met de sector, de waarden en de doelen v/d cliënt
2.3 Tot slot : ‘Kwaliteit v/d oprechte klungelaar’
NIET DOEN : Nieuwe methoden van onzekerheden van angst verbergen
van onze angst cliënt durft eigen angst /onzekerheden niet te tonen van
afstand en weerstand bij cliënt.
WEL DOEN : Nieuwe methoden van onzekerheden + deze delen met cliënt
van verbondenheid MW’er is sterker dan de angst + is een voorbeeld voor de
cliënt.
‘Blijf oog hebben voor de relatie en niet enkel voor de theorie v/d methodiek.
Maar geef jezelf de tijd om te groeien in het uittesten van nieuwe methodieken.’
Deel 3 : Concrete denkkaders en methodieken in de PSHV
3 redenen om deel te nemen aan de maatschappij :
1. “Mee mogen doen” : burgerschapsrecht
2. “Mee willen doen” : emancipatorische visie op hulpverlening
3. “Mee kunnen doen” : empowerend werken empowerend als
paradigma/denkkader (we willen naar het punt toewerken waar dat de
cliënt ons niet meer nodig heeft
1 Empowerend werken
1.1 Empowerment als denkkader
= ‘Het bevorderen v/d psychische en sociale zelfredzaamheid op basis v/d eigen
verantwoordelijkheid v/d cliënt. Empowerment heeft 2 aspecten : een individueel
en een sociaal aspect, met als doel : een cliënt die zelfstandig als volwaardig
burger kan deelnemen aan de maatschappij.’
Empowerment : uitgangspunten
Elke mens beschikt over mogelijkheden, krachten, hulpbronnen,…
De MW’er moet hierin geloven zodat empowerment werken correct
en authentiek wordt uitgevoerd
Elke mens kan zelf betekenis geven
Zelfs wanneer de MW’er een situatie schrijnend vindt, mag die er
niet van uitgaan dat de cliënt dit ook vindt. Daarom dat men vraagt
naar wat de cliënt vindt v/d situatie, want ze geven zélf betekenis.
Elke tegenslag geeft blijk van overlevingsdrang en veerkracht
Cliënten willen ook dat hun situatie veranderd. We geloven in die
overlevingsdrang en veerkracht en motiveren dit.
Motivatie kan pas groeien wanneer cliënt krachtgericht benadert wordt
Cliënt kan eigen krachten maar ontdekken mits correcte bejegening: cliënt
als expert