TEAMLEREN & GROEPSDYNAMICA
INTRODUCTIE
Groepsdynamica = interdisciplinair psychologie en pedagogie zijn twee belangrijke pijlers
Kritische vrienden zijn belangrijk anders ontstaat er een blinde vlek
Slechte communicatie en niet transparantie zorgen ervoor dat er blinde vlekken ontstaan, het is belangrijk om
op een goede manier feedback te geven
Voorbeeld: ouders met een bedrijf willen het stokje niet aan hun zoon doorgeven omdat ze hem niet kundig
genoeg vinden, maar niemand zegt er iets van tegen hem dus hij vindt zichzelf een hele goede leider
Soorten afhankelijkheid:
1. Doel: wat willen we bereiken?
2. Taak: hoe voeren we onze taak uit?
3. Sociaal: hoe steunen we elkaar?
4. Uitkomst: hoe delen we in de opbrengst?
Oppassen met aannames bv familie is belangrijk voor mij dus dan zal het dat voor jou ook wel zijn
Elke groep heeft andere culturen bv een feestje vieren zonder alcohol in Nederland vinden Belgen raar
Iedere groep heeft zijn subgroepen bv familie gezin
Verschil tussen groep & team = is er een doel wat je samen wil bereiken en heb je elkaar daarvoor nodig?
Groepen: twee of meer individuen die verbonden zijn door en met sociale relaties
verschillende soorten sociale relaties: familiebanden, taakgerelateerd, vriendschap, interesses, …
Taxonomie:
- Primaire groepen: familie, hechte vrienden, …
- Sociale (secundaire) groepen: teams, studiegroepen, crews, …
- Collectieven: publiek, wachtrij, menigte, …
- Categorieën: mannen, dokters, etnische groepen, …
Teams: een groep die aan een gedeeld doel werken, taakgerichte interdepentie
1
,Toxische groepen:
Er zijn ook toxische groepen bv reuzegom
Groepen zijn dus niet alleen maar leuk maar kunnen ook gevaren bevatten
Groepsdruk komt in allerlei vormen voor, het willen laten zien dat je bezig bent met de groep want je bent
bang om er anders uit gegooid te worden.
Maatschappelijk een groot probleem
Drie aandachtsvelden (Schein, 1987):
LES 1: ALGEMENE INTRO GROEPEN & GROEPSDYNAMIEK
GROEPEN: SOORTEN & FUNCTIES:
Groepen:
Twee of meer individuen die verbonden zijn door en met sociale relaties
verschillende soorten sociale relaties: familie, taakgericht, vriendschap, …
Taxonomie:
Primaire groepen staan het dichts bij jou, hebben veel invloed, je investeert er veel in
Sociale groepen teams op de werkplek, studiegroepen, iets minder invloed op je dan de primaire groepen
maar nog altijd vrij inpactvol
Collectieven
Categorieën beroepsgroepen, student zijn
Ook op social media maken we deel uit van groepen: facebook, whatsapp, …
Functies van groepen:
Belongingness: mensen hebben een natuurlijke behoefte zich aan te sluiten bij groepen
- Affiliatie: ergens bij horen, geaccepteerd worden
- Zekerheid: voelen zich sterker
- Intimiteit: contacten met anderen
- Sociale steun: aanmoedigen, opbeuren
- Sociale vergelijkingsinformatie: info over hoe vergelijkbare anderen het doen
2
, - Invloed: mogelijkheid om invloed uit te oefenen (macht van groepen is groter)
- Status: lidmaatschap van groep die anderen als belangrijk zien
- Productiviteit: productiviteit verhogen, persoonlijke en gezamenlijke doelen verwezenlijken
- Exploratie: info, nieuwe ideeën, nieuwe ervaringen, mogelijkheden om te leren van anderen, …
Heel divers! Nadruk op taak vs nadruk op relaties
Groepen individuen:
Groepen en invividuen hebben een wederkerige impact op elkaar
We zijn vaak geneigd om gedragingen aan onzelf toe te schrijven, maar de invloed van een groep is veel groter
dan we denken
Hoe heeft deel zijn van een groep invloed op de eigen identiteitsbeleving als je je voorstelt aan mensen
verwijs je vaak naar groepen: ik ben student pedagogie
In-group vs out-group (Tajfel):
- Categorisering = vereenvoudiging, manier waarop we als mens de perceptie van de wereld
eenvoudiger maken. Categorieën zorgen ervoor dat we informatie kunnen reduceren
- Sociale identificatie: behoren tot de groep, identiteit, invloed op gedrag
- Sociale vergelijking: superioriteit eigen groep (bv jeugdbeweging)
GROEPDSYNAMIEK IN ORGANISATIES:
Sociale interacties in organisaties als sociaal kapitaal
Er is een grote diversiteit aan sociale structuren in organisaties:
- Teams
- Coaches
- Mentorship
- Social networks
- …
hoe verlopen sociale interacties? Wie is verbonden met wie? vormen van sociaal kapitaal
Sociaal kapitaal:
toegang tot
expertise, informatie
via sociale interactie
bv. Solliciteren vootr
je job en daarbij
spreek je iemand aan
die je kent
in de werkomgeving:
- Human capital = werkgerelateerde kennis, vaardigheden, kenmerken van werknemers
- Social capital = toegang tot resources & expertise via sociale relaties/netwerken
o Voordelen voor individu: omgaan met uitdagingen & flexibiliteit van job, makkelijker vinden
van job
o Voordelen voor organisatie: kennisdeling, innovatie
3
, - Sociale structuur van de organisatie: formeel & informeel
FORMELE ORGANISATIESTRUCTUUR & ‘INFORMELE’ SOCIALE STRUCTUUR
Formele organisatiestructuur:
- = top-down opgelegd, vaste entiliteiten
- Organisatie van werkactiviteiten, coördinatie
- Doorgaans afgelijnd lidmaatschap
je komt meestal op een vaste plaats terecht op het werk, deze groep blijft voor langere tijd hetzelfde. Kan
soms wat overlap in zijn zoals iemand die bv deel uitmaakt van meerdere projectteams
‘Informele’ sociale structuur:
- “onofficieel’ patroon van sociale interacties dat spontaan ontstaat
- Bottom-up, spontane interactiepatronen
- Lidmaatschap is minder afgelijnd, meer vloeiend
- Werknemers zoeken elkaar op via verschillende kanalen om verschillende redenen:
o Persoonlijke, emotionele redenen expressief
o Werkgerelateerd instrumenteel
Informele onofficiële) subgroepen:
Vaak ontstaan informele subgroepen (kliekjes) op basis van gelijkenissen, gender, visie, bestaande
vriendschappen, …
Leden van een subgroep zijn doorgaans meer gelijkend
Sociale selectie én sociale beïnvloeding
TEAM/GROEP SOCIAAL KAPITAAL
Sociaal kapitaal = toegang tot resources (kennis, steun, middelen) door sociale relaties (binnen en/of buiten het
team)
Group social capital = sociale relaties die de groepsleden hebben met anderen, zowel binnen de groep als
erbuiten. Geeft de groep toagang tot diverse recourses
- Team-bonding social capital = sterke wederkerige relaties tussen alle teamleden: team cohesie (
binnen het team)
- Team-bridging social capital = boundary crossing/spanning ( resources waar een team beschikking
toe heeft omwille van connecties met mensen buiten het team)
beiden zijn heel belangrijk
GROEPSDYNAMICA: FOCUS OP GROEPSPROCESSEN
Focus op interne functioneren van teams/groepen (met variërende ‘externe taak’ (=de reden waarom een
groep is samengesteld bv product afleveren, het doel))
- Interpersoonlijk gedrag en beweegredenen hiervoor
- Verloop van interacties
4
INTRODUCTIE
Groepsdynamica = interdisciplinair psychologie en pedagogie zijn twee belangrijke pijlers
Kritische vrienden zijn belangrijk anders ontstaat er een blinde vlek
Slechte communicatie en niet transparantie zorgen ervoor dat er blinde vlekken ontstaan, het is belangrijk om
op een goede manier feedback te geven
Voorbeeld: ouders met een bedrijf willen het stokje niet aan hun zoon doorgeven omdat ze hem niet kundig
genoeg vinden, maar niemand zegt er iets van tegen hem dus hij vindt zichzelf een hele goede leider
Soorten afhankelijkheid:
1. Doel: wat willen we bereiken?
2. Taak: hoe voeren we onze taak uit?
3. Sociaal: hoe steunen we elkaar?
4. Uitkomst: hoe delen we in de opbrengst?
Oppassen met aannames bv familie is belangrijk voor mij dus dan zal het dat voor jou ook wel zijn
Elke groep heeft andere culturen bv een feestje vieren zonder alcohol in Nederland vinden Belgen raar
Iedere groep heeft zijn subgroepen bv familie gezin
Verschil tussen groep & team = is er een doel wat je samen wil bereiken en heb je elkaar daarvoor nodig?
Groepen: twee of meer individuen die verbonden zijn door en met sociale relaties
verschillende soorten sociale relaties: familiebanden, taakgerelateerd, vriendschap, interesses, …
Taxonomie:
- Primaire groepen: familie, hechte vrienden, …
- Sociale (secundaire) groepen: teams, studiegroepen, crews, …
- Collectieven: publiek, wachtrij, menigte, …
- Categorieën: mannen, dokters, etnische groepen, …
Teams: een groep die aan een gedeeld doel werken, taakgerichte interdepentie
1
,Toxische groepen:
Er zijn ook toxische groepen bv reuzegom
Groepen zijn dus niet alleen maar leuk maar kunnen ook gevaren bevatten
Groepsdruk komt in allerlei vormen voor, het willen laten zien dat je bezig bent met de groep want je bent
bang om er anders uit gegooid te worden.
Maatschappelijk een groot probleem
Drie aandachtsvelden (Schein, 1987):
LES 1: ALGEMENE INTRO GROEPEN & GROEPSDYNAMIEK
GROEPEN: SOORTEN & FUNCTIES:
Groepen:
Twee of meer individuen die verbonden zijn door en met sociale relaties
verschillende soorten sociale relaties: familie, taakgericht, vriendschap, …
Taxonomie:
Primaire groepen staan het dichts bij jou, hebben veel invloed, je investeert er veel in
Sociale groepen teams op de werkplek, studiegroepen, iets minder invloed op je dan de primaire groepen
maar nog altijd vrij inpactvol
Collectieven
Categorieën beroepsgroepen, student zijn
Ook op social media maken we deel uit van groepen: facebook, whatsapp, …
Functies van groepen:
Belongingness: mensen hebben een natuurlijke behoefte zich aan te sluiten bij groepen
- Affiliatie: ergens bij horen, geaccepteerd worden
- Zekerheid: voelen zich sterker
- Intimiteit: contacten met anderen
- Sociale steun: aanmoedigen, opbeuren
- Sociale vergelijkingsinformatie: info over hoe vergelijkbare anderen het doen
2
, - Invloed: mogelijkheid om invloed uit te oefenen (macht van groepen is groter)
- Status: lidmaatschap van groep die anderen als belangrijk zien
- Productiviteit: productiviteit verhogen, persoonlijke en gezamenlijke doelen verwezenlijken
- Exploratie: info, nieuwe ideeën, nieuwe ervaringen, mogelijkheden om te leren van anderen, …
Heel divers! Nadruk op taak vs nadruk op relaties
Groepen individuen:
Groepen en invividuen hebben een wederkerige impact op elkaar
We zijn vaak geneigd om gedragingen aan onzelf toe te schrijven, maar de invloed van een groep is veel groter
dan we denken
Hoe heeft deel zijn van een groep invloed op de eigen identiteitsbeleving als je je voorstelt aan mensen
verwijs je vaak naar groepen: ik ben student pedagogie
In-group vs out-group (Tajfel):
- Categorisering = vereenvoudiging, manier waarop we als mens de perceptie van de wereld
eenvoudiger maken. Categorieën zorgen ervoor dat we informatie kunnen reduceren
- Sociale identificatie: behoren tot de groep, identiteit, invloed op gedrag
- Sociale vergelijking: superioriteit eigen groep (bv jeugdbeweging)
GROEPDSYNAMIEK IN ORGANISATIES:
Sociale interacties in organisaties als sociaal kapitaal
Er is een grote diversiteit aan sociale structuren in organisaties:
- Teams
- Coaches
- Mentorship
- Social networks
- …
hoe verlopen sociale interacties? Wie is verbonden met wie? vormen van sociaal kapitaal
Sociaal kapitaal:
toegang tot
expertise, informatie
via sociale interactie
bv. Solliciteren vootr
je job en daarbij
spreek je iemand aan
die je kent
in de werkomgeving:
- Human capital = werkgerelateerde kennis, vaardigheden, kenmerken van werknemers
- Social capital = toegang tot resources & expertise via sociale relaties/netwerken
o Voordelen voor individu: omgaan met uitdagingen & flexibiliteit van job, makkelijker vinden
van job
o Voordelen voor organisatie: kennisdeling, innovatie
3
, - Sociale structuur van de organisatie: formeel & informeel
FORMELE ORGANISATIESTRUCTUUR & ‘INFORMELE’ SOCIALE STRUCTUUR
Formele organisatiestructuur:
- = top-down opgelegd, vaste entiliteiten
- Organisatie van werkactiviteiten, coördinatie
- Doorgaans afgelijnd lidmaatschap
je komt meestal op een vaste plaats terecht op het werk, deze groep blijft voor langere tijd hetzelfde. Kan
soms wat overlap in zijn zoals iemand die bv deel uitmaakt van meerdere projectteams
‘Informele’ sociale structuur:
- “onofficieel’ patroon van sociale interacties dat spontaan ontstaat
- Bottom-up, spontane interactiepatronen
- Lidmaatschap is minder afgelijnd, meer vloeiend
- Werknemers zoeken elkaar op via verschillende kanalen om verschillende redenen:
o Persoonlijke, emotionele redenen expressief
o Werkgerelateerd instrumenteel
Informele onofficiële) subgroepen:
Vaak ontstaan informele subgroepen (kliekjes) op basis van gelijkenissen, gender, visie, bestaande
vriendschappen, …
Leden van een subgroep zijn doorgaans meer gelijkend
Sociale selectie én sociale beïnvloeding
TEAM/GROEP SOCIAAL KAPITAAL
Sociaal kapitaal = toegang tot resources (kennis, steun, middelen) door sociale relaties (binnen en/of buiten het
team)
Group social capital = sociale relaties die de groepsleden hebben met anderen, zowel binnen de groep als
erbuiten. Geeft de groep toagang tot diverse recourses
- Team-bonding social capital = sterke wederkerige relaties tussen alle teamleden: team cohesie (
binnen het team)
- Team-bridging social capital = boundary crossing/spanning ( resources waar een team beschikking
toe heeft omwille van connecties met mensen buiten het team)
beiden zijn heel belangrijk
GROEPSDYNAMICA: FOCUS OP GROEPSPROCESSEN
Focus op interne functioneren van teams/groepen (met variërende ‘externe taak’ (=de reden waarom een
groep is samengesteld bv product afleveren, het doel))
- Interpersoonlijk gedrag en beweegredenen hiervoor
- Verloop van interacties
4