Samenvatting project- en innovatie – basis innoveren en
trendmapping
Wat is innovatie
> Innoveren = het introduceren van ‘nuttige’ vernieuwingen
> Zorgt voor waardecreatie
> Uitvinding is geen innovatie pas als je er geld mee verdiend
Wat kun je innoveren
> Product (of dienst-) innovatie
o Je biedt nieuwe goederen, diensten of producten aan
o Als klanten geen verschil zien, is het niet succesvol
o Je maakt het product goedkoper, beter of radicaal nieuw
> Concept vs technologische innovatie
o Conceptinnovatie = bestaande technologieën gebruiken om een
probleem slimmer op te lossen
o Technologische innovatie = het creëren van een technologie die nog
nooit eerder is gemaakt
> Markt (of marketing-) innovatie
o Je biedt bestaande producten aan aan nieuwe klantengroepen
> Procesinnovatie
o Je verbeterd de manier waarop een organisatie producten
voortbrengt en aan de doelgroep aanbiedt
Hetzelfde product tegen lagere kost produceren
Kwalitatief beter product maken
Processen zo te organiseren dat ze sneller reageren op
verandering
> Bedrijfsmodel (of organisatorische) innovatie
o Proces, product en markt tegelijk innoveren
Personalisatie of maatwerk tegen lagere prijs
Gesloten kringloop/circulaire economie
Delen van bezittingen
Prijs gebaseerd op verbruik
Samenwerkingen met partners
Flexibele organisatie
Waarom moet je innoveren
> De enige constante in verandering
> Zonder innovatie komen er geen nieuwe industrieën
> Overlevingsvermogen van bedrijven hangt af van tempo waarmee het
vernieuwt
> Globalisering creëert kans als noodzaak om te innoveren
,Innovaties falen bij bedrijven
> ‘innoveren is niet nodig’: investeren in innovatie die einde maken aan
huidige werkzaamheden
> Angst voor verandering: creatieve destructie
> Geen risico’s nemen
> Geregeerd door waan van de dag
> Loss aversion: beschouwen situatie ‘voordelig’ als het twee of drie keer
groter is dan het nadeel
> Endownment effect: consumenten waarderen producten die ze al
bezitten meer dan niet bezittende
> Status quo basis: blijven in huidige situatie
Toekomstdenken
> Toekomstdenken = systematisch in kaart brengen wat in de toekomst
zou kunnen gebeuren of nodig is
o Inspelen op heden: inventariseer mogelijke ontwikkelingen en
onderzoek gevolgen
o Toekomst zelf vormgeven: bepaal wat nodig is om toekomst te
realiseren en ontwikkel je plan
In de toekomst kijken
> Trendanalyse = het ontdekken van patronen in het verleden en die
doortrekken naar de toekomst
> Scenarioanalyse = het bepalen van de te verwachten gevolgen van
diverse mogelijke toekomstige situaties
> Literatuuranalyse = het in kaart brengen van de kennis over een
onderwerp of het bepalen van de onderwerpen waarover veel wordt
gepubliceerd
> Patentanalyse = literatuuranalyse toegepast op patenten of octrooien
> Technologische roadmap = het identificeren van noodzakelijke
technologieën om gewenste producten of diensten te kunnen aanbieden
Trend, rage of hype
Hype
> Hype = een verschijnsel dat binnen korte zijd razend populair wordt door
middel van media-aandacht
o Aandacht niet in proportie met waarde
Rage/fad
> Rage = verschijnsel dat binnen korte tijd razend populair wordt ondanks
media-aandacht
o Ontstaan onder invloed van groepsdruk of onbewust
, Trend
> Trend = verschijnsel dat voor een langere tijd blijft bestaan
o Laten sporen na in maatschappij: geven richting aan gedrag en
veranderen normen en waarden
o Ontwikkelingen in evoluties en tijd
Soorten trends
> Megatrends
o Maatschappelijke trends: veranderen een samenleving en zelf de
hele wereld
o Duur 10-20 jaar
o Er groeit een generatie op voordat de gevolgen van deze trends
zichtbaar en voelbaar zijn
o Hangen samen en beinvloeden elkaar
o Bv. sustainability, nostalgia, polarisation
> Macro/mesotrends
o Consumententrends: zorgen ervoor dat je je bewust wordt van een
behoefte
o Duur 5-10 jaar
o Zijn het gevolg van een maatschappelijke trend
o Bv. expierence culture, AI, biometrische geneeskunde, digitale
munten
> Microtrends
o Trends op product-, dienst- of marktniveau
o Duur plots en verdwijnen snel
o Bv. maaltijdboxen, e-step, pantytafel
Wanneer wordt hype een trend
> Bij realistische verwachtingen, geleidelijke toename in aandacht, bewezen
voordelen en involvement van alle stakeholders
> Hoe meer het aansluit bij menselijke behoeftes, hoe groter de kans
Trendwatching
Wat is trendwatching
> Trendwatching = expertise van observeren, verbanden ontdekken en
patronen herkennen in een evoluerende samenleving
Wat doen trendwatchers
> Trendwatcher/futuroloog = iemand die in een vroeg stadium kan
detecteren of een trend zich ontwikkelt, onderzoek doet naar trends uit
heden en verleden en weet wat er speelt in de samenleving
trendmapping
Wat is innovatie
> Innoveren = het introduceren van ‘nuttige’ vernieuwingen
> Zorgt voor waardecreatie
> Uitvinding is geen innovatie pas als je er geld mee verdiend
Wat kun je innoveren
> Product (of dienst-) innovatie
o Je biedt nieuwe goederen, diensten of producten aan
o Als klanten geen verschil zien, is het niet succesvol
o Je maakt het product goedkoper, beter of radicaal nieuw
> Concept vs technologische innovatie
o Conceptinnovatie = bestaande technologieën gebruiken om een
probleem slimmer op te lossen
o Technologische innovatie = het creëren van een technologie die nog
nooit eerder is gemaakt
> Markt (of marketing-) innovatie
o Je biedt bestaande producten aan aan nieuwe klantengroepen
> Procesinnovatie
o Je verbeterd de manier waarop een organisatie producten
voortbrengt en aan de doelgroep aanbiedt
Hetzelfde product tegen lagere kost produceren
Kwalitatief beter product maken
Processen zo te organiseren dat ze sneller reageren op
verandering
> Bedrijfsmodel (of organisatorische) innovatie
o Proces, product en markt tegelijk innoveren
Personalisatie of maatwerk tegen lagere prijs
Gesloten kringloop/circulaire economie
Delen van bezittingen
Prijs gebaseerd op verbruik
Samenwerkingen met partners
Flexibele organisatie
Waarom moet je innoveren
> De enige constante in verandering
> Zonder innovatie komen er geen nieuwe industrieën
> Overlevingsvermogen van bedrijven hangt af van tempo waarmee het
vernieuwt
> Globalisering creëert kans als noodzaak om te innoveren
,Innovaties falen bij bedrijven
> ‘innoveren is niet nodig’: investeren in innovatie die einde maken aan
huidige werkzaamheden
> Angst voor verandering: creatieve destructie
> Geen risico’s nemen
> Geregeerd door waan van de dag
> Loss aversion: beschouwen situatie ‘voordelig’ als het twee of drie keer
groter is dan het nadeel
> Endownment effect: consumenten waarderen producten die ze al
bezitten meer dan niet bezittende
> Status quo basis: blijven in huidige situatie
Toekomstdenken
> Toekomstdenken = systematisch in kaart brengen wat in de toekomst
zou kunnen gebeuren of nodig is
o Inspelen op heden: inventariseer mogelijke ontwikkelingen en
onderzoek gevolgen
o Toekomst zelf vormgeven: bepaal wat nodig is om toekomst te
realiseren en ontwikkel je plan
In de toekomst kijken
> Trendanalyse = het ontdekken van patronen in het verleden en die
doortrekken naar de toekomst
> Scenarioanalyse = het bepalen van de te verwachten gevolgen van
diverse mogelijke toekomstige situaties
> Literatuuranalyse = het in kaart brengen van de kennis over een
onderwerp of het bepalen van de onderwerpen waarover veel wordt
gepubliceerd
> Patentanalyse = literatuuranalyse toegepast op patenten of octrooien
> Technologische roadmap = het identificeren van noodzakelijke
technologieën om gewenste producten of diensten te kunnen aanbieden
Trend, rage of hype
Hype
> Hype = een verschijnsel dat binnen korte zijd razend populair wordt door
middel van media-aandacht
o Aandacht niet in proportie met waarde
Rage/fad
> Rage = verschijnsel dat binnen korte tijd razend populair wordt ondanks
media-aandacht
o Ontstaan onder invloed van groepsdruk of onbewust
, Trend
> Trend = verschijnsel dat voor een langere tijd blijft bestaan
o Laten sporen na in maatschappij: geven richting aan gedrag en
veranderen normen en waarden
o Ontwikkelingen in evoluties en tijd
Soorten trends
> Megatrends
o Maatschappelijke trends: veranderen een samenleving en zelf de
hele wereld
o Duur 10-20 jaar
o Er groeit een generatie op voordat de gevolgen van deze trends
zichtbaar en voelbaar zijn
o Hangen samen en beinvloeden elkaar
o Bv. sustainability, nostalgia, polarisation
> Macro/mesotrends
o Consumententrends: zorgen ervoor dat je je bewust wordt van een
behoefte
o Duur 5-10 jaar
o Zijn het gevolg van een maatschappelijke trend
o Bv. expierence culture, AI, biometrische geneeskunde, digitale
munten
> Microtrends
o Trends op product-, dienst- of marktniveau
o Duur plots en verdwijnen snel
o Bv. maaltijdboxen, e-step, pantytafel
Wanneer wordt hype een trend
> Bij realistische verwachtingen, geleidelijke toename in aandacht, bewezen
voordelen en involvement van alle stakeholders
> Hoe meer het aansluit bij menselijke behoeftes, hoe groter de kans
Trendwatching
Wat is trendwatching
> Trendwatching = expertise van observeren, verbanden ontdekken en
patronen herkennen in een evoluerende samenleving
Wat doen trendwatchers
> Trendwatcher/futuroloog = iemand die in een vroeg stadium kan
detecteren of een trend zich ontwikkelt, onderzoek doet naar trends uit
heden en verleden en weet wat er speelt in de samenleving