Psychopathologie en psychiatrie
Kinder- en jeugdpsychopathologie en psychiatrie
H1: Inleiding Kinder- en Jeugdpsychopathologie en psychiatrie
K&J-psychopathologie
o Studie van kennis en praktijk m.b.t. psychiatrische beelden bij 0-18j
o Meer en meer ook inclusief de transitieleeftijd (jovo = jongvolwassenen t.e.m. 23j)
• tegenwoordig verlengde adolescentie, waardoor het wat langer doorloopt =>
ouders willen nog erg betrokken zijn,
• bv. meisje van 19j met anorexia nervosa die best opgenomen kan worden maar
wil dat niet => ouders mee naar spoedgevallen om te vragen haar op te nemen
• kijken naar de beste organisatie van zorg van de ene naar de andere groep
• 0j: er zijn veel beelden omschreven bij kinderen die veel zorg vragen, en
relatief recent is er infant psychiatrie ontstaan
▪ peripartale (rond de geboorte) psychiatrie: soms al voor de geboorte, een
risicosituatie kan detecteren bij een gezin, om ze zo op te volgen
o Leeftijdsafhankelijke nosologie en classificatie (orde brengen)
• 0-5j: DC 0-5 (want er is geen DSM voor kinderen)
• 6-18-23-65-100j: DSM-5
o Kinderpsychiatrie= gezinspsychiatrie
• Veel van de problematiek bij kinderen is gebonden aan het gezin errond
• Veel van de labels bij kinderen zijn ook nodig (gezinsituatie)
Gedeelde domeinen met volwassenenpsychiatrie
o Peripartale psychiatrie (parent-infant-mental health)
o KOPP (kinderen van ouders met psychiatrische problemen)
• Vaak hebben de volwassenen in de psychiatrie kinderen
• Opgroeien in een gezin waar de ouder psychische problemen heeft, heeft veel
risicofactoren voor kinderen
• Kindreflex toepassen
▪ Ook niet dat er met elk kind gewerkt moet worden, wel een periode
geweest dat het zo was
▪ Nu: gesprek met de volwassene aangaan “hoe vind je dat je als ouder in
een ouderrol en ouderschap kan functioneren wetende dat je een …
hebt/bent”
o Transitiepsychiatrie
o Kennisdeling (wetenschap, methodieken, therapieën, …)
• Het kijken naar “waarom hebben mensen dit gedrag”
1
,In kinderpsychiatrie staat “ontwikkeling” staat centraal, maar wat is ontwikkeling?
o Hersenontwikkeling
• Je word geboren en je kan niks, en dan op 18j, (18j later) sta je daar in de fleur van
je leven => op die tijd is er zoveel veranderd in je lichaam, en vooral in je hersenen
• Emoties zijn anders op 4j leeftijd dan op 18j leeftijd
o Nature-nurture transactionaliteit
• Hersenen: use it or lose it= er gebeurd vanalles
▪ Alles wat kinderen meemaken gaat een invloed hebben op die
hersenontwikkeling, en of die hersenen goed ontwikkelen, gaat ook
afhangen van de stimulatie die ze krijgen en of die voldoende is
• Gen-omgevingsinteracties
▪ Er gebeurd vanalles in de omgeving dat impact kunnen hebben op de
hersenontwikkeling
▪ Gaat die mogelijkheden verbreden of versmallen
• Transactie= voortdurende wisselwerking die ook in de tijd vooruitschrijd, wat je
vandaag meemaakt heeft een impact op je hersenontwikkeling vandaag, die op
zijn beurt een invloed heeft op wat je kan en weet morgen etc.
▪ Maakt ook dat kinderen veel traumatische ervaringen hebben, die vaak in
het hier-en-nu plaatsvinden in de kinderpsychiatrie ( volwassenen
hebben hun huidige problematiek maar het trauma is niet meer
aanwezig)
o Impact van de hersenen op alle ontwikkelingsdomeinen (en in die volgorde)
• Psychomotorisch
• Socio-emotioneel
• Cognitief
• Moreel
• Identiteit
Nog een aantal zaken die anders zijn in kinder- en jeugdpsychiatrie ten opzichte van
ouderenpsychiatrie:
o er zijn fenomenen aanwezig in een kinderleven:
• vaak moeilijke gezinssamenstelling,
• school (heel prominent aanwezig in een kinderleven): als er problemen zijn met
kinderen, zijn die er ook op school,
• instelling,
• cultuur
o diagnostiek:
• vragenlijsten: ouders, leerkrachten
• testen die ontwikkeld worden, moeten voor verschillende leeftijden worden
ontwikkeld (ook bij welk therapeutisch instrumentarium je gaat inzetten)
o therapieën: vaak veel minder verbaal dan bij volwassenen
• als therapeut heb je grotere invloed via ouders: als zij dat meenemen in hun
dagdagelijkse leven (dan die 2u die jij hebt)
• psychofarmaca: veel voorzichtiger in het toedienen van medicatie, ook omdat ze
bekommerd zijn om die hersenontwikkeling
2
,o zorgpartners waar vaak mee wordt samengewerkt
• COS: centrum voor ontwikkelingsstoornissen
• CAR: centrum voor ambulante revalidatie
• CLB
• CGG (volwassenen en kinderen)
• MFC : multifunctionele centra= werken vooral met kinderen met verstandelijke
beperkingen, maar ook met gedrags- en emotionele moeilijkheden
• BJZ: bijzondere jeugdszorg= alle kinderen die uit huis worden geplaatst omdat de
ouders er niet meer voor kunnen zorgen
• VK: vertrouwenscentrum= kindermishandeling
• RCA: referentiecentra autisme
• Allemaal voorzieningen die ook zorg gaan bieden voor kinderen en waarmee de
kinder- en jeugdpsychiatrie mee moet samenwerken
o Rechten van een kind
• wettelijk mag die niet veel over zichzelf beslissen, maar je word autonomer als
patiënt dan dat je wettelijk meerderjarig word => ouders hebben ouderrechten:
mogen alles weten over hun kind tot zover zorgverleners vinden dat ze het oké
vinden, bv. kinderen hebben recht op beroepsgeheim: ze vertellen iets aan
therapeut, ouders mogen het niet weten. MAAR therapeut vind dat het
problematisch word en dan moet die gaan nadenken of de patiënt voldoende
cognitief ontwikkeld is om zijn eigen keuzes te nemen => 13j kan dat niet
beseffen => soms mogen therapeuten toch overrulen wat kinderen zeggen
ENKEL als dat “in the best interest” is voor kinderen (maar niet te snel vertellen!!)
wanneer?
▪ Kindermishandeling (van ouder op kind): wettelijk melden
▪ Nadenken of een kind wilsbekwaam is
▪ Vanaf 16j “patiëntenrechten”: beslissen of die behandeling wil
▪ Onder 12j geen recht om iets te weigeren
▪ Tussen 12j-16j beslist psycholoog/therapeut of een kind in staat is eigen
beslissingen te nemen of niet
▪ Meervoudige partijdigheid: proberen te verzoenen tussen wat kinderen en
ouderen willen
• Leerplicht tot 18j:
▪ vroeger conservatiever in,
▪ nu: kinderen die gedrags- en emotionele moeilijkheden hebben, kunnen
ze gemakkelijk thuis schrijven MAAR als ze dan maandenlang thuisblijven
is het ook erg moeilijk om ze ooit nog terug te krijgen en dat is ook niet in
hun voordeel! (misschien toch terug veranderen?)
o netwerken (idee vanuit de overheid)
3
, Historiek
“hoe kijken we naar kinderen en jongeren”
~ veranderende positie van het kind doorheen de geschiedenis
Grieken We denken dat slechts sinds WO-II kinderen meer bekijken
vanuit “we moeten die alle kansen geven, we moeten die graag
zien en dat die hun volle potentieel ontwikkelen
Maar bij Grieken: “Kind heeft bescherming nodig”: jonge
mensen met potentieel en we moeten die goed opvoeden
Plato (428-348 BC) Twee dingen die we moeten vermijden:
1) Verwenning => (anders) prikkelbaarheid
2) Tirannie => (anders) somberheid
MAAR wat is goed ouderschap?
Good enough: het moet niet allemaal perfect zijn
Middeleeuwen (500-1500) Ambivalentie t.o.v. “kind” =
o kleine volwassene met economische waarde (konden
de taken van de volwassenen doen)
o toch ook spel
o disciplinering – tuchtiging
18e eeuw: Verlichting Rousseau (1712-1778)
o Filosoof
o Als we investeren in doorgeven van kennis aan kinderen
=> investeren we in andere soorten mensen => betere
maatschappij
• Opvoeding & onderwijs belangrijker dan
economisch nut
• Ontwikkelingsgericht leren
Eerste “kinderpsychiatrische behandeling”
Itard, 1801 o Pediater, en wou een geval van “wolvenkind” (l’Aveyron)
in huis nemen
• Het kind kon niet praten en was een wilde jonge
(geen manieren
• Mémoire et Rapport sur Victor de l’Aveyron:
5jaar opvoedingstraining
▪ Geen taal verworven
▪ Wel enigszins gesocialiseerd (leren zich
te gedragen als mens)
o => inzicht dat bepaalde vaardigheden die we hebben als
mensen, sommigen ervan op momenten bijgespijkerd
kunnen worden, maar andere bepaalde fases in de
hersenontwikkeling nodig hebben omdat alleen dan een
ontvankelijkheid is in de hersenen: predispositie die
alleen in die fase tot resultaat gaat leiden,
4
Kinder- en jeugdpsychopathologie en psychiatrie
H1: Inleiding Kinder- en Jeugdpsychopathologie en psychiatrie
K&J-psychopathologie
o Studie van kennis en praktijk m.b.t. psychiatrische beelden bij 0-18j
o Meer en meer ook inclusief de transitieleeftijd (jovo = jongvolwassenen t.e.m. 23j)
• tegenwoordig verlengde adolescentie, waardoor het wat langer doorloopt =>
ouders willen nog erg betrokken zijn,
• bv. meisje van 19j met anorexia nervosa die best opgenomen kan worden maar
wil dat niet => ouders mee naar spoedgevallen om te vragen haar op te nemen
• kijken naar de beste organisatie van zorg van de ene naar de andere groep
• 0j: er zijn veel beelden omschreven bij kinderen die veel zorg vragen, en
relatief recent is er infant psychiatrie ontstaan
▪ peripartale (rond de geboorte) psychiatrie: soms al voor de geboorte, een
risicosituatie kan detecteren bij een gezin, om ze zo op te volgen
o Leeftijdsafhankelijke nosologie en classificatie (orde brengen)
• 0-5j: DC 0-5 (want er is geen DSM voor kinderen)
• 6-18-23-65-100j: DSM-5
o Kinderpsychiatrie= gezinspsychiatrie
• Veel van de problematiek bij kinderen is gebonden aan het gezin errond
• Veel van de labels bij kinderen zijn ook nodig (gezinsituatie)
Gedeelde domeinen met volwassenenpsychiatrie
o Peripartale psychiatrie (parent-infant-mental health)
o KOPP (kinderen van ouders met psychiatrische problemen)
• Vaak hebben de volwassenen in de psychiatrie kinderen
• Opgroeien in een gezin waar de ouder psychische problemen heeft, heeft veel
risicofactoren voor kinderen
• Kindreflex toepassen
▪ Ook niet dat er met elk kind gewerkt moet worden, wel een periode
geweest dat het zo was
▪ Nu: gesprek met de volwassene aangaan “hoe vind je dat je als ouder in
een ouderrol en ouderschap kan functioneren wetende dat je een …
hebt/bent”
o Transitiepsychiatrie
o Kennisdeling (wetenschap, methodieken, therapieën, …)
• Het kijken naar “waarom hebben mensen dit gedrag”
1
,In kinderpsychiatrie staat “ontwikkeling” staat centraal, maar wat is ontwikkeling?
o Hersenontwikkeling
• Je word geboren en je kan niks, en dan op 18j, (18j later) sta je daar in de fleur van
je leven => op die tijd is er zoveel veranderd in je lichaam, en vooral in je hersenen
• Emoties zijn anders op 4j leeftijd dan op 18j leeftijd
o Nature-nurture transactionaliteit
• Hersenen: use it or lose it= er gebeurd vanalles
▪ Alles wat kinderen meemaken gaat een invloed hebben op die
hersenontwikkeling, en of die hersenen goed ontwikkelen, gaat ook
afhangen van de stimulatie die ze krijgen en of die voldoende is
• Gen-omgevingsinteracties
▪ Er gebeurd vanalles in de omgeving dat impact kunnen hebben op de
hersenontwikkeling
▪ Gaat die mogelijkheden verbreden of versmallen
• Transactie= voortdurende wisselwerking die ook in de tijd vooruitschrijd, wat je
vandaag meemaakt heeft een impact op je hersenontwikkeling vandaag, die op
zijn beurt een invloed heeft op wat je kan en weet morgen etc.
▪ Maakt ook dat kinderen veel traumatische ervaringen hebben, die vaak in
het hier-en-nu plaatsvinden in de kinderpsychiatrie ( volwassenen
hebben hun huidige problematiek maar het trauma is niet meer
aanwezig)
o Impact van de hersenen op alle ontwikkelingsdomeinen (en in die volgorde)
• Psychomotorisch
• Socio-emotioneel
• Cognitief
• Moreel
• Identiteit
Nog een aantal zaken die anders zijn in kinder- en jeugdpsychiatrie ten opzichte van
ouderenpsychiatrie:
o er zijn fenomenen aanwezig in een kinderleven:
• vaak moeilijke gezinssamenstelling,
• school (heel prominent aanwezig in een kinderleven): als er problemen zijn met
kinderen, zijn die er ook op school,
• instelling,
• cultuur
o diagnostiek:
• vragenlijsten: ouders, leerkrachten
• testen die ontwikkeld worden, moeten voor verschillende leeftijden worden
ontwikkeld (ook bij welk therapeutisch instrumentarium je gaat inzetten)
o therapieën: vaak veel minder verbaal dan bij volwassenen
• als therapeut heb je grotere invloed via ouders: als zij dat meenemen in hun
dagdagelijkse leven (dan die 2u die jij hebt)
• psychofarmaca: veel voorzichtiger in het toedienen van medicatie, ook omdat ze
bekommerd zijn om die hersenontwikkeling
2
,o zorgpartners waar vaak mee wordt samengewerkt
• COS: centrum voor ontwikkelingsstoornissen
• CAR: centrum voor ambulante revalidatie
• CLB
• CGG (volwassenen en kinderen)
• MFC : multifunctionele centra= werken vooral met kinderen met verstandelijke
beperkingen, maar ook met gedrags- en emotionele moeilijkheden
• BJZ: bijzondere jeugdszorg= alle kinderen die uit huis worden geplaatst omdat de
ouders er niet meer voor kunnen zorgen
• VK: vertrouwenscentrum= kindermishandeling
• RCA: referentiecentra autisme
• Allemaal voorzieningen die ook zorg gaan bieden voor kinderen en waarmee de
kinder- en jeugdpsychiatrie mee moet samenwerken
o Rechten van een kind
• wettelijk mag die niet veel over zichzelf beslissen, maar je word autonomer als
patiënt dan dat je wettelijk meerderjarig word => ouders hebben ouderrechten:
mogen alles weten over hun kind tot zover zorgverleners vinden dat ze het oké
vinden, bv. kinderen hebben recht op beroepsgeheim: ze vertellen iets aan
therapeut, ouders mogen het niet weten. MAAR therapeut vind dat het
problematisch word en dan moet die gaan nadenken of de patiënt voldoende
cognitief ontwikkeld is om zijn eigen keuzes te nemen => 13j kan dat niet
beseffen => soms mogen therapeuten toch overrulen wat kinderen zeggen
ENKEL als dat “in the best interest” is voor kinderen (maar niet te snel vertellen!!)
wanneer?
▪ Kindermishandeling (van ouder op kind): wettelijk melden
▪ Nadenken of een kind wilsbekwaam is
▪ Vanaf 16j “patiëntenrechten”: beslissen of die behandeling wil
▪ Onder 12j geen recht om iets te weigeren
▪ Tussen 12j-16j beslist psycholoog/therapeut of een kind in staat is eigen
beslissingen te nemen of niet
▪ Meervoudige partijdigheid: proberen te verzoenen tussen wat kinderen en
ouderen willen
• Leerplicht tot 18j:
▪ vroeger conservatiever in,
▪ nu: kinderen die gedrags- en emotionele moeilijkheden hebben, kunnen
ze gemakkelijk thuis schrijven MAAR als ze dan maandenlang thuisblijven
is het ook erg moeilijk om ze ooit nog terug te krijgen en dat is ook niet in
hun voordeel! (misschien toch terug veranderen?)
o netwerken (idee vanuit de overheid)
3
, Historiek
“hoe kijken we naar kinderen en jongeren”
~ veranderende positie van het kind doorheen de geschiedenis
Grieken We denken dat slechts sinds WO-II kinderen meer bekijken
vanuit “we moeten die alle kansen geven, we moeten die graag
zien en dat die hun volle potentieel ontwikkelen
Maar bij Grieken: “Kind heeft bescherming nodig”: jonge
mensen met potentieel en we moeten die goed opvoeden
Plato (428-348 BC) Twee dingen die we moeten vermijden:
1) Verwenning => (anders) prikkelbaarheid
2) Tirannie => (anders) somberheid
MAAR wat is goed ouderschap?
Good enough: het moet niet allemaal perfect zijn
Middeleeuwen (500-1500) Ambivalentie t.o.v. “kind” =
o kleine volwassene met economische waarde (konden
de taken van de volwassenen doen)
o toch ook spel
o disciplinering – tuchtiging
18e eeuw: Verlichting Rousseau (1712-1778)
o Filosoof
o Als we investeren in doorgeven van kennis aan kinderen
=> investeren we in andere soorten mensen => betere
maatschappij
• Opvoeding & onderwijs belangrijker dan
economisch nut
• Ontwikkelingsgericht leren
Eerste “kinderpsychiatrische behandeling”
Itard, 1801 o Pediater, en wou een geval van “wolvenkind” (l’Aveyron)
in huis nemen
• Het kind kon niet praten en was een wilde jonge
(geen manieren
• Mémoire et Rapport sur Victor de l’Aveyron:
5jaar opvoedingstraining
▪ Geen taal verworven
▪ Wel enigszins gesocialiseerd (leren zich
te gedragen als mens)
o => inzicht dat bepaalde vaardigheden die we hebben als
mensen, sommigen ervan op momenten bijgespijkerd
kunnen worden, maar andere bepaalde fases in de
hersenontwikkeling nodig hebben omdat alleen dan een
ontvankelijkheid is in de hersenen: predispositie die
alleen in die fase tot resultaat gaat leiden,
4