CLASS 1: DIFFERENT TYPES OF RESEARCH DESIGNS
• Descriptive Research
• Correlational Research
• Experimental Research
• Longitudinal Research
• Cross-Sectional Research
CLASS 2: TYPES OF VALIDITY
• Internal Validity
• External Validity
• Statistical Validity
• Construct Validity
CLASS 3: EXERCISES & ASSIGNMENT
• Confounding Variables in Research
o Recognize and Control Confounding Variables
o Formulate Rival Hypotheses
• Within-Subject vs Between-Subjects Designs
o Differences Between the Designs
o When to Apply Which Design
CLASS 4: ADVANCED RESEARCH DESIGNS
• Factorial Design
o Recognize and Apply Factorial Designs
o Detect and Interpret Main Effects and Interaction Effects
• Quasi-Experimental Designs
o Recognize Quasi-Experimental Designs
o Interpret Results
,WPO 1 Basisconcepten & onderzoeksmethoden – validiteit & betrouwbaarheid
Verschillende soorten onderzoeksdesigns
Beschrijvend onderzoek (Descriptive Research)
• Geen verband tussen variabelen
• Focus op hoeveelheden of frequenties van één variabele
• Voorbeelden:
o Hoeveel mensen hebben vandaag ontbeten?
o Hoeveel mensen met hoge consciëntieusheid hebben ontbeten?
o Hoeveel mensen met lage consciëntieusheid hebben ontbeten?
Correlationeel onderzoek
• Observatie van relaties tussen variabelen
• Voorbeeld: Verband tussen consciëntieusheid en dagelijks ontbijten
• Belangrijk: Correlatie ≠ causaliteit
• Vragen:
o Wat is de onafhankelijke/afhankelijke variabele?
o Wat is de nulhypothese / alternatieve hypothese?
Experimenteel onderzoek
• Voorbeeld: Heeft slaaptekort een invloed op reactietijd?
• Wat is de afhankelijke/onafhankelijke variabele?
• Hoe manipuleer je de onafhankelijke variabele? (hoe kun je dit testten)
• Wat als je geen verschil vindt? Wat zou daarvan de oorzaak kunnen zijn?
• Hoe kan je potentiele rival hypothese elimineren
• Experimenteel onderzoek laat oorzaak-gevolgrelaties zien, maar in sommige gevallen
is manipulatie onmogelijk of onwenselijk.
Causaliteit
Drie voorwaarden om causaliteit aan te tonen:
1. Covariantie (de variabelen veranderen samen)
2. Tijdvolgorde/temporal precedence (oorzaak komt voor gevolg)
3. Uitsluiten van alternatieve verklaringen (bv. confounders)
Experimenten kunnn deze voorwaarde zeer goed meten maaràandere designs, zoals
longitudinaal correlationeel onderzoek, komen dicht in de buurt
,Longitudinaal onderzoek
• Meerdere meetmomenten in de tijd
• Voordelen:
o Richting van effect bepalen
o Verandering in gedrag, affect of cognitie detecteren
• Nadelen:
o Hoge uitval
o Duur (tijdrovend en kostbaar)
Cross-sectioneel onderzoek
• Eén meetmoment
• Voordelen:
o Alle data op één moment verzameld → minder kans op uitval
• Nadelen:
o Kan geen richting van effect vast te stellen
Oefeningen onderzoeksdesigns
Oefening 1: Effect van LSD op het leren bij ratten (= doolhofexp)
• Onafhankelijke variabele: dosis LSD (hoog vs laag)
• Afhankelijke variabele: aantal fouten in het doolhof
• Alternatieve operationalisatie: tijd die nodig was om de uitgang te vinden
• Nulhypothese: er is geen verschil in leerprestatie tussen de twee groepen
• Alternatieve hypothese: de LSD-dosis beïnvloedt de leerprestatie
• Causaliteit mogelijk? Ja, want er is manipulatie
• Voorwaarden voldaan? Ja, als er randomisatie en controle is
Oefening 2: Naamvoorkeur en verhuisgedrag (= mensen die california heten hebben meer
kans om ook daar te gaan wonen)
• Type onderzoek: correlationeel
• Conclusie correct? Nee, correlatie betekent geen causaliteit; er kunnen alternatieve
verklaringen zijn (toeval, culturele factoren)
Oefening 3: Fastfood en examencijfers (= studenten die meer fastfood eten behaalde lagere
cijfers)
• Type onderzoek: correlationeel
• Onafhankelijke variabele: hoeveelheid fastfoodconsumptie
• Afhankelijke variabele: examensucces
• Kan dit experimenteel onderzocht worden? Theoretisch wel, maar ethisch moeilijk
uitvoerbaar
, Oefening 4: Onderzoeksvragen en gepast design
• Uitstel van gratificatie op jonge leeftijd → professioneel succes: longitudinaal
correlationeel onderzoek
• Onaangename klantcontacten → motivatie diezelfde dag: cross-sectioneel correlationeel
onderzoek
• Inspanning-beloning onevenwicht → welzijn: correlationeel onderzoek
• Stress → burn-out: longitudinaal correlationeel onderzoek
Oefening 5:
Geef aan welk onderzoeksdesign je zou gebruiken voor de volgende onderzoeksvragen:
• Hoge mate van uitstel van behoeftebevrediging op jonge leeftijd is positief gerelateerd aan
later professioneel succes. → Longitudinaal correlationeel onderzoek
• Er is een negatief verband tussen het aantal onaangename klantcontacten en de motivatie
van een verkoper op dezelfde dag. → Cross-sectioneel correlationeel onderzoek
• Er is een negatief verband tussen inspanning-beloning onevenwicht en het welzijn van
werknemers. → Correlationeel onderzoek
• Een stijgend stressniveau is positief gerelateerd aan het daadwerkelijk optreden van een
burn-out. → Longitudinaal correlationeel onderzoek
Waar u op moet letten bij het ontwerpen van een enquête/survey
Do's en Don'ts bij het opstellen van vragen (KISS-principe)
• KISS: Keep It Short and Simple
• Vermijd technische termen of vakjargon
• Vermijd vage termen en wees specifiek
• Vermijd dubbele ontkenningen
• Vermijd samengestelde vragen (dubbelzinnige vragen)
• Vermijd extreme formuleringen, blijf neutraal
• Vermijd suggestieve vragen; formuleer vragen zo neutraal mogelijk
Neutrale formulering van items
• Formuleer vragen zodanig dat zowel voorstanders als tegenstanders zich erin
herkennen
• Verhoogt het differentieërend vermogen/ differentiation capability
Complexe concepten meten: gebruik schalen
• Meerdere vragen over hetzelfde concept zorgen voor betrouwbaarheidà zo kunnen
variaties in formulering op dezelfde manier geïnterpreteerd worden
• Er bestaan vele gevalideerde schalen die je kunt gebruiken