MOTORISCHE CONTROLE, LEREN EN ONTWIKKELING
OPEN VRAGEN:
1. Off-line consolidatie + tapping task
* off-line consolidatie
-> motorisch leren: proces met 2 snelheden
- Fast learning = acute vooruitgang tijdens oefensessie zelf
- Off-line consolidatie van geleerde EN zelfs verbetering tov moment net na oefensessie
-> slaap zeer belangrijke fase voor lange termijn consolidatie en verbetering
* finger-tapping task
-> aanleren van ‘tapping task’
-> metingen tijdens training
-> met/zonder slaap
-> retentie tot 48u
verbetering meer uitgesproken in ‘slaap’ groep tov ‘wakker’ groep
2. Halve puppy fase 2 in buiklig (3-4m): geef 5 kernwoorden
- Steunend op voorarmen
- Benen in extensie
- Hoofd en schouderstabiliteit
- Symmetrisch
- Romp oprichten
3. Geef 4 mijlpalen van Shirleya
- Kruipen: 10 maand
- Reiken: 3 maand
- Zelfstandig zitten: 7m
- Optrekken tot stand: 12m
- Trap: 13m
4. Matuur stappatroon: geef 5 kenmerken
- Voldoende duur steunfase
- Staplengte
- Stapsnelheid
- Kadans
- Armzwaai
5. Leg uit: kracht- en precisiegreep + voorbeeld
- precisiegreep: voorwerp nemen met enkel vingers
Vb: pincetgreep (pincet vasthouden), driehoekspuntgreep (balpen vasthouden)
- krachtgreep: voorwerp nemen met volledige hand
Vb: cilindergreep (fietspomp), haakgreep (boekentas optillen)
6. Geef voor- en nadelen van PET-scan
* voordelen
- hoge spatiële resolutie
- activiteit van dieper gelegen zones in kaart brengen
* nadelen
- voorbereiding (invasief)
- lage temporele resolutie
- duur
- beperkte bewegingsvrijheid
- indirecte meting van activiteit
7. Fase 1: ruglig (0-3 maanden), geef 6 kenmerken
- asymmetrisch kicking
, - zwaartepunt caudaal
- schouderretractie
- veel contact met grond
- hoofd op middenlijn
- asymmetrie
8. Leg verschil uit tussen vaardigheidscomponent en vaardigheidsproces
* vaardigheidscomponenten
- posturale componente
- locomotorische componente
- manipulatieve componente
Vb: schrijven
-> posturale componente: rechte romp, leunen op niet-schrijvende hand/arm
-> locomotorische componente: hand schuiven over blad
-> manipulatieve componente: vormen van letters
* vaardigheidsproces
1) stimulus identificatie: waarnemen van relevante info uit omgeving en lichaam
2) respons selectie en programmering: beslissen wat te doen en hoe
3) respons uitvoering: productie van georganiseerde spieractiviteit
9. Leg visuele flow en stapsnelheid uit
-> tijdens stappen/lopen creeëren van visuele flow, met focus in richting waarin gelopen wordt
-> perceptie van deze flow: evolutionair gekoppeld aan voortbewegingssnelheid
-> manipulatie van deze flow laat toe deze invloed te bestuderen:
- nulconditie: snelheid van flow even groot als voortbewegingssnelheid, maar tegengesteld
van zin
- snellere flow: creëert indruk van hogere snelheid, en heeft vertraging als gevolg
- tragere flow: creëert perceptie van lagere snelheid, wat leidt tot versnelling
- ook invloed op transitie WTR
voorkeur wandelsnelheid beïnvloed door visuele flow: hogere stapsnelheid bij tragere flow en vice
versa
10. Voordelen van op buik liggen:
- sneller mijlpalen bereiken
- meer exploratiemogelijkheden
- oprichtreacties
- cocontractie ventrale en dorsale keten
11. Geef voorbeeld van:
-> oprichtreactie: labyrinthreactie, parachutereactie,..
-> omgevingsfactor: buik-/ruglig , voeding, draagmanier,..
-> babyreactie: Landau reactie, mororeactie, grijpreflex,..
-> cephalo-caudale ontwikkeling: bij tijgeren eerst handen en armen bewegen, later benen en voeten
erbij
12. Juist of fout en leg uit:
-> Posttetanische potentiatie zorgt voor leren van vaardigheden juist: door tijdelijke versterking
van synaptische verbindingen na herhaalde stimulatie (oefening). Bevordert verbetering en
consolidatie van motorische vaardigheden.
-> Type grouping komt door sprouting fout: gerelateerd aan hergroepering van specifieke
neuronale typen, sprouting verwijst naar vorming van nieuwe uitlopers of neurale verbindingen
13. Beknopt uitleggen
* probleem van vrijheidsgraden
-> +/- 100 gewrichten en 792 spieren: zeer groot aantal dFs
-> controle? op welke niveau?
- bepaalt aantal in rekening te brengen dFs
- gewrichtniveau, neuronaal niveau,..
OPEN VRAGEN:
1. Off-line consolidatie + tapping task
* off-line consolidatie
-> motorisch leren: proces met 2 snelheden
- Fast learning = acute vooruitgang tijdens oefensessie zelf
- Off-line consolidatie van geleerde EN zelfs verbetering tov moment net na oefensessie
-> slaap zeer belangrijke fase voor lange termijn consolidatie en verbetering
* finger-tapping task
-> aanleren van ‘tapping task’
-> metingen tijdens training
-> met/zonder slaap
-> retentie tot 48u
verbetering meer uitgesproken in ‘slaap’ groep tov ‘wakker’ groep
2. Halve puppy fase 2 in buiklig (3-4m): geef 5 kernwoorden
- Steunend op voorarmen
- Benen in extensie
- Hoofd en schouderstabiliteit
- Symmetrisch
- Romp oprichten
3. Geef 4 mijlpalen van Shirleya
- Kruipen: 10 maand
- Reiken: 3 maand
- Zelfstandig zitten: 7m
- Optrekken tot stand: 12m
- Trap: 13m
4. Matuur stappatroon: geef 5 kenmerken
- Voldoende duur steunfase
- Staplengte
- Stapsnelheid
- Kadans
- Armzwaai
5. Leg uit: kracht- en precisiegreep + voorbeeld
- precisiegreep: voorwerp nemen met enkel vingers
Vb: pincetgreep (pincet vasthouden), driehoekspuntgreep (balpen vasthouden)
- krachtgreep: voorwerp nemen met volledige hand
Vb: cilindergreep (fietspomp), haakgreep (boekentas optillen)
6. Geef voor- en nadelen van PET-scan
* voordelen
- hoge spatiële resolutie
- activiteit van dieper gelegen zones in kaart brengen
* nadelen
- voorbereiding (invasief)
- lage temporele resolutie
- duur
- beperkte bewegingsvrijheid
- indirecte meting van activiteit
7. Fase 1: ruglig (0-3 maanden), geef 6 kenmerken
- asymmetrisch kicking
, - zwaartepunt caudaal
- schouderretractie
- veel contact met grond
- hoofd op middenlijn
- asymmetrie
8. Leg verschil uit tussen vaardigheidscomponent en vaardigheidsproces
* vaardigheidscomponenten
- posturale componente
- locomotorische componente
- manipulatieve componente
Vb: schrijven
-> posturale componente: rechte romp, leunen op niet-schrijvende hand/arm
-> locomotorische componente: hand schuiven over blad
-> manipulatieve componente: vormen van letters
* vaardigheidsproces
1) stimulus identificatie: waarnemen van relevante info uit omgeving en lichaam
2) respons selectie en programmering: beslissen wat te doen en hoe
3) respons uitvoering: productie van georganiseerde spieractiviteit
9. Leg visuele flow en stapsnelheid uit
-> tijdens stappen/lopen creeëren van visuele flow, met focus in richting waarin gelopen wordt
-> perceptie van deze flow: evolutionair gekoppeld aan voortbewegingssnelheid
-> manipulatie van deze flow laat toe deze invloed te bestuderen:
- nulconditie: snelheid van flow even groot als voortbewegingssnelheid, maar tegengesteld
van zin
- snellere flow: creëert indruk van hogere snelheid, en heeft vertraging als gevolg
- tragere flow: creëert perceptie van lagere snelheid, wat leidt tot versnelling
- ook invloed op transitie WTR
voorkeur wandelsnelheid beïnvloed door visuele flow: hogere stapsnelheid bij tragere flow en vice
versa
10. Voordelen van op buik liggen:
- sneller mijlpalen bereiken
- meer exploratiemogelijkheden
- oprichtreacties
- cocontractie ventrale en dorsale keten
11. Geef voorbeeld van:
-> oprichtreactie: labyrinthreactie, parachutereactie,..
-> omgevingsfactor: buik-/ruglig , voeding, draagmanier,..
-> babyreactie: Landau reactie, mororeactie, grijpreflex,..
-> cephalo-caudale ontwikkeling: bij tijgeren eerst handen en armen bewegen, later benen en voeten
erbij
12. Juist of fout en leg uit:
-> Posttetanische potentiatie zorgt voor leren van vaardigheden juist: door tijdelijke versterking
van synaptische verbindingen na herhaalde stimulatie (oefening). Bevordert verbetering en
consolidatie van motorische vaardigheden.
-> Type grouping komt door sprouting fout: gerelateerd aan hergroepering van specifieke
neuronale typen, sprouting verwijst naar vorming van nieuwe uitlopers of neurale verbindingen
13. Beknopt uitleggen
* probleem van vrijheidsgraden
-> +/- 100 gewrichten en 792 spieren: zeer groot aantal dFs
-> controle? op welke niveau?
- bepaalt aantal in rekening te brengen dFs
- gewrichtniveau, neuronaal niveau,..