WAT IS KWALITATIEF ONDERZOEK?
- Moeilijk eenduidig te definiëren vanwege de diversiteit aan methoden en doelen
- Het gaat niet simpelweg om onderzoek zonder cijfers want sommige kwalitatieve studies gebruiken wel
cijfers, en niet elk onderzoek zonder cijfers is kwalitatief
- Kwalitatieve methoden delen vaak bepaalde kenmerken, maar niet elk kenmerk geldt voor alle kwalitatieve
benaderingen
KENNISTHEORETISCHE BENADERING
= blik op de wereld en onderzoek, hoe kennis wordt vergaard en wat de waarde is van wat we weten
= epistemologie of wetenschapsfilosofie
- Het gaat om een visie op
• De staat van de wereld
• Het doel van de wetenschap
• De rol van de onderzoeker
Kwalitatief onderzoek heeft (deels) een andere kennistheorie dan kwantitatief onderzoek
- Beiden zijn gebaseerd op empirisch onderzoek
• Niet door God gegeven (= theologie)
• Niet abstract beredeneerd (= metafysica)
• Wel gebaseerd op empirie (= moderne wetenschap)
- De kwantitatieve kennistheorie is gebaseerd op logisch positivisme
- De kwalitatieve kennistheorie is post-modernistisch en is gebaseerd op sociaal constructivisme
LOGISCH POSITIVISME
- Er bestaat objectieve kennis en de externe wereld bepaalt wat waar is
- Wetenschap is cumulatief dat leidt tot het ontdekken van de objectieve realiteit / de “waarheid”
• Onderzoek kan gezien worden als een ontdekkingsreis: de wereld bestaat op een bepaalde manier en
die wordt ontdekt
- Kennisproductie is onafhankelijk van de onderzoeker en de onderzoeker moet dus neutraal blijven
Het doel van positivisme is dus de waarheid leren kennen (realisme)
POST-MODERNISME
- Er bestaat geen objectieve kennis, hooguit bestaan er meerdere manieren om de wereld te kennen
- Onderzoek leidt tot een waardevolle interpretatie van de werkelijkheid, en meerdere interpretaties vullen
elkaar aan
• Onderzoek wordt gezien als een bouwproject: meerdere mensen die de puzzelstukjes samenleggen om
een geheel te vormen
- Niet alleen het theoretisch perspectief maar ook sociale en culturele achtergrond van de onderzoeker is
van belang
• Een onderzoeker kan nooit neutraal zijn want elke persoon en dus onderzoeker is altijd vormgegeven
door en functioneert in een bepaald sociaal/cultureel/wetenschappelijk systeem dat richting geeft aan
▪ De interesse in en formulering van de onderzoeksvraag
▪ Keuze van de methode van dataverzameling
▪ Interpretatie van de data
• Neutraliteit is dus onmogelijk, dus transparantie is belangrijk
Het doel van post-modernisme is dus een perspectief laten zien (relativisme) en het combineren van
meerdere perspectieven in dialoog (sociaal constructivisme)
Er zit dan ook een kracht van sociaal engagement in kwalitatief onderzoek:
• Door een perspectief te laten zien, kan er ook aandacht zijn voor het perspectief van minder machtigen
,MWO2 – juni 2025 2
• Het combineren van meerdere perspectieven laat zien hoe mensen samen de werkelijkheid kunnen
veranderen
METHODE(N) VAN DATAVERZAMELING EN ANALYSE
Methoden van dataverzameling en analyse zijn anders en men gebruikt dus een andere gereedschapskist (bv.
tellen vs beleving beschrijven)
- Vaak gaat het om een rijke verzameling van gedetailleerde, beschrijvende data via o.a. diepte-interviews,
focusgroepen en veldnotities
• Dit soort data wordt vaak beschreven als thick description
• Kwantitatieve methoden zullen veel beperkter en meer gestructureerd zijn
- Er is een focus op het perspectief van het individu en hun individualiteit
• Rijke data-verzamelingsmethoden zoals interviews of focusgroepen bevorderen deze individuele
benadering
• Kwantitatief onderzoek zal eerder focussen op vergelijkingen van mensen op een abstracte dimensie
(bv. een persoonlijkheidsdimensie)
- Kwalitatief onderzoek bevindt zich vaak in natuurlijke settings en verdiepen zich in de kenmerken van het
dagelijks leven en de sociale context context van hun deelnemers
ONDERZOEKSPROCES
Er zijn andere accenten in de empirische cyclus en dus het onderzoeksproces verschilt van kwantitatief
onderzoek
- Onderzoek beweegt zich voortdurend heen en weer van theorie naar data en weer terug
• Deductie is het vertrekken van een algemene theorie waaruit je toetsbare uitspraken afleidt
(hypothesen), bv. meisjes zijn minder goed dan jongens in wis- en natuurkunde → meisjes zullen een
lagere score halen op een wiskundetest dan jongens
• Inductie is het vertrekken van beperkte data (een initiële intuïtie en/of beperkt aantal observaties)
waaruit men een algemene theorie afleidt of de oude bijstelt, bv. je merkt dat je als fysicaleraar
meisjes moeilijker gemotiveerd krijgt voor het vak → meisjes worden minder gesocialiseerd om
wiskunde en NW leuk te vinden dan jongens
- Kwalitatief onderzoek vormt een geschikte basis voor inductie en doet aan theoretische interpretatie, want
• Er zijn rijke beschrijvingen
• Er is oog voor het perspectief van het individu en niet tot het reduceren van 1 of enkele
gedragskenmerken die standaard gemeten kunnen worden in grote aantallen
• Er is oog voor het dagelijks leven in een specifieke sociale en culturele omgeving en niet individuele
reacties los van die omgeving in labo of testsituatie
- Kwantitatief onderzoek legt de nadruk eerder op deductie en gebruikt een hypothetisch-deductieve
methode
KRITIEK VAN KWALITATIEVE ONDERZOEKERS OP DEDUCTIE
- Hoe kom je aan nieuwe inzichten/theorieën? Er is precies een soort black box in kwantitatief onderzoek
waar al die theorieën vandaan komen…
- Inzichten in bestaande theorieën worden alleen aangeleverd door de elite/mainstream, waardoor het
perspectief van minder machtigen en/of vanuit andere culturen dan westerse ontbreekt
,MWO2 – juni 2025 3
EEN VOORBEELD
Pesten gaat over herhaaldelijk negatief gedrag dat systematisch is, zich richt op de persoon of diens
functioneren en psychische, fysieke of seksuele vormen aan kan nemen
In onderzoek naar pesten worden verschillende fasen onderscheiden
1. Kritisch incident
2. De verliezer wordt gestigmatiseerd als mogelijks doelwit voor pesten
3. Als de leidinggevende niet ingrijpt, wordt het stigma bevestigd
4. Het pesten kan uiteindelijk leiden tot een soort uitdrijving van de persoon in de organisatie
KWANTITATIEVE VS KWALITATIEVE ONDERZOEKSVRAGEN
Kwantitatieve onderzoeksvragen Kwalitatieve onderzoeksvragen
- Als het gaat om frequentie (hoe veel, hoe vaak) - Ontstaan en verloop (wat, wie, wanneer …)
- Als het gaat om verschillen tussen organisaties, - Alles over subjectieve beleving door getuigen,
PH, meetpunten (begin en einde jaar) → slachtoffers, daders, leidinggevenden (hoe,
meer/minder, stijging/daling waarom, …)
- Als het gaat om een algemeen verband met - Specifieke context (waar, wanneer …)
persoons- (bv. subassertiviteit) of
situatiekenmerken (bv. stress op werk)
- Als het gaat om de oorzaak van pesterijen bv.
conflict escalatie
DEDUCTIE
= vertrekt vanuit theorieën om hypothesen te stellen en test zo die theorieën
Strain theory Conflict theory
= pesten is een gevolg van stress = pesten is een gevolg van geëscaleerde conflicten
1. Er is strain/frustraties 1. Er is een taak- of relationeel conflict
2. Men past destructieve coping toe 2. Er is een slechte, destructieve conflicthantering
3. Dit leidt tot frustratie en agressie 3. Het conflict escaleert
4. Zo wordt men de dader van pesterijen 4. De verliezer wordt slachtoffer van pestgedrag
INDUCTIE
= vanuit een casus/data toevoegen aan bestaande theorieën
Strain theory Conflict theory
= pesten is een gevolg van stress = pesten is een gevolg van geëscaleerde conflicten
1. Er is strain/frustraties 1. Er is een taak- of relationeel conflict
2. We zien twee soorten destructieve coping: 2. Er is een slechte, destructieve conflicthantering
actieve en passieve 3. Het conflict escaleert, en die escalatie heeft
3. Actief destructieve coping leidt tot frustratie en misschien een machtsbasis
agressie, maar passief destructieve coping kan • Men heeft net meer of minder formele of
misschien leiden tot de schending van normen informele macht
4. In geval van frustratie en agressie wordt men de 4. De verliezer wordt slachtoffer van pestgedrag en
dader van pesterijen, maar bij schending van de winnaar wordt dader van pesterijen
normen lijkt men eerder slachtoffer te worden
OF men kan vanuit een casus/data nieuwe theorieën opstellen: het gaat niet om conflict of stress maar om
‘groepscultuur’:
1. Er is een ‘pestcultuur’ in de organisatie of het team
2. Die ‘pestcultuur’ wordt genormaliseerd: negatief gedrag wordt de groepsnorm of gewoonte
3. Alle groepsleden worden daders van pesterijen
4. Nieuwkomers of buitenbeentjes worden slachtoffers
, MWO2 – juni 2025 4
We kunnen dus met casussen/data zowel deductie als inductie doen, maar de nadruk ligt op inductie
binnen kwalitatief onderzoek, want beschrijvingen brengen ervaringen in kaart om zo nieuwe inzichten te
krijgen, bestaande theorie aan te vullen of nieuwe theorie te ontwikkelen
KENMERKEN VAN KWALITATIEF ONDERZOEK
- Rijke beschrijving (thick description): kwalitatieve onderzoekers streven naar gedetailleerde, rijke gegevens
• Ze gebruiken daarvoor methoden zoals diepte-interviews, focusgroepen en veldnotities om de
ervaringen van mensen grondig in beeld te brengen
• ‘Zachte data’ worden gewaardeerd om hun nuance, in tegenstelling tot de 'harde', meetbare data van
kwantitatief onderzoek
- Perspectief van het individu staat centraal: de nadruk ligt op hoe mensen hun eigen ervaringen en
werkelijkheid begrijpen; het individu wordt niet gereduceerd tot gemiddelden of cijfers, zoals vaak in
kwantitatief onderzoek
- Afwijzing van positivisme: kwalitatieve onderzoekers verwerpen het idee dat er één objectieve waarheid is
die neutraal gemeten kan worden en werken vaak met postmodernistische of constructivistische
perspectieven waarin realiteit meervoudig en veranderlijk is
• Realiteit wordt gezien als iets dat mensen zelf construeren via taal, interactie en betekenisgeving
- Postmoderne gevoeligheid: kwalitatieve onderzoekers zoeken naar betrokkenheid, realiteitsnabijheid en
dialoog en werken vaak in nauwe samenwerking met deelnemers en voelen een persoonlijke
verantwoordelijkheid tegenover hen
- Aandacht voor de alledaagse leefwereld: er wordt rekening gehouden met de sociale context en dagelijkse
ervaringen van deelnemers, en de complexiteit van het dagelijks leven wordt niet gereduceerd tot
variabelen of cijfers
• De onderzoeker probeert de leefwereld van de deelnemer van binnenuit te begrijpen (als “insider”)
- De onderzoeksopzet is flexibel en ontwikkelt zich vaak gaandeweg (emergent design)
- Theorieën ontstaan uit de gegevens zelf (inductie), in plaats van vooraf vastgestelde hypotheses te testen