Ontwikkelingspsychologie samenvatting bachelor jaar 1 universiteit Utrecht
H 8 Language and communication
Language / taal: een communicatiesysteem waarbij woorden en hun geschreven symbolen, combineren in regelbeheerste manieren
om sprekers een aantal van berichten te laten produceren.
- Taal is belangrijk voor kinderen en helpt bij meerdere aspecten. P. 206.
- Taal is een 2weg:
Productieve taal: de productie van spraak.
Receptieve taal: het begrijpen van spraak van anderen.
Preverbale baby’s: Baby’s communiceren met hun verzorgers door expressies, geluiden en lachen. Vooral lachen is belangrijk voor
het lokaliseren van geluiden en om expressies effectief om te gebruiken in communicatie.
- Tussen 3 en 12 maand is er vooruitgang in het gebruiken van gebaren. Bijv. bij 6 maand wijzen baby’s.
Proto- declaratief: een gebaar die een baby gebruikt om een statement te maken over een object.
Proto- imperatief: een gebaar die een baby of jong kind gebruikt om iemand iets te laten doen wat het kindje / baby wil. Ook kunnen
zij woorden en gebaren gecombineerd gebruiken om dingen duidelijk te maken. wel kan dit onafhankelijk ontwikkelen van verbale
skills.
Receptieve taal ontwikkelt vroeg, eerder dan kunnen spreken. Pasgeborenen hebben voorkeur naar spraak en vocale muziek dan
ritmische muziek. En ook voor de geboorte kan een baby de stem van de moeder herkennen.
Categorische spraak perceptie: de neiging om dezelfde range van geluiden waar te nemen , welke tot dezelfde fonemen groep hoort.
Dit geld vanaf 1 maand. (eerst repetitie van bah daarna gah of andersom, hartslag van baby’s ging omhoog).
- Pasgeborene of prenataal kunnen baby’s de ritmische organisatie van hun cultuur herkennen (getest met zuigritme).
De ontwikkeling van taal en het herkennen van bijv. belangrijke onderscheidingen duurt.
Habituation: een vorm van leren door de afname in sterkte van en respons op een herhaalde stimulus.
Huilen is een van de eerste communicatie middelen van baby’s. eerst is het voor honger, verschonen of buikpijn. Bij ¾ maand kan het
ook voor psychologische behoeften zijn zoals knuffelen of spelen.
Basic Aritmisch en lage intensiteit: honger of andere factoren
Angry Zelfde als basic, alleen dan met onregelmatige pauzes en ademhalingen: iets
weggehaald bijv. een speeltje
pain Plotseling, luid, een lange huil gevolgd door een stilte waarbij het kindje adem
inhoudt, en korte ademhalingen: buikpijn bijv.
Ook zijn baby’s actief in het produceren van geluiden.”oo” geluiden vanaf 1 maand, bij halfjaar babbelen en bij bijna een jaar
zelfbedachte woorden. ( deze geluiden zijn universeel tot het halfjaar dan komt cultuur erbij).
Er zijn 4 componenten van taal: fonologie, semantieken, grammatica en pragmatica
Fonologie: het systeem van geluiden die een taal gebruikt.
Semantiek: de betekenis van woorden en woordcombinaties.
Grammatica: de structuur van een taal bestaande uit morfologie en syntaxen.
Morfologie: morfemen de kleinste betekenissen in een taal.
Syntax: het deel van grammatica dat vertelt hoe woorden worden gecombineerd in een zin.
Pragmatica: een set van regels die de juiste taal voor een sociale context specifeert.
De meeste onderzoekers hebben een interactieve view.
- Learning appproach: deze benadering houdt reinforcement en imitatie in. Deze benadering wordt niet gesteund door
bewijs. P. 213.
- De nativistische view: taal verwerving komt door de biologie van mensen. Language acquisition device (LAD): een mentale
structuur in het menselijke zenuwstelsel welke een concept van taal bevat. Bewijs hiervoor is dat kinderen taal verwerven
zelfs wanneer zij hierin worden benadeeld/ gelimiteerd.
Een ander bewijs is het hebben ban een critical period. Maar zelfs hierbij hebben mensen andere factoren nodig die ze
beïnvloed. Ook verklaard het niet de verschillen in taal.
- De interactionist view; biologie en omgeving samen. Bewezen door twinstudies. P. 216.
Semantische ontwikkeling:
Het begrijpen van woorden, gaat de vaardigheid om zich uit te drukken, ver boven. Meaning explosion; rond 1,5 een snelle toename
in het begrijpen van woorden. 50/100 woorden. bij 2 jaar 900 en bij 6 jaar 8000.
Er zijn dus verschillende benadering in hoe kinderen woorden leren.
Markman ontwikkelde de (ECM) emergentist coalition model, deze bevat 6 principes voor het leren van taal.
Het eerste wat baby’s leren is Referentie: weten dat woorden ergens voor staan. Dit model legt nadruk op sociale interactie.
Door onderzoek werden er 2 dingen gevonden: 1) elk huishouden varieert in de taalervaring en 2) de ervaring in de eerste 5 jaar van
een kind in taal is positief gecorreleerd met taal.
- Zelfstandig naamwoorden worden sneller geleerd dan werkwoorden. Een verklaring hiervoor kan zijn dan de betekenis van
naamwoorden makkelijker is om te leren dan een betekenis van een actie. Onderzoekers vonden ook uit dat kinderen
werkwoorden sneller leren wanneer ze de actie zelf kunnen uitvoeren.
Fouten in het gebruik van woorden door kinderen:
H 8 Language and communication
Language / taal: een communicatiesysteem waarbij woorden en hun geschreven symbolen, combineren in regelbeheerste manieren
om sprekers een aantal van berichten te laten produceren.
- Taal is belangrijk voor kinderen en helpt bij meerdere aspecten. P. 206.
- Taal is een 2weg:
Productieve taal: de productie van spraak.
Receptieve taal: het begrijpen van spraak van anderen.
Preverbale baby’s: Baby’s communiceren met hun verzorgers door expressies, geluiden en lachen. Vooral lachen is belangrijk voor
het lokaliseren van geluiden en om expressies effectief om te gebruiken in communicatie.
- Tussen 3 en 12 maand is er vooruitgang in het gebruiken van gebaren. Bijv. bij 6 maand wijzen baby’s.
Proto- declaratief: een gebaar die een baby gebruikt om een statement te maken over een object.
Proto- imperatief: een gebaar die een baby of jong kind gebruikt om iemand iets te laten doen wat het kindje / baby wil. Ook kunnen
zij woorden en gebaren gecombineerd gebruiken om dingen duidelijk te maken. wel kan dit onafhankelijk ontwikkelen van verbale
skills.
Receptieve taal ontwikkelt vroeg, eerder dan kunnen spreken. Pasgeborenen hebben voorkeur naar spraak en vocale muziek dan
ritmische muziek. En ook voor de geboorte kan een baby de stem van de moeder herkennen.
Categorische spraak perceptie: de neiging om dezelfde range van geluiden waar te nemen , welke tot dezelfde fonemen groep hoort.
Dit geld vanaf 1 maand. (eerst repetitie van bah daarna gah of andersom, hartslag van baby’s ging omhoog).
- Pasgeborene of prenataal kunnen baby’s de ritmische organisatie van hun cultuur herkennen (getest met zuigritme).
De ontwikkeling van taal en het herkennen van bijv. belangrijke onderscheidingen duurt.
Habituation: een vorm van leren door de afname in sterkte van en respons op een herhaalde stimulus.
Huilen is een van de eerste communicatie middelen van baby’s. eerst is het voor honger, verschonen of buikpijn. Bij ¾ maand kan het
ook voor psychologische behoeften zijn zoals knuffelen of spelen.
Basic Aritmisch en lage intensiteit: honger of andere factoren
Angry Zelfde als basic, alleen dan met onregelmatige pauzes en ademhalingen: iets
weggehaald bijv. een speeltje
pain Plotseling, luid, een lange huil gevolgd door een stilte waarbij het kindje adem
inhoudt, en korte ademhalingen: buikpijn bijv.
Ook zijn baby’s actief in het produceren van geluiden.”oo” geluiden vanaf 1 maand, bij halfjaar babbelen en bij bijna een jaar
zelfbedachte woorden. ( deze geluiden zijn universeel tot het halfjaar dan komt cultuur erbij).
Er zijn 4 componenten van taal: fonologie, semantieken, grammatica en pragmatica
Fonologie: het systeem van geluiden die een taal gebruikt.
Semantiek: de betekenis van woorden en woordcombinaties.
Grammatica: de structuur van een taal bestaande uit morfologie en syntaxen.
Morfologie: morfemen de kleinste betekenissen in een taal.
Syntax: het deel van grammatica dat vertelt hoe woorden worden gecombineerd in een zin.
Pragmatica: een set van regels die de juiste taal voor een sociale context specifeert.
De meeste onderzoekers hebben een interactieve view.
- Learning appproach: deze benadering houdt reinforcement en imitatie in. Deze benadering wordt niet gesteund door
bewijs. P. 213.
- De nativistische view: taal verwerving komt door de biologie van mensen. Language acquisition device (LAD): een mentale
structuur in het menselijke zenuwstelsel welke een concept van taal bevat. Bewijs hiervoor is dat kinderen taal verwerven
zelfs wanneer zij hierin worden benadeeld/ gelimiteerd.
Een ander bewijs is het hebben ban een critical period. Maar zelfs hierbij hebben mensen andere factoren nodig die ze
beïnvloed. Ook verklaard het niet de verschillen in taal.
- De interactionist view; biologie en omgeving samen. Bewezen door twinstudies. P. 216.
Semantische ontwikkeling:
Het begrijpen van woorden, gaat de vaardigheid om zich uit te drukken, ver boven. Meaning explosion; rond 1,5 een snelle toename
in het begrijpen van woorden. 50/100 woorden. bij 2 jaar 900 en bij 6 jaar 8000.
Er zijn dus verschillende benadering in hoe kinderen woorden leren.
Markman ontwikkelde de (ECM) emergentist coalition model, deze bevat 6 principes voor het leren van taal.
Het eerste wat baby’s leren is Referentie: weten dat woorden ergens voor staan. Dit model legt nadruk op sociale interactie.
Door onderzoek werden er 2 dingen gevonden: 1) elk huishouden varieert in de taalervaring en 2) de ervaring in de eerste 5 jaar van
een kind in taal is positief gecorreleerd met taal.
- Zelfstandig naamwoorden worden sneller geleerd dan werkwoorden. Een verklaring hiervoor kan zijn dan de betekenis van
naamwoorden makkelijker is om te leren dan een betekenis van een actie. Onderzoekers vonden ook uit dat kinderen
werkwoorden sneller leren wanneer ze de actie zelf kunnen uitvoeren.
Fouten in het gebruik van woorden door kinderen: