GEMEENSCHAPSGERICHT WERKEN
VERMAATSCHAPPELIJKING
POWERPOINT
WHAT'S IN THE NAME
- vermaatschappelijking is hot
- populaire term met hoge aaibaarheidsfactor
- tegelijk: containerbegrip dat vele ladingen dekt
- dezelfde terminologie, andere invulling/visie
- onderhevig aan discussie en kritiek
- socio-historische ontleding
- laag 1: de sociale relatie tussen overheid en burgers
- 1830: klassiek-liberale staatsopvatting
- overheid komt zo min mogelijk tussen in private aangelegenheden
- eind 19e eeuw: sociale kwestie
- slechte omstandigheden en grote kindersterfte
- zorgen voor sociale onrust
- eind 19e - begin 20e eeuw
- van afstandelijke naar sociale relatie tussen overheid en
burgers/gezinnen
- bijvoorbeeld
- 1914: invoering leerplicht
- gesubsidieerde liefdadigheid
- sociaal beleid en sociale voorzieningen
- laag 2: deïnstitutionalisering en ‘community care’
- 1960/70: kritiek op de residentiële zorg
- sluiting grote psychiatrische instellingen
- begrip ‘community care’
- extramuralisering van de zorg
- onderscheid in de zorg tussen eerste, tweede, derde en nulde lijn
- laag 3: solidariteit
- koude solidariteit
- na WO2: uitbouw van de verzorgingsstaat
- via de sociale zekerheid
- levenslange sociale bescherming voor iedereen
- oa door belastingen
- bv: gezinsbijslag, pensioenen,
werkloosheidsuitkering,..
- solidariteit tussen mensen die elkaar niet persoonlijk kennen
- koud= rationeel, vanop afstand
- warme solidariteit
- leidend principe: subsidiariteit
- zorg wordt in eerste plaats verwacht in informele en private sfeer
1
, - warm= dichtbij, rechtstreeks
-
burgers worden aangesproken op ‘morele plicht’
- ondersteuning voor medeburgers op te nemen
- burgers beslissen zelf over de spelregels
- wie dit ‘verdient’ en wie niet
- nieuw begrip? of historische constante
- vormgeving aan de relatie tussen overheid en burgers
- rol van de formele hulpverleners en informele
- verbonden met solidariteitsopvattingen
DE HUIDIGE CONTEXT
- ‘vermaatschappelijking’ in het meest recente beleidsdiscours
- “Verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar gestreefd wordt om mensen met beperkingen (van
lichamelijke, verstandelijke of psychische aard), chronisch zieken, kwetsbare ouderen, jongeren met
gedrags- en emotionele problemen, mensen die in armoede leven,… met al hun mogelijkheden en
kwetsbaarheden een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig te
ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen. ”
- “De lokale besturen nemen ten volle hun regierol op inzake de vermaatschappelijking van de zorg. Dit
betekent dat ze voluit ondersteuning geven aan de mantelzorgers, vrijwilligerszorg en buurtzorg.” (Vlaamse
Regering, 2019)
- “We blijven verder inzetten op de vermaatschappelijking van de zorg.” (Vlaamse Regering, 2019)
- een verhaal in verschillende sectoren
- geestelijke gezondheidszorg
- “De Koning kan in specifieke financieringswijzen voorzien om, op experimentele basis en beperkt
in de tijd, een prospectieve en programmageoriënteerde financiering van zorgcircuits en
netwerken mogelijk te maken.” (Vlaamse Regering, 2008)
- Ondersteuning voor mensen met een beperking Perspectief 2020
- “Gewoon als het kan, bijzonder als het moet.”
- Integrale Jeugdhulp
- “De jeugdhulpverlening ‘vermaatschappelijken’ of met andere woorden maximaal een beroep
doen op de eigen krachten van de gebruikers van de jeugdhulpverlening en van hun omgeving.”
(Vlaams Parlement, 2013)
- Ouderenzorg
- “Een leeftijdsvriendelijk Vlaanderen versterkt de positie van de ouder wordende personen in de
samenleving, beklemtoont hun eigen regie en biedt toegankelijke en kwaliteitsvolle zorg en
ondersteuning op maat en tegemoetkomingen wanneer kwetsbaarheid de overhand neemt.”
(Vlaamse Regering, 2022 – Vlaams ouderenbeleidsplan 2020-2025)
- centrale begrippen
- Deïnstitutionalisering
- Community care
- Inclusie
- Verbinding, netwerken
- Contextgericht werken
- Eigen kracht, zelfredzaamheid
- Vraagsturing, zelfbepaling
- Respijtzorg → zorg aan de hulpverleners
- Solidariteit: koud warm?
TEKSTEN
VRAGEN IVM DE TEKSTEN
2
,TEKST 1: HET MENSBEELD ACHTER VERMAATSCHAPPELIJKING IS FICTIE (ROETS ET AL., 2018)
- Vermaatschappelijking wordt vaak beschouwd als een nieuwe ontwikkeling, maar kan
evengoed gezien worden als een historische constante. Licht toe wat er doorheen de
geschiedenis precies terugkeert of constant blijft.
- Het kan namelijk ook gezien worden als een historische constante, wat betekent dat
het concept in verschillende vormen al eeuwenlang aanwezig is, ook al kreeg het pas
recent deze specifieke naam.
- In de geschiedenis heeft de relatie tussen burger en overheid altijd gepaard gegaan
met de vraag hoe we zorgen voor kwetsbare groepen in de samenleving. De
vermaatschappelijking van zorg gaat terug naar de ontwikkeling van het idee dat
iedereen, ongeacht zijn of haar kwetsbaarheden, recht heeft op een plek in de
samenleving. Het was bijvoorbeeld al in de middeleeuwen dat kerken en lokale
gemeenschappen zorg boden aan de armen en zieken, hoewel het toen nog vaak
gebeurde vanuit moraliteit en charitas.
- In de loop van de tijd werd deze zorg echter meer georganiseerd door de overheid,
vooral met de opkomst van de verzorgingsstaat in de 20ste eeuw. De ontzorging van
instellingen en de decentralisatie van zorg die we nu onder vermaatschappelijking
verstaan, kan dus worden gezien als een evolutie van de historisch gegroeide
verantwoordelijkheid die de samenleving heeft genomen om voor haar kwetsbaren te
zorgen.
- Leg in eigen woorden het verschil uit tussen koude en warme solidariteit, en illustreer ze elk
met een concreet voorbeeld.
- Koude Solidariteit: Dit is een meer formeel en collectief begrip van solidariteit, waarbij
de zorg voor kwetsbare burgers afhankelijk is van een algemeen recht of wettelijke
bescherming. Koude solidariteit wordt vaak gezien als een verantwoordelijkheid van
de overheid om via sociale voorzieningen, uitkeringen en publieke zorg een
basisniveau van welzijn voor iedereen te garanderen, ongeacht persoonlijke relaties
of voorkeuren. Het biedt een vangnet dat iedereen in principe gelijk behandelt.
- Voorbeeld van koude solidariteit: Een persoon die door ziekte tijdelijk niet kan
werken en een werkloosheidsuitkering ontvangt van de overheid. Deze steun
is gebaseerd op wetgeving en biedt de persoon de mogelijkheid om de
nodige zorg en een basisinkomen te ontvangen, zonder dat de overheid een
persoonlijke band heeft met de betrokkene.
- Warme Solidariteit: Dit is een meer informele en persoonlijke vorm van solidariteit. Het
draait om zorg en steun die voortkomt uit morele verplichtingen en sociale relaties.
Warme solidariteit verwijst naar het idee dat mensen in de samenleving
verantwoordelijkheid nemen voor elkaar, niet omdat het een recht is, maar omdat het
als een morele plicht wordt gezien. Dit komt vaak tot uiting in de vorm van mantelzorg,
vrijwilligerswerk, en sociale netwerken.
- Voorbeeld van warme solidariteit: Een familielid of vriend die zorg draagt voor
een oudere of zieke persoon binnen het gezin, zonder dat dit wettelijk
verplicht is. Het is een vorm van zorg die voortkomt uit een persoonlijke band
en vaak op basis van morele normen of waarden wordt uitgevoerd.
- De auteurs hebben vragen bij het mensbeeld dat onderliggend is aan de klemtoon op
vermaatschappelijking in het huidige welzijnsbeleid. Benoem 2 valkuilen die met dit
mensbeeld geassocieerd kunnen worden. Illustreer die telkens met een voorbeeld.
- Valkuil 1: Het Individueel Schuldmodel
Dit mensbeeld kan leiden tot het individueel schuldmodel, waarbij het probleem van
kwetsbare burgers wordt toegeschreven aan hun eigen tekortkomingen of gebrek aan
3
, zelfredzaamheid. De nadruk op zelfregie en keuzevrijheid kan ervoor zorgen dat
mensen in kwetsbare situaties het gevoel krijgen dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor
hun situatie, zelfs als ze geen toegang hebben tot de nodige middelen of
ondersteuning om die keuzes daadwerkelijk te maken. In dit geval wordt vergeten dat
structurele ongelijkheid of sociale barrières vaak een grotere rol spelen dan
persoonlijke keuzes.
Voorbeeld: Een ouder met een chronische ziekte wordt aangespoord om zelf zorg te
regelen via persoonsvolgende financiering, maar heeft geen toegang tot adequate
zorg vanwege een gebrek aan kennis over het zorgsysteem en beperkte financiële
middelen. De overheid verwacht van deze persoon dat hij of zij zelf het zorgbudget
efficiënt beheert, maar dit is vaak niet haalbaar zonder extra ondersteuning.
- Valkuil 2: Het Idealistische Mensbeeld van de Mondige Burger
Het ideaal van de mondige, autonome burger die zelfredzaam is en zijn of haar leven
kan sturen, kan gevaarlijk zijn voor mensen die zich in een kwetsbare positie
bevinden, zoals ouderen, mensen met een verslaving, of mensen die door psychische
problemen niet in staat zijn om rationele keuzes te maken. Het veronderstelt dat
iedereen in staat is om de regie over zijn of haar leven te nemen, maar dit is vaak niet
realistisch voor mensen die psychisch of fysiek niet in staat zijn om zelfstandig te
functioneren.
Voorbeeld: Een verslaafde persoon wordt gestimuleerd om zelf zijn zorg en
begeleiding te regelen, maar wordt geconfronteerd met de realiteit dat hij of zij niet in
staat is om rationele keuzes te maken of prioriteiten te stellen. Het idee dat hij of zij
zelfverantwoordelijkheid kan nemen voor het zorgtraject is een onrealistische
verwachting en kan zelfs leiden tot verdere sociale isolatie en zorgmijdend gedrag.
TEKST 2: ZOVEEL MOGELIJK OUDEREN ZO LANG MOGELIJK THUIS IS SCHULDIG VERZUIM (DEDECKER, 2017)
- Zo veel mogelijk ouderen zo lang mogelijk thuis laten wonen, wordt vandaag vaak als ideaal
vooropgesteld. De tekst toont aan dat er echter ook bezwaren bij kunnen worden
geformuleerd. Licht drie mogelijke bezwaren in eigen woorden toe.
- 1. **Onhoudbare Zorgdruk op Familie en Vrijwilligers**
- Het eerste bezwaar heeft betrekking op de enorme zorgdruk die op
**familieleden en vrijwilligers** wordt gelegd wanneer ouderen thuis moeten
blijven wonen.
- Het voorbeeld van de 90-jarige vrouw die 's nachts vier verschillende mensen
nodig heeft om voor haar te zorgen, is symbolisch voor de overbelasting die
ontstaat bij het inschakelen van informele zorg. De familie en vrijwilligers
worden gedwongen om onrealistische hoeveelheden zorg te bieden, wat niet
alleen onhoudbaar is, maar ook leidt tot **emotionele en fysieke uitputting**
van degenen die zorg bieden.
- **Bezwaarpunt**: Het **ideaal van thuiszorg** creëert een situatie waarin
familieleden en vrijwilligers zelf niet in hun eigen bed kunnen slapen, omdat
ze zo nodig zijn om de zorg thuis te bieden. Dit leidt tot een **onwaardig
zorgmodel** waar de zorg overgelaten wordt aan mensen die dit niet
structureel kunnen volhouden.
- 2. **Onvoldoende Ondersteuning en Infrastructuur**
- Een tweede bezwaar heeft betrekking op de **onvoldoende ondersteuning**
en de **gebrek aan passende infrastructuur** voor ouderen die thuis wonen.
De tekst benadrukt dat in Vlaanderen veel ouderen **in onaangepaste
woningen** leven die niet geschikt zijn voor hun fysieke en mentale noden.
4
VERMAATSCHAPPELIJKING
POWERPOINT
WHAT'S IN THE NAME
- vermaatschappelijking is hot
- populaire term met hoge aaibaarheidsfactor
- tegelijk: containerbegrip dat vele ladingen dekt
- dezelfde terminologie, andere invulling/visie
- onderhevig aan discussie en kritiek
- socio-historische ontleding
- laag 1: de sociale relatie tussen overheid en burgers
- 1830: klassiek-liberale staatsopvatting
- overheid komt zo min mogelijk tussen in private aangelegenheden
- eind 19e eeuw: sociale kwestie
- slechte omstandigheden en grote kindersterfte
- zorgen voor sociale onrust
- eind 19e - begin 20e eeuw
- van afstandelijke naar sociale relatie tussen overheid en
burgers/gezinnen
- bijvoorbeeld
- 1914: invoering leerplicht
- gesubsidieerde liefdadigheid
- sociaal beleid en sociale voorzieningen
- laag 2: deïnstitutionalisering en ‘community care’
- 1960/70: kritiek op de residentiële zorg
- sluiting grote psychiatrische instellingen
- begrip ‘community care’
- extramuralisering van de zorg
- onderscheid in de zorg tussen eerste, tweede, derde en nulde lijn
- laag 3: solidariteit
- koude solidariteit
- na WO2: uitbouw van de verzorgingsstaat
- via de sociale zekerheid
- levenslange sociale bescherming voor iedereen
- oa door belastingen
- bv: gezinsbijslag, pensioenen,
werkloosheidsuitkering,..
- solidariteit tussen mensen die elkaar niet persoonlijk kennen
- koud= rationeel, vanop afstand
- warme solidariteit
- leidend principe: subsidiariteit
- zorg wordt in eerste plaats verwacht in informele en private sfeer
1
, - warm= dichtbij, rechtstreeks
-
burgers worden aangesproken op ‘morele plicht’
- ondersteuning voor medeburgers op te nemen
- burgers beslissen zelf over de spelregels
- wie dit ‘verdient’ en wie niet
- nieuw begrip? of historische constante
- vormgeving aan de relatie tussen overheid en burgers
- rol van de formele hulpverleners en informele
- verbonden met solidariteitsopvattingen
DE HUIDIGE CONTEXT
- ‘vermaatschappelijking’ in het meest recente beleidsdiscours
- “Verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar gestreefd wordt om mensen met beperkingen (van
lichamelijke, verstandelijke of psychische aard), chronisch zieken, kwetsbare ouderen, jongeren met
gedrags- en emotionele problemen, mensen die in armoede leven,… met al hun mogelijkheden en
kwetsbaarheden een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig te
ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen. ”
- “De lokale besturen nemen ten volle hun regierol op inzake de vermaatschappelijking van de zorg. Dit
betekent dat ze voluit ondersteuning geven aan de mantelzorgers, vrijwilligerszorg en buurtzorg.” (Vlaamse
Regering, 2019)
- “We blijven verder inzetten op de vermaatschappelijking van de zorg.” (Vlaamse Regering, 2019)
- een verhaal in verschillende sectoren
- geestelijke gezondheidszorg
- “De Koning kan in specifieke financieringswijzen voorzien om, op experimentele basis en beperkt
in de tijd, een prospectieve en programmageoriënteerde financiering van zorgcircuits en
netwerken mogelijk te maken.” (Vlaamse Regering, 2008)
- Ondersteuning voor mensen met een beperking Perspectief 2020
- “Gewoon als het kan, bijzonder als het moet.”
- Integrale Jeugdhulp
- “De jeugdhulpverlening ‘vermaatschappelijken’ of met andere woorden maximaal een beroep
doen op de eigen krachten van de gebruikers van de jeugdhulpverlening en van hun omgeving.”
(Vlaams Parlement, 2013)
- Ouderenzorg
- “Een leeftijdsvriendelijk Vlaanderen versterkt de positie van de ouder wordende personen in de
samenleving, beklemtoont hun eigen regie en biedt toegankelijke en kwaliteitsvolle zorg en
ondersteuning op maat en tegemoetkomingen wanneer kwetsbaarheid de overhand neemt.”
(Vlaamse Regering, 2022 – Vlaams ouderenbeleidsplan 2020-2025)
- centrale begrippen
- Deïnstitutionalisering
- Community care
- Inclusie
- Verbinding, netwerken
- Contextgericht werken
- Eigen kracht, zelfredzaamheid
- Vraagsturing, zelfbepaling
- Respijtzorg → zorg aan de hulpverleners
- Solidariteit: koud warm?
TEKSTEN
VRAGEN IVM DE TEKSTEN
2
,TEKST 1: HET MENSBEELD ACHTER VERMAATSCHAPPELIJKING IS FICTIE (ROETS ET AL., 2018)
- Vermaatschappelijking wordt vaak beschouwd als een nieuwe ontwikkeling, maar kan
evengoed gezien worden als een historische constante. Licht toe wat er doorheen de
geschiedenis precies terugkeert of constant blijft.
- Het kan namelijk ook gezien worden als een historische constante, wat betekent dat
het concept in verschillende vormen al eeuwenlang aanwezig is, ook al kreeg het pas
recent deze specifieke naam.
- In de geschiedenis heeft de relatie tussen burger en overheid altijd gepaard gegaan
met de vraag hoe we zorgen voor kwetsbare groepen in de samenleving. De
vermaatschappelijking van zorg gaat terug naar de ontwikkeling van het idee dat
iedereen, ongeacht zijn of haar kwetsbaarheden, recht heeft op een plek in de
samenleving. Het was bijvoorbeeld al in de middeleeuwen dat kerken en lokale
gemeenschappen zorg boden aan de armen en zieken, hoewel het toen nog vaak
gebeurde vanuit moraliteit en charitas.
- In de loop van de tijd werd deze zorg echter meer georganiseerd door de overheid,
vooral met de opkomst van de verzorgingsstaat in de 20ste eeuw. De ontzorging van
instellingen en de decentralisatie van zorg die we nu onder vermaatschappelijking
verstaan, kan dus worden gezien als een evolutie van de historisch gegroeide
verantwoordelijkheid die de samenleving heeft genomen om voor haar kwetsbaren te
zorgen.
- Leg in eigen woorden het verschil uit tussen koude en warme solidariteit, en illustreer ze elk
met een concreet voorbeeld.
- Koude Solidariteit: Dit is een meer formeel en collectief begrip van solidariteit, waarbij
de zorg voor kwetsbare burgers afhankelijk is van een algemeen recht of wettelijke
bescherming. Koude solidariteit wordt vaak gezien als een verantwoordelijkheid van
de overheid om via sociale voorzieningen, uitkeringen en publieke zorg een
basisniveau van welzijn voor iedereen te garanderen, ongeacht persoonlijke relaties
of voorkeuren. Het biedt een vangnet dat iedereen in principe gelijk behandelt.
- Voorbeeld van koude solidariteit: Een persoon die door ziekte tijdelijk niet kan
werken en een werkloosheidsuitkering ontvangt van de overheid. Deze steun
is gebaseerd op wetgeving en biedt de persoon de mogelijkheid om de
nodige zorg en een basisinkomen te ontvangen, zonder dat de overheid een
persoonlijke band heeft met de betrokkene.
- Warme Solidariteit: Dit is een meer informele en persoonlijke vorm van solidariteit. Het
draait om zorg en steun die voortkomt uit morele verplichtingen en sociale relaties.
Warme solidariteit verwijst naar het idee dat mensen in de samenleving
verantwoordelijkheid nemen voor elkaar, niet omdat het een recht is, maar omdat het
als een morele plicht wordt gezien. Dit komt vaak tot uiting in de vorm van mantelzorg,
vrijwilligerswerk, en sociale netwerken.
- Voorbeeld van warme solidariteit: Een familielid of vriend die zorg draagt voor
een oudere of zieke persoon binnen het gezin, zonder dat dit wettelijk
verplicht is. Het is een vorm van zorg die voortkomt uit een persoonlijke band
en vaak op basis van morele normen of waarden wordt uitgevoerd.
- De auteurs hebben vragen bij het mensbeeld dat onderliggend is aan de klemtoon op
vermaatschappelijking in het huidige welzijnsbeleid. Benoem 2 valkuilen die met dit
mensbeeld geassocieerd kunnen worden. Illustreer die telkens met een voorbeeld.
- Valkuil 1: Het Individueel Schuldmodel
Dit mensbeeld kan leiden tot het individueel schuldmodel, waarbij het probleem van
kwetsbare burgers wordt toegeschreven aan hun eigen tekortkomingen of gebrek aan
3
, zelfredzaamheid. De nadruk op zelfregie en keuzevrijheid kan ervoor zorgen dat
mensen in kwetsbare situaties het gevoel krijgen dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor
hun situatie, zelfs als ze geen toegang hebben tot de nodige middelen of
ondersteuning om die keuzes daadwerkelijk te maken. In dit geval wordt vergeten dat
structurele ongelijkheid of sociale barrières vaak een grotere rol spelen dan
persoonlijke keuzes.
Voorbeeld: Een ouder met een chronische ziekte wordt aangespoord om zelf zorg te
regelen via persoonsvolgende financiering, maar heeft geen toegang tot adequate
zorg vanwege een gebrek aan kennis over het zorgsysteem en beperkte financiële
middelen. De overheid verwacht van deze persoon dat hij of zij zelf het zorgbudget
efficiënt beheert, maar dit is vaak niet haalbaar zonder extra ondersteuning.
- Valkuil 2: Het Idealistische Mensbeeld van de Mondige Burger
Het ideaal van de mondige, autonome burger die zelfredzaam is en zijn of haar leven
kan sturen, kan gevaarlijk zijn voor mensen die zich in een kwetsbare positie
bevinden, zoals ouderen, mensen met een verslaving, of mensen die door psychische
problemen niet in staat zijn om rationele keuzes te maken. Het veronderstelt dat
iedereen in staat is om de regie over zijn of haar leven te nemen, maar dit is vaak niet
realistisch voor mensen die psychisch of fysiek niet in staat zijn om zelfstandig te
functioneren.
Voorbeeld: Een verslaafde persoon wordt gestimuleerd om zelf zijn zorg en
begeleiding te regelen, maar wordt geconfronteerd met de realiteit dat hij of zij niet in
staat is om rationele keuzes te maken of prioriteiten te stellen. Het idee dat hij of zij
zelfverantwoordelijkheid kan nemen voor het zorgtraject is een onrealistische
verwachting en kan zelfs leiden tot verdere sociale isolatie en zorgmijdend gedrag.
TEKST 2: ZOVEEL MOGELIJK OUDEREN ZO LANG MOGELIJK THUIS IS SCHULDIG VERZUIM (DEDECKER, 2017)
- Zo veel mogelijk ouderen zo lang mogelijk thuis laten wonen, wordt vandaag vaak als ideaal
vooropgesteld. De tekst toont aan dat er echter ook bezwaren bij kunnen worden
geformuleerd. Licht drie mogelijke bezwaren in eigen woorden toe.
- 1. **Onhoudbare Zorgdruk op Familie en Vrijwilligers**
- Het eerste bezwaar heeft betrekking op de enorme zorgdruk die op
**familieleden en vrijwilligers** wordt gelegd wanneer ouderen thuis moeten
blijven wonen.
- Het voorbeeld van de 90-jarige vrouw die 's nachts vier verschillende mensen
nodig heeft om voor haar te zorgen, is symbolisch voor de overbelasting die
ontstaat bij het inschakelen van informele zorg. De familie en vrijwilligers
worden gedwongen om onrealistische hoeveelheden zorg te bieden, wat niet
alleen onhoudbaar is, maar ook leidt tot **emotionele en fysieke uitputting**
van degenen die zorg bieden.
- **Bezwaarpunt**: Het **ideaal van thuiszorg** creëert een situatie waarin
familieleden en vrijwilligers zelf niet in hun eigen bed kunnen slapen, omdat
ze zo nodig zijn om de zorg thuis te bieden. Dit leidt tot een **onwaardig
zorgmodel** waar de zorg overgelaten wordt aan mensen die dit niet
structureel kunnen volhouden.
- 2. **Onvoldoende Ondersteuning en Infrastructuur**
- Een tweede bezwaar heeft betrekking op de **onvoldoende ondersteuning**
en de **gebrek aan passende infrastructuur** voor ouderen die thuis wonen.
De tekst benadrukt dat in Vlaanderen veel ouderen **in onaangepaste
woningen** leven die niet geschikt zijn voor hun fysieke en mentale noden.
4