100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Life-Span Human Development - Ontwikkelingsleer (560000-B-6)

Puntuación
-
Vendido
1
Páginas
92
Subido en
20-05-2025
Escrito en
2024/2025

Dit is een uitgebreide samenvatting van het boek life span human development. Deze samenvatting bevat informatie over de slides en hoofdstukken uit het boek.

Institución
Grado













Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
Subido en
20 de mayo de 2025
Número de páginas
92
Escrito en
2024/2025
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Ontwikkelingsleer
Samenvatting boek & slides




1

,Inhoud

HC 1 - Introductie + methoden ................................................................................................................ 3
HC 2 - Theorieën binnen de ontwikkelingspsychologie ............................................................................ 7
HC 3 - Prenatale- sensorische ontwikkeling, ontwikkeling van de hersenen .......................................... 13
HC 4 - Cognitieve ontwikkeling (1) ......................................................................................................... 21
HC 5 - Cognitieve ontwikkeling (2) ......................................................................................................... 28
HC 6 - Taal, educatie en werk ................................................................................................................. 33
HC 7 - Emotionele ontwikkeling ............................................................................................................. 38
HC 8 - Sociale cognitie en morele ontwikkeling ..................................................................................... 43
HC 9 - Sociale ontwikkeling (1) ............................................................................................................... 49
HC 10 - Sociale ontwikkeling (2) ............................................................................................................. 56
HC 11 - Contextuele effecten van ontwikkeling ..................................................................................... 63
HC 12 - Ontwikkeling van het zelf en de persoonlijkheid ....................................................................... 68
HC 13 - Ontwikkelingspsychopathologie ................................................................................................ 81




2

,HC 1 - Introductie + methoden
Ontwikkelingspsychologie: Betreft de veranderingen binnen personen gedurende de levensloop, en de
verschillen en overeenkomsten tussen personen tot de aard van veranderingen.

Ontwikkeling: Ontwikkeling kan worden gedefinieerd als systematische veranderingen en
continuïteiten bij het individu die plaatsvinden tussen de conceptie en de dood, oftewel van "wieg tot
graf". De systematische veranderingen en continuïteiten vallen uiteen in drie hoofddomeinen:

1. Fysieke ontwikkeling: De groei van het lichaam en de organen, de werking van fysiologische
systemen waaronder de hersenen, fysieke tekenen van veroudering, veranderingen in
motorische vaardigheden, enzovoorts.

2. Cognitieve ontwikkeling: Veranderingen en continuïteiten in waarneming, taal, leren,
geheugen, probleemoplossing en andere mentale processen.

3. Psychosociale ontwikkeling: Veranderingen en overdracht in persoonlijke en interpersoonlijke
aspecten van ontwikkeling, zoals motieven, emoties, persoonlijkheidskenmerken, sociale
vaardigheden en relaties, en rollen binnen het gezin en de maatschappij.

Veroudering verwijst naar het algemene proces van veranderingen die zich voordoen naarmate
iemand ouder wordt. Dit kan fysieke, mentale en sociale veranderingen omvatten die met de tijd
samenhangen, zoals het bereiken van bepaalde levensfasen (jeugd, volwassenheid, ouderdom),
evenals veranderingen in gedrag, rol en status in de samenleving.

Biologische veroudering: is het achteruitgaan van organismen (inclusief mensen), wat uiteindelijk leidt
tot hun dood. Biologisch gezien omvat ontwikkeling dus groei in het vroege leven, stabiliteit in de
vroege en midden-volwassenheid, en achteruitgang door de effecten van veroudering op latere
leeftijd.

Emerging adulthood (opkomende volwassenheid): een overgangsfase tussen adolescentie en
volwassenheid, ongeveer van 18 tot 25 (soms tot 29 jaar). Deze fase is vooral zichtbaar in ontwikkelde
landen, maar breidt zich ook uit naar stedelijke gebieden in ontwikkelingslanden.




Veel culturen gebruiken rites of passage (overgangsrituelen) om belangrijke overgangen te markeren,
vooral van kind naar volwassene. Denk aan de quinceañera in Latijns-Amerikaanse culturen. In
moderne, westerse samenlevingen zijn zulke rituelen minder gebruikelijk of minder betekenisvol. Soms
lijkt de enige overgebleven “ritueel” de 21e verjaardag met binge drinking te zijn.

De natuur-nurture kwestie gaat over de invloed van biologische factoren (natuur) en
omgevingsfactoren (opvoeding) op menselijke ontwikkeling.




3

, • Nature benadrukt de rol van erfelijkheid en biologische rijping. Het idee is dat genetische
processen ons door voorspelbare stadia van ontwikkeling leiden, zoals het leren lopen of
praten.
• Nurture legt de nadruk op de invloed van de omgeving, zoals de fysieke ruimte en sociale
interacties. Leren door ervaring en sociale interacties speelt een cruciale rol in hoe we ons
ontwikkelen.

Intrapersoonlijke veranderingen: veranderingen binnen personen.

Interpersoonlijke veranderingen: veranderingen tussen personen.

De biologische leeftijd is nooit de oorzaak van ontwikkeling. Ze kan veranderingen beschrijven, maar
verklaart ze niet. Veranderingen correleren vaak met leeftijd, maar leeftijd is slechts een “drager” of
context van verandering – niet de oorzaak.

Principes van levenslooppsychologie (Baltes)

1. Ontwikkeling is een levenslang proces: Mensen veranderen door hun hele leven en elke fase van
ontwikkeling moet in de context van de hele levensloop worden bekeken.
2. Ontwikkeling moet door meerdere disciplines worden bestudeerd: Omdat menselijke
ontwikkeling door zoveel verschillende factoren wordt beïnvloed, is het belangrijk dat
verschillende wetenschappelijke disciplines, zoals psychologie, biologie, sociologie en economie,
samenwerken om het volledig te begrijpen.
3. Ontwikkeling is multidirectioneel: Verschillende capaciteiten veranderen op verschillende
manieren en op verschillende tijden. Sommige verbeteren met de leeftijd, terwijl andere
afnemen.
4. Ontwikkeling omvat zowel winst als verlies: Elk levensstadium heeft zowel verbeteringen als
achteruitgang, bijvoorbeeld wanneer kinderen nieuwe vaardigheden leren maar andere
verliezen.
5. Ontwikkeling wordt gekarakteriseerd door plasticiteit: Het vermogen om te veranderen als
reactie op ervaringen blijft bestaan, zelfs in oude leeftijd, door bijvoorbeeld training of een actief
sociaal leven.
6. Ontwikkeling wordt beïnvloed door historische-culturele context: Onze ontwikkeling wordt
beïnvloed door de tijdsperiode en sociale omgeving waarin we leven. De Grote Depressie
bijvoorbeeld had een grote invloed op de ontwikkeling van kinderen en adolescenten in die tijd.
7. Ontwikkeling is meervoudig beïnvloed: Zowel genetische als omgevingsfactoren spelen een rol in
menselijke ontwikkeling. Het is het resultaat van interacties tussen een veranderend individu en
de wereld om hem heen.
− Normatieve age graded (leren lopen, met pensioen gaan).
− Normative history graded (tijdens oorlog leven, met technologie leven).
− Non-normative: unieke effecten voor individu (Down-syndroom).

Ontwikkeling speelt zich af op verschillende tijdsschalen:

• Variabiliteit verwijst naar kortetermijnveranderingen die vaak tijdelijk en omkeerbaar zijn.

• Verandering is meer structureel en blijvend.

Cross-sectionele designs: individuelen van verschillende leeftijden op hetzelfde moment meten

Longitudinale designs: individuen van verschillende leeftijden op verschillende momenten meten.



4

,Omgevingsinvloeden: kunnen resultaten beïnvloeden (bijv. oorlog, pandemie). Ze kunnen de indruk
wekken dat ontwikkeling plaatsvindt, terwijl resultaten veroorzaakt worden door
omgevingsomstandigheden.

Cohort: iedere groep uit dezelfde culturele omgeving en dezelfde tijdsinterval.

Cohorteffect: Verschillen in variabelen die relevant zijn voor de ontwikkeling, die voortkomen uit (niet-
leeftijdsgerelateerde) factoren waaraan iedere geboortecohort werd blootgesteld (coronatijd).

In een cross-sectionele studie zijn leeftijdseffecten en cohorteffecten met elkaar verstrengelt. Het is
dan ook riskant om veranderingen ten onrechte toe te schrijven aan leeftijd, terwijl deze (gedeeltelijk)
het gevolg kunnen zijn van specifieke kenmerken van een cohort, gevormd door de historische en
sociale context waarin dat cohort is opgegroeid.

Tijd-van-meting effecten: Als effecten van historische events en trends tijdens de dataverzameling
invloed hebben op resultaten.

In een longitudinale studie zijn leeftijdseffecten en tijd-van-meting-effecten met elkaar verstrengeld.
Hierdoor bestaat het risico dat veranderingen ten onrechte worden toegeschreven aan leeftijd, terwijl
ze in werkelijkheid (deels) het gevolg zijn van de historische context waarin de metingen plaatsvinden.

Voor- en nadelen cross-sectionele designs:

Voordelen:

• Economisch m.b.t tijd (weinig tijd tussen meting en resultaten)
• Redelijk goedkoop
• Toont overeenkomsten en verschillen tussen leeftijdsgroepen

Nadelen:

• Leeftijdseffecten zijn verstrengeld met cohorteffecten
• Geen informatie over individuele paden van ontwikkeling (interpersoonlijke verschillen ipv
intrapersoonlijke verandering)
• Beperkt generaliseerbaar naar andere meetmomenten

Voor- en nadelen Longitudinale designs:

Voordelen:

• Echte meting van intrapersoonlijke verandering
• Meting van stabiliteit en verandering van ontwikkelingsvariabelen

Nadelen

• Leeftijdseffecten zijn verstrengeld met tijd-van-meting effecten, test-hertest effecten, attrition
(uitval)effecten
• Beperkt generaliseerbaar naar andere cohorten
• Kost veel tijd
• Kost veel geld

Sequentiemodellen: Het combineren van cross-sectionele en longitudinale designs. Hiermee kun je
meerdere effecten onderzoeken. Je kunt cohorteffecten, crossectionele effecten, en longitudinale
effecten zien.


5

, Meetmethoden:

• Zelf-rapportage vs. rapportage ‘by proxy’ (e.g., ouder, partner, verzorger beantwoorden vragen
over de proefpersoon)
• Gedragsobservatie (naturalistisch vs. gestructureerd)
• Gestandaardiseerde Testen en die je vergelijkt met de norm (IQ test)
• Fysiologie (bijv. Eye tracking, EEG, zuigen, hartritme).

Onderzoeksdesigns

1. Case study: diepgaande studie van een individu die vaker wordt gemeten.
2. Correlationeel onderzoek: Het houdt doorgaans in het bepalen of twee of meer variabelen op een
systematische manier met elkaar verbonden zijn.
3. Experimenteel onderzoek: Een onderzoeker manipuleert of verandert een aspect van de omgeving
om te zien hoe dit het gedrag van de bestudeerde steekproef van individuen beïnvloedt.

Het richtingheidsprobleem verwijst naar de mogelijkheid dat de richting van de oorzaak-gevolgrelatie
omgekeerd is van wat de onderzoeker denkt. Dit betekent dat het effect mogelijk in de
tegenovergestelde richting verloopt van wat oorspronkelijk werd verondersteld

Response bias: sociale wenselijkheid, nauwkeurigheid vs. snelheid, stereotypen.

Habituatie (gewenning)/ Dishabituatie

1. Orienterend respons.
2. Habituatie: respons op herhaald aanbieden van dezelfde stimulus wordt langzamer, verandert, of
stopt.
3. Dishabituatie: verhoogde respons op een nieuwe stimulus of op een gehabitueerde stimulus na
introductie van een wijziging.

Hoe meet je een respons van een baby?

• Zuig preferentie
• Hoofddraai preferentie
• Gekoppelde visuele preferentie

Kijken, zuigen, hoofd draaien: Geinteresseerd, onverwachte uitkomst (verbaasd), merkt een verschil.

NIET kijken, zuigen, hoofd draaien: verlies van interesse, bekende uitkomst (niet meer nieuw), merkt
geen verschil.

Age Stereotype Threat: Zelfde studiemateriaal maar andere instructies: Het doel van de studie is om te
kijken naar jouw…

1. Geheugenvaardigheden: helpt vaststellen of je geheugen normaal is.
2. Leesvaardigheden: helpt vaststellen of je leesvaardigheid normaal is.

De manier waarop je iets formuleert invloed heeft op iemands prestaties, vooral bij oudere mensen.

• Als je zegt dat de test gaat over geheugenvaardigheden, kunnen ouderen zich bedreigd voelen
door het stereotype dat hun geheugen achteruitgaat → ze presteren dan slechter.

• Als je zegt dat het gaat over leesvaardigheden, wat niet zo’n beladen onderwerp is voor
ouderen, voelen ze zich minder bedreigd → ze presteren beter.


6
$12.69
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
gebruiker80383519
5.0
(1)

Conoce al vendedor

Seller avatar
gebruiker80383519 Tilburg University
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
8
Miembro desde
2 año
Número de seguidores
3
Documentos
5
Última venta
7 meses hace

5.0

1 reseñas

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes