Week 1
Neurologische problemen
Balint’s syndrome: onvermogen om het gezichtsveld als geheel waar te
nemen (simultagnosie), fixatie van de ogen (oculomotor apraxie) en het
bewegen van de hand naar een specifiek object onder visuele begeleiding
(optische ataxie posterior parietal lesions). Vaak het gevolg van schade
aan beide hersenhelften.
Gerstmann syndrome: finger agnosia + right-left confusion + agraphia
(inability to write) + acalculia. Left-parietal lesions in the angular gyrus.
Apraxia: het onvermogen om bekwame en geleerde bewegingen uit te
voeren, ook al zijn er geen problemen met motoriek, sensoriek of
coördinatie. Apraxie komt vaak voor na beroertes in de linkerhersenhelft.
Subtypen van apraxie zijn:
o Ideomotorische apraxie: een stoornis in de uitvoering van
gebaren op verbaal commando, ondanks intacte kennis van de
taken. Bijvoorbeeld, de patiënt kan beschrijven hoe hij een lepel
moet gebruiken, maar kan het niet demonstreren. De beweging
niet kunnen uitvoeren zelfs als je precies weet wat en hoe je het
moet doen. schade aan de linker pariëtale kwab, premotorische
cortex.
o Ideationele apraxie: is het onvermogen om te begrijpen hoe je
iets moet doen, ook al kun je de gereedschappen of voorwerpen
herkennen die nodig zijn voor de taak. Bijvoorbeeld, de patiënt kan
een postzegel en een envelop herkennen, maar kan niet laten zien
hoe je de envelop moet voorzien van een postzegel. moeite met
het plannen van de handelingen, niet goed weten wat en in welke
volgorde ze het moeten doen. Schade aan de linker pariëtale,
frontale en soms temporale kwab.
o Constructionele apraxie: ruimtelijke organisatie is verstoord.
Patiënten kunnen bijvoorbeeld geen puzzel leggen, een tekening
maken of een boomhut bouwen. Of de laesies links of rechts in de
pariëtale kwab gelokaliseerd zijn is nog onduidelijk.
o Limb-kinetic apraxie: is het verlies van het vermogen om precieze
en gecoördineerde vinger- en handbewegingen te maken, wat leidt
tot onnauwkeurige of onhandige bewegingen. Het dichtknopen van
een blouse is bijvoorbeeld lastig.
, Visuele problemen
Monoculaire blindheid: schade aan het netvlies of de oogzenuw van één
oog. Het zicht in dat oog is verloren.
Bitemporale hemianopie: een laesie in de mediale regio van het optisch
chiasma. Verlies van zicht in beide temporale velden.
Nasale hemianopie: schade aan het laterale chiasma. Het zicht is
verloren in één nasaal veld in één oog.
Homonieme hemianopie: een laesie in de opticusbaan van V1. Eén
volledig gezichtsveld (links of rechts) is verloren in beide ogen.
Quadrantanopie: het zicht is verloren in een kwart van één gezichtsveld
in beide ogen.
Maculasparing: helpt bij het onderscheiden van corticale laesies van
andere visuele pad laesies, omdat het alleen optreedt na aanzienlijke
schade aan de visuele cortex. Maculasparing is gezichtsveldverlies dat het
zicht in het midden van het gezichtsveld behoudt, ook wel bekend als de
macula. Het komt voor bij mensen met schade aan één halfrond van hun
visuele cortex, en treedt gelijktijdig op met bilaterale gelijknamige
hemianopie of gelijknamige quadrantanopie.
(left) visual neglect (contralateral neglect): moeite hebben met het
richten op objecten aan de linkerkant van het visuele veld, wat leidt tot
slechte functionele uitkomsten. Vaak het gevolg van schade aan de
rechterhersenhelft.
Neurologische problemen
Balint’s syndrome: onvermogen om het gezichtsveld als geheel waar te
nemen (simultagnosie), fixatie van de ogen (oculomotor apraxie) en het
bewegen van de hand naar een specifiek object onder visuele begeleiding
(optische ataxie posterior parietal lesions). Vaak het gevolg van schade
aan beide hersenhelften.
Gerstmann syndrome: finger agnosia + right-left confusion + agraphia
(inability to write) + acalculia. Left-parietal lesions in the angular gyrus.
Apraxia: het onvermogen om bekwame en geleerde bewegingen uit te
voeren, ook al zijn er geen problemen met motoriek, sensoriek of
coördinatie. Apraxie komt vaak voor na beroertes in de linkerhersenhelft.
Subtypen van apraxie zijn:
o Ideomotorische apraxie: een stoornis in de uitvoering van
gebaren op verbaal commando, ondanks intacte kennis van de
taken. Bijvoorbeeld, de patiënt kan beschrijven hoe hij een lepel
moet gebruiken, maar kan het niet demonstreren. De beweging
niet kunnen uitvoeren zelfs als je precies weet wat en hoe je het
moet doen. schade aan de linker pariëtale kwab, premotorische
cortex.
o Ideationele apraxie: is het onvermogen om te begrijpen hoe je
iets moet doen, ook al kun je de gereedschappen of voorwerpen
herkennen die nodig zijn voor de taak. Bijvoorbeeld, de patiënt kan
een postzegel en een envelop herkennen, maar kan niet laten zien
hoe je de envelop moet voorzien van een postzegel. moeite met
het plannen van de handelingen, niet goed weten wat en in welke
volgorde ze het moeten doen. Schade aan de linker pariëtale,
frontale en soms temporale kwab.
o Constructionele apraxie: ruimtelijke organisatie is verstoord.
Patiënten kunnen bijvoorbeeld geen puzzel leggen, een tekening
maken of een boomhut bouwen. Of de laesies links of rechts in de
pariëtale kwab gelokaliseerd zijn is nog onduidelijk.
o Limb-kinetic apraxie: is het verlies van het vermogen om precieze
en gecoördineerde vinger- en handbewegingen te maken, wat leidt
tot onnauwkeurige of onhandige bewegingen. Het dichtknopen van
een blouse is bijvoorbeeld lastig.
, Visuele problemen
Monoculaire blindheid: schade aan het netvlies of de oogzenuw van één
oog. Het zicht in dat oog is verloren.
Bitemporale hemianopie: een laesie in de mediale regio van het optisch
chiasma. Verlies van zicht in beide temporale velden.
Nasale hemianopie: schade aan het laterale chiasma. Het zicht is
verloren in één nasaal veld in één oog.
Homonieme hemianopie: een laesie in de opticusbaan van V1. Eén
volledig gezichtsveld (links of rechts) is verloren in beide ogen.
Quadrantanopie: het zicht is verloren in een kwart van één gezichtsveld
in beide ogen.
Maculasparing: helpt bij het onderscheiden van corticale laesies van
andere visuele pad laesies, omdat het alleen optreedt na aanzienlijke
schade aan de visuele cortex. Maculasparing is gezichtsveldverlies dat het
zicht in het midden van het gezichtsveld behoudt, ook wel bekend als de
macula. Het komt voor bij mensen met schade aan één halfrond van hun
visuele cortex, en treedt gelijktijdig op met bilaterale gelijknamige
hemianopie of gelijknamige quadrantanopie.
(left) visual neglect (contralateral neglect): moeite hebben met het
richten op objecten aan de linkerkant van het visuele veld, wat leidt tot
slechte functionele uitkomsten. Vaak het gevolg van schade aan de
rechterhersenhelft.