100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Neuroanatomie

Rating
-
Sold
-
Pages
46
Uploaded on
01-04-2025
Written in
2024/2025

Dit is een volledige samenvatting van wat je moet kennen voor het vak neuroanatomie in het eerste jaar (en eerste semester). Dit vak werd gegeven door Christophe Lafosse en Catherine Cornette. Zij hebben allebei andere delen van het vak gegeven en deze staan allebei in de samenvatting.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
April 1, 2025
Number of pages
46
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Hoofdstuk 1: het conceptueel kader
1. Inleiding
Onze hersenen maken deel uit van het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel houdt ons
alert om te reageren op de wereld om ons heen en vormt een uitgebreid en
complex neuraal communicatienetwerk dat constant informatie verzamelt over
ons lichaam en over onze omgeving.
Orgaansystemen en dus ook zenuwstelsel maken deel uit van ingewikkelde
ecosystemen. Vanuit de systeembiologie is heel het ecosysteem in de natuur in
lagen geordend als een hiërarchisch continuüm waarbij complexere eenheden
zijn samengevoegd uit minder complexere eenheden. Zo beschrijven we in elk
biologisch systeem in een opklimmende volgorde volgende lagen:
Kwantumdeeltjes - Subatomaire deeltjes - Atomen - Moleculen - Macromoleculen -
Organellen - Cellen - Weefsels - Organen en Orgaansystemen - Zenuwstelsel -
Organismen en persoon - Populaties - Leefgemeenschappen - Cultuursubcultuur -
Maatschappij-staat - Ecosystemen – Biosfeer
Evolutie heeft geleid tot een toenemende complexiteit van neurale structuren en
hersenen.

2. Een conceptueel biopsychosociaal kader van

hersenen en gedrag

Endogeen: de omgeving rond het endogeen
= exogeen  het hersenstelsel kan niet
zonder de omgeving omdat dit het brein
beïnvloedt
Neuron: = de cellen in het zenuwstelsel
(zenuwcel)
Hersenen – zenuwstelsel – neurale circuits:
zenuwcellen die structureel en functioneel
met elkaar verbonden zijn vormen samen
neurale circuits. Die maken deel uit van het
orgaansysteem namelijk het zenuwstelsel.
Binnen het zenuwstelsel zijn er veel
verschillende neurale circuits, onder andere
de hersenen zelf.
Gedragsfuncties: beweging (motoriek),
cognitie, emotie
 Al de zenuwen zorgen er samen voor dat er gedrag gecreëerd wordt vb. van
gedrag: je moet niet nadenken hoe je je hart moet laten kloppen of hoe je moet
ademen.
Activiteiten- en maatschappelijke participatie:
Activiteiten uit het dagelijks leven bv. Een tas koffie maken.  om dit te maken

,moet je begrijpen wat je moet doen hiervoor + je moet ook weten hoe het moet
 je hebt hiervoor dus een motorische- en denkactiviteit voor nodig.
Maatschappelijke participatie: wij kunnen deelnemen aan de maatschappij en wij
nemen hierin een rol op bv. Student zijn. Als je een hersenletsel hebt gehad ben
je zeer afhankelijk van een ander persoon en ga je niet zo makkelijk een plaats
kunnen innemen in de maatschappij.
De tijdsafhankelijke veranderingen zijn het resultaat van:
 Fylogenese: veranderingen over generaties heen
 Ontogenese: veranderingen (groei van de hersenen) tijdens de individuele
levensloop
 Neuroplasticiteit: veranderingen van moment tot moment
o Onze hersenen hebben een enorm plastics vermogen, ze
veranderen constant op basis van nieuwe ervaringen
Het biopsychosociaal kader houdt dus rekening met het sociale aspect, het
biologische en het psychologische  alle factoren van onze eigen persoonlijkheid
spelen dus een rol bv. Copingstijl
Na de geboorte beginnen de hersenen te groeien. We moeten nog veel leren. Het
brein voedt zich zelf als ware met informatie uit de omgeving en stellen ons in
staat terug te reageren in die omgeving. Het duurt ongeveer 25 jaar voordat alle
hersenfuncties af zijn.

3. Als er iets mis is
 Cellulaire stoornissen: stoornissen in de structuur van zenuwcellen
 Stoornissen in neurale circuits en hersenen: de oorzaak kan leiden tot een
structurele beschadiging van de hersenen (hersenletsel)
 Stoornissen in gedragsfuncties: afwezigheid van een gedragsfunctie.
Stoornissen zijn de directe gevolgen van een hersenletsel of het
zenuwstelsel en het gedrag. Bv. Verlammingsverschijnselen.
 Beperkingen in het uitvoeren van activiteiten: de afwezigheid van de
mogelijkheid om een door de mens normale activiteit uit te voeren.
 Problemen met de maatschappelijke participatie: nadelige positie in de
samenleving als gevolg van een stoornis



Hoofdstuk 3: Cellulaire neuroanatomie

1. Zenuwcellen of neuronen
Neuronen zijn de structureel-anatomische en functionele eenheden van het
zenuwstelsel. Ze vormen de basis voor het ontvangen, vervoeren en doorsturen
van signalen. De grote anatomische onderdelen van het neuron bestaan uit het
cellichaam, de dendrieten, de axonhevel, het axon, de eindknopjes en de
synapsvorming.
Zenuwcellen zijn constant aan het veranderen en maken bewegingen en
connecties (ze zijn dus niet statisch maar dynamisch).

,Steun- of neurogliacellen = helpen de neuronen om informatie te verwerken
 Rond één zenuwcel zitten super veel neurogliacellen

1.1 Celstructuur
Aan een typische zenuwcel onderscheiden we van buitenaf drie grote
onderdelen: het cellichaam of soma dat de celkern bevat, een aantal dendrieten
en het axon. De plaats waar cellichaam en axon in elkaar overgaan heet de
axonheuvel.

1.1.2 Cellichaam of perikaryon (soma)
Functie: celmetabolisme , dit is belangrijk voor het overleven van de cel. Hier
wordt onder andere energieproductie aangemaakt en specifieke stoffen die nodig
zijn voor de informatieoverdracht. Daarnaast heeft het cellichaam ook een functie
bij de informatieverwerking. Het cellichaam beslist hoe de cel zal reageren op alle
informatie die binnenkomt (signaal doorsturen of niet)
Binnen het cellichaam bespreken we de celkern en het cytoplasma:
Nucleus of celkern: daarin vinden we de opslag van de genetische informatie
betreffende de bouw en de werking van het hele organisme.
Cytoplasma: een waterige oplossing waarin zich een diversiteit van moleculen en
orgaantjes of organellen zich bevindt.:
 Moleculen: organische (eiwitten, suikers) naast anorganische stoffen
(natrium, chloor, kalium)
 De orgaantjes of organellen: Belangrijkste organellen (vooral functie kennen):
o mitochondriën = zetten voedingsstoffen om in een brandstof of
energie die de cel kan gebruiken, het zijn dus de energieleveranciers
van de cel.
o Ribosomen = zorgen voor de aanmaak van specifieke eiwitten en
spelen dus een rol in de eiwitsynthese
o Endoplasmatisch reticulum = een netwerk van platte
verbindingsbuizen, blaasjes en holten die dienst doen als
transportkanalen voor celproducten
o Golgi-apparaat = zorgt voor het verpakken en het versturen van de
celproducten in blaasjes of vesicula, hiermee kunnen celproducten
door het celmembraan heen.
o Microtubuli = uiterst dunne buisjes die een soort skelet vormen voor
de cel
o Vacuolen = holtes in het cytoplasma die soms dienen om
bestanddelen naar het celmembraan te vervoeren om de cel uit te
gaan.
o Lysosomen = zakjes met verteringsenzymen die instaan voor de
afbraak van schadelijke stoffen, spelen een rol in de celvernieuwing.

, Als er iets mis is
Neuronbeschadeging door een hersenbloeding
 Bij een hersenbloeding raken de bloedvaten verstopt. Cel krijgt dus geen
zuurstof en energie meer

Neurodegeneratieve ziekte en neurondegeneratie
 Eiwitten zijn de basis om iets te kunnen doen, als er abnormale eiwitten
beginnen te groeien kunnen er dingen kapot gemaakt worden in de cel. Dit
begint vaak bij één cel en gaat dan door naar de rest van de cellen.
Dit gaat effect hebben op het gedrag, denken wordt vertraagd, emoties gaan
vervlakt worden bv. Je kan niet meer lachen. Op talig vlak: je gaat minder kunnen
spreken veel minder goed kunnen articuleren, geen motorische kracht meer
hebben om een goede stemgeving te hebben bv. Fluisteren
 Vb. Ziekte van Parkinson
Hoe ouder we worden hoe meer abnormale eiwitten er voorkomen. Als de
abnormale eiwitten te beginnen klonteren gaan deze zich aan de zenuwcel
hechten. Ons immuunsysteem zorgt ervoor dat deze klonters vernietigd worden
maar vernietigen daardoor ook de cel waardoor de zenuwcel afsterft. Dit
fenomeen gaat constant erger worden totdat het brein helemaal verschrompeld
is.
 Ziekte van Alzheimer

1.1.3 Dendrieten
= een soort uitstulpingen van het cellichaam. Hierdoor kan de cel veel informatie
ontvangen. Één cel kan meer dan duizend vertakkingen hebben waarmee ze
contact maakt met vele andere zenuwen. In principe kun je de dendrieten
voorstellen als handjes, die handjes kunnen de informatie pakken/ grijpen.
Informatie de prikkels die het brein heeft omgezet naar elektrische signalen. De
signalen gaan in één richting, van buiten naar binnen = afferente informatie
 Afferente of receptieve uitlopers (Examen vraag) = dendrieten  ontvangen
informatie van andere zenuwcellen
 Dendritische spines = de kleine knopjes op de dendrieten. Hoe meer
spines, hoe meer informatie je kan opnemen.


Wat als er iets mis is
We worden geboren met een brein dat pas af is na 25 jaar. Tijdens de levensloop
komen er meer spines bij, je begint dan ook meer te leren waardoor meer
informatie verwerkt wordt. Hoe ouder we worden, hoe meer spines verloren gaan.
Gelukkig is dit een dynamisch proces, hoe meer je je inzet om actief te blijven,
een sociaal leven te hebben hoe langer je je spines behoudt. Vaak gaan ouderen
zich isoleren omdat ze ergens pijn hebben of zich niet goed voelen. Deze mensen
gaan dan achteruitgaan omdat hun spines heel snel verloren gaan.
$16.38
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
eeversemma9

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
eeversemma9 Thomas More Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
3
Last sold
6 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions