Samenvatting Inleiding verbintenissenrecht (L.25629) Saxion HBO-Rechten

Verbintenissenrecht:
Week 1
Les:
Wat is een verbintenis:
- Geven
- Doen
- Dulden
- Nalaten
Recht op iets-> schuldeiser en crediteur
Verplichting-> schuldenaar en debiteur
Gewone verbintenis->
Natuurlijke verbintenis-> is niet afdwingbaar bij de rechter, bijv. Art. 7a: 1825 BW
Schuld spel weddenschap
Pluraliteit van crediteuren en debiteuren
Alternatieve verbintenis Art. 6:17 BW: de debiteur is verplicht tot een van de
twee of meer verschillende prestaties ter keuze van hemzelf, de schuldeiser of
een derde.
Voorwaardelijke verbintenis Art. 6:21 BW: een verbintenis is afhankelijk van het
in vervulling gaan van een voorwaarden (een toekomstige onzekere gebeurtenis,
bijv., de hele klas krijgt dit als je de toets haalt)
- Opschortende voorwaarde -> pas de verplichting als de onzekere
gebeurtenis wel voorkomt, dus de hele klas haalt de toets in dit voorbeeld.
(Geld pas nadat de gebeurtenis gebeurt)
- Ontbindende voorwaarde -> bijv. bij het kopen van het huis, als de
verkoper geen financiering kan krijgen kan je een beroep doen op de
ontbindende voorwaarde. (Verbintenis geld meteen)
Redelijkheid-> Art 6:2 BW
Een verbintenis:
Een rechtsrelaties tussen schuldenaar en schuldeiser.
Synoniemen: preseten = betalen = nakomen
- Iets geven
- Iets doen
- Iets dulden (toelaten)
- Iets nalaten
Verbintenis= rechtsgevolg
Rechtsfeit:
- Een rechtsfeit verbindt aan een regel van objectief recht een rechtsgevolg

,Rechtshandelingen:
- Het rechtsgevolg is wel beoogd door de handelen (wil je zelf graag)
- Overeenkomst en eenzijdige rechtshandeling, stagelopen bijv., of een gift
Feitelijke handelingen:
- Het rechtsgevolg is niet beoogd door de handelende: (wil je liever niet)
- Onrechtmatige daad en rechtmatige daad

Opdrachten:
1. C
2. C
3. B
4. D
5. C
6. A
7. B
8. D
9. A
10.D

Literatuur:
4.1:
Verbintenis: een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij
(schuldenaar) verplicht is een prestatie te leveren, terwijl de andere partij
(schuldeiser) hier recht op heeft. Prestatie kan op de volgende manieren:
- Geven: je verkoopt een laptop, en geeft de laptop aan de koper
- Doen: iets uitvoeren, zoals diensten of een arbeidsovereenkomst
- Dulden (toelaten): bijvoorbeeld recht van overpad: de eigenaar van het
pad moet bijvoorbeeld toelaten dat zijn buurman dat pad ook gebruikt.
- Nalaten: bijvoorbeeld concurrentiebeding (concurrerend werk doen bij een
andere instelling)
Prestatie uit verplichting = betaling.
- Hoeft dus niet te gaan om een betaling, maar kan ook gaan over het
overhandigen van een gekocht product.
Een verbintenis is afdwingbaar Art. 3:296 lid 1 BW.
Redelijkheid en billijkheid:
- Redelijkheid: logische en fair in een bepaalde situatie, wat elk persoon zou
doen in die situatie
- Billijkheid: gerechtigheid en eerlijkheid, word ook gekeken naar de
omstandigheden van het geval.
- Het zijn ongeschreven normen. Partijen tussen wie een verbintenis bestaat,
moeten zich volgens deze normen gedragen. Art. 6:2 lid 1 BW.
Natuurlijke verbintenissen Art. 6:3 lid 1 BW: een natuurlijke verbintenis moet wel
worden nagekomen, maar is niet afdwingbaar bij de rechter. Dus als de
verbintenis niet wordt nagekomen, dan kan er niks aan gedaan worden.

, Ontstaan van verbintenis:
1. Overeenkomst: een meerzijdige rechtshandeling, waarbij partijen jegens
elkaar een verbintenis aangaan Art. 6:213 lid 1 BW.
- Zoals kopen en een arbeidsovereenkomst
2. Onrechtmatige daad: de verbintenis die uit een onrechtmatige daad
voortvloeit, is de verplichting om de schade die een andere lijdt te
vergoeden. Kan doen of nalaten zijn. Art. 6:162 BW.
3. Uit andere bron:
- Zaakwaarneming Art. 6:198 BW: iemand anders helpen, zonder dat
het nodig was. Zoals de loodgieter bellen voor je buurman waar het
water overstroomt en op vakantie is. Zonder rechtsgrond
- Onverschuldigde betaling: Art. 6:203 BW: bijvoorbeeld geld
overmaken naar een verkeerde betaalrekening. Zonder rechtsgrond
- Ongerechtvaardigde verrijking Art. 6:212 BW: toename van iemand
vermogen. Zonder rechtsgrond.
4.2:
Pluraliteit van meerdere schuldenaren bij een verbintenis betrokken Art. 6:6 lid 1
BW:
- Als er meerder schuldenaren zijn die een prestatie moeten leveren,
dan moeten ze ieder een gelijk deel voor hun rekening nemen.
- Is deelbaar, als je samen 500 euro moet betalen dan beide 250
euro. (Kan niet bij ongelijke delen, als het ondeelbaar is of hoofdelijk
verbonden).
 Ondeelbaar: als je het in 1 keer kan worden verricht, bijv.
leveren laptop
 Ongelijke delen: de ene moet 500 betalen en de andere 300.
 Hoofdelijk verbonden Art. 6:7 lid 1: de gehele prestatie
vorderen bij 1 persoon Art. 6:7 lid 2 BW (bevrijdende werking)
- Regres: De schuldenaar die alles moet betalen, kan
zich verhalen op zijn medeschuldenaren Art. 6:10 lid 2
BW en Art. 6:10 lid 3 BW
- Schuldenaren moeten zich houden aan de eisen van redelijkheid en
billijkheid. Art. 6:8 BW en Art. 6:2 BW.
Pluraliteit van meerdere schuldeisers bij een verbintenis betrokken Art. 6:15 lid 1
BW:
- Elke schuldeiser heeft recht op een gedeelte van de prestatie dat
even groot is als de delen van de andere schuldeisers. Elk een
zelfstandig vorderingsrecht.
- Deelbaar: als twee schuldeisers samen recht hebben op 500, dan
ieders 250. (Kan niet bij ondeelbaar of bij gemeenschap)
 Ondeelbaar: kan in 2 keer worden verricht, levering huis
 Gemeenschap: mensen die getrouwd zijn bijv. of bij een
erfenis aan meerdere erfgenamen. Je hebt dan een
gezamenlijk vorderingsrecht Art. 6:15 lid 2 BW.
- Bevrijdende werking Art. 6:15 lid 3 BW: als een
schuldenaar niet op de hoogte was dat het
vorderingsrecht in een gemeenschap valt, bijv. de
schuldenaar wist niet van de meerder erfgenamen. Als