orgaan
ORGAANFYSIOLOGIE
samenvatting
Zoë Verdoodt
Academiejaar 2021-2022
, 1. Hart
Het cardiovasculaire systeem is samengesteld uit:
• dubbele pomp
• verzameling verdelende en afvoerende buizen
• uitgebreid netwerk van dunne vezels waardoor de uitwisseling ter hoogte van de perifere
organen mogelijk wordt.
Rol:
• Verzorgt de aanvoer en de distributie van metabole substraten en van O 2 naar de perifere
weefsels en organen toe.
• Zorgt tevens voor het verwijderen van de geproduceerde afvalstoffen en van CO 2 .
• Draagt bij tot de temperatuur regulatie
• Laat humorale communicatie toe.
1.1 enkele anatomische begrippen
Zuig-pers pomp :
• Energie voor bloedbewegingen van stoffen en warmte: door het hart geleverd
• Bloedsomloop: Twee in serie geschakelde pomp systemen
○ Grote, systemische of lichaamscirculatie:pompt bloed vanuit linker kamer naar perifere weefsels
○ Kleine of longcirculatie: rechter kamer pompt bloed naar longen.
Onderdelen hart :
• rechter en linker voorkamer of atrium zwakke pomp
• rechter en linker kamer of ventrikel stuwt krachtig bloed naar perifere of longcirculatie
Rechter atrium en ventrikel : ontvangen het veneuze bloed uit de systemische venen en pompen het
naar de longen door. In de longen geschiedt de oxygenatie van de rode bloedcellen en wordt CO 2
verwijderd.
Linker atrium en ventrikel : ontvangen het met O 2 gesatureerde bloed uit de 4 pulmonale venen en
stuwen het naar de hoofdslagader, aorta, door.
1.1.1 de atria of voorkamers
rechter atrium :
- dunwandige kamer onder lage druk
- ontvangt bloed uit de cava superior
en inferior
membraneuze wand :
scheidt het linker van het rechter atrium
wand voorkamers en kamers :
- epicardium ( buitenste laag )
in contact met epicardium ventrikels
- myocardium ( middenste laag )
spierig, loopt niet over in ventrikels
dunnere massa => lage atriale druk
- endocardium ( binnenste laag )
verloopt over atria, kleppen,
ventrikels
, 1.1.2 de ventrikels of kamers
linker atrium heeft meer spier
sterkere drukontwikkeling, nodig door de grotere weerstand van de systemische circulatie die een
sterkere perfusiedruk vereist
Soorten circulaties :
• Systemische circulatie : O2 verlies en opname van CO2
• Pulmonaire circulatie: aanrijken met O2 en CO2 afgave
Spierig septum :
scheidt de twee ventrikels + bevat bundels van geleidingssysteem
1.1.3 de hartkleppen
unidirectioneel
atrioventriculaire kleppen :
- grens tussen atria en ventrikels
- mitralis of bicuspide klep : tussen
linker atria en ventrikel + 2 kleppen
- tricuspidalis klep : 3 kleppen + scheidt
de 2 rechter delen van het hart
semilunaire kleppen :
- schermen de ventrikels van de
afvoerende bloedvaten
- aortaklep : scheidt linkerkamer van
aorta
- aorta : belangrijkste systemische
bloedvat, dat de O2 via verschillende
vertakkingen naar de metabool
actieve weefsels voert.
- pulmonalis klep : zondert de
pulmonale arterie van de
rechterventrikel af
- pulmonale arterie : vertakt zich tot
een rijk alveolair capillair bed waar de
O2/CO2 uitwisseling plaatsgrijpt
Achter de oorsprong van de aortaklep ontspringen de kransslagaders of coronaire arteries
zorgen voor : bloedsvoorziening hart
linker coronaire arterie : linker anterior descendens en arterie circumflex
Ritmiciteit: voortgeleiding prikkels
Systole : samentrekken
Diastole : gerelaxeerd
, 1.2 het ontstaan van het hartritme
Hart : spontane depolarisatie pacemakercellen => autonoom samentrekken
hart = syncytium
Een bundel cellen = kabelstructuur met een lage overlangse weerstand
De kortsluitstromen kunnen van cel tot cel overlopen. Er is een goede uitwisseling via de zeer
doorlaatbare juncties t.b.v. de dwarsschijven (geïntercaleerde schijven)
Fysiologische histologie hartspier :
Gestreepte spier, myofibrillen met actine en myosine skeletspier
Syncytium door geïntercaleerde schijven met permeable gap-junctions.
• Lage elektrische weerstand (1/400 van de plasmamembraan).
• Vrije diffusie: spreiding actiepotentiaal.
1.2.1 de actiepotentiaal bij de slow en fast respons cel
1.2.1.1 de slow response cel
Waar ? sinoatriale knoop ( pacemaker ), de atrioventriculaire
knoop en geleidingsweefsel van het het atrium naar het ventrikel
Rustmembraan potentiaal : - 65mV
Snelle depolarisatie verloopt minder snel + geen omkering van de membraanpotentiaal tot positieve
waarden. Depolarisatie veroorzaakt door openen van Ca 2+ kanalen. Plateau afwezig.
Fase 4 : sterke diastolische depolarisatie veroorzaakt door een verminderede K + permeabiliteit
1.2.1.2 de fast response cel vb. purkinje cellen
Waar ? conductiesysteem van de kamers, myocardiaal weefsel van de atria en ventrikels
Rustmembraan potentiaal : -85 mV en – 95 mV
Tijdens actiepotentiaal stijgt membraanpotentiaal
met een omkering tot licht positieve waarden
bereikt worden. Zeer lange plateaufase =>
contractie myocard toelaten
Fase 0 : snelle depolarisatie
depolarisatie bereikt drempel => openen
spannings afhankelijke Na+ kanalen
( permeabiliteit stijgt )
Fase 1 :vroegtijdige partiële repolarisatie
inactivatie Na+ kanalen => dalen permeabiliteit
kleine toename K+ permeabiliteit
Fase 2 : plateaufase
veroorzaakt door toename Ca+ permeabiliteit => contractie hart spiercel
K+ permeabiliteit stijgt weinig
ORGAANFYSIOLOGIE
samenvatting
Zoë Verdoodt
Academiejaar 2021-2022
, 1. Hart
Het cardiovasculaire systeem is samengesteld uit:
• dubbele pomp
• verzameling verdelende en afvoerende buizen
• uitgebreid netwerk van dunne vezels waardoor de uitwisseling ter hoogte van de perifere
organen mogelijk wordt.
Rol:
• Verzorgt de aanvoer en de distributie van metabole substraten en van O 2 naar de perifere
weefsels en organen toe.
• Zorgt tevens voor het verwijderen van de geproduceerde afvalstoffen en van CO 2 .
• Draagt bij tot de temperatuur regulatie
• Laat humorale communicatie toe.
1.1 enkele anatomische begrippen
Zuig-pers pomp :
• Energie voor bloedbewegingen van stoffen en warmte: door het hart geleverd
• Bloedsomloop: Twee in serie geschakelde pomp systemen
○ Grote, systemische of lichaamscirculatie:pompt bloed vanuit linker kamer naar perifere weefsels
○ Kleine of longcirculatie: rechter kamer pompt bloed naar longen.
Onderdelen hart :
• rechter en linker voorkamer of atrium zwakke pomp
• rechter en linker kamer of ventrikel stuwt krachtig bloed naar perifere of longcirculatie
Rechter atrium en ventrikel : ontvangen het veneuze bloed uit de systemische venen en pompen het
naar de longen door. In de longen geschiedt de oxygenatie van de rode bloedcellen en wordt CO 2
verwijderd.
Linker atrium en ventrikel : ontvangen het met O 2 gesatureerde bloed uit de 4 pulmonale venen en
stuwen het naar de hoofdslagader, aorta, door.
1.1.1 de atria of voorkamers
rechter atrium :
- dunwandige kamer onder lage druk
- ontvangt bloed uit de cava superior
en inferior
membraneuze wand :
scheidt het linker van het rechter atrium
wand voorkamers en kamers :
- epicardium ( buitenste laag )
in contact met epicardium ventrikels
- myocardium ( middenste laag )
spierig, loopt niet over in ventrikels
dunnere massa => lage atriale druk
- endocardium ( binnenste laag )
verloopt over atria, kleppen,
ventrikels
, 1.1.2 de ventrikels of kamers
linker atrium heeft meer spier
sterkere drukontwikkeling, nodig door de grotere weerstand van de systemische circulatie die een
sterkere perfusiedruk vereist
Soorten circulaties :
• Systemische circulatie : O2 verlies en opname van CO2
• Pulmonaire circulatie: aanrijken met O2 en CO2 afgave
Spierig septum :
scheidt de twee ventrikels + bevat bundels van geleidingssysteem
1.1.3 de hartkleppen
unidirectioneel
atrioventriculaire kleppen :
- grens tussen atria en ventrikels
- mitralis of bicuspide klep : tussen
linker atria en ventrikel + 2 kleppen
- tricuspidalis klep : 3 kleppen + scheidt
de 2 rechter delen van het hart
semilunaire kleppen :
- schermen de ventrikels van de
afvoerende bloedvaten
- aortaklep : scheidt linkerkamer van
aorta
- aorta : belangrijkste systemische
bloedvat, dat de O2 via verschillende
vertakkingen naar de metabool
actieve weefsels voert.
- pulmonalis klep : zondert de
pulmonale arterie van de
rechterventrikel af
- pulmonale arterie : vertakt zich tot
een rijk alveolair capillair bed waar de
O2/CO2 uitwisseling plaatsgrijpt
Achter de oorsprong van de aortaklep ontspringen de kransslagaders of coronaire arteries
zorgen voor : bloedsvoorziening hart
linker coronaire arterie : linker anterior descendens en arterie circumflex
Ritmiciteit: voortgeleiding prikkels
Systole : samentrekken
Diastole : gerelaxeerd
, 1.2 het ontstaan van het hartritme
Hart : spontane depolarisatie pacemakercellen => autonoom samentrekken
hart = syncytium
Een bundel cellen = kabelstructuur met een lage overlangse weerstand
De kortsluitstromen kunnen van cel tot cel overlopen. Er is een goede uitwisseling via de zeer
doorlaatbare juncties t.b.v. de dwarsschijven (geïntercaleerde schijven)
Fysiologische histologie hartspier :
Gestreepte spier, myofibrillen met actine en myosine skeletspier
Syncytium door geïntercaleerde schijven met permeable gap-junctions.
• Lage elektrische weerstand (1/400 van de plasmamembraan).
• Vrije diffusie: spreiding actiepotentiaal.
1.2.1 de actiepotentiaal bij de slow en fast respons cel
1.2.1.1 de slow response cel
Waar ? sinoatriale knoop ( pacemaker ), de atrioventriculaire
knoop en geleidingsweefsel van het het atrium naar het ventrikel
Rustmembraan potentiaal : - 65mV
Snelle depolarisatie verloopt minder snel + geen omkering van de membraanpotentiaal tot positieve
waarden. Depolarisatie veroorzaakt door openen van Ca 2+ kanalen. Plateau afwezig.
Fase 4 : sterke diastolische depolarisatie veroorzaakt door een verminderede K + permeabiliteit
1.2.1.2 de fast response cel vb. purkinje cellen
Waar ? conductiesysteem van de kamers, myocardiaal weefsel van de atria en ventrikels
Rustmembraan potentiaal : -85 mV en – 95 mV
Tijdens actiepotentiaal stijgt membraanpotentiaal
met een omkering tot licht positieve waarden
bereikt worden. Zeer lange plateaufase =>
contractie myocard toelaten
Fase 0 : snelle depolarisatie
depolarisatie bereikt drempel => openen
spannings afhankelijke Na+ kanalen
( permeabiliteit stijgt )
Fase 1 :vroegtijdige partiële repolarisatie
inactivatie Na+ kanalen => dalen permeabiliteit
kleine toename K+ permeabiliteit
Fase 2 : plateaufase
veroorzaakt door toename Ca+ permeabiliteit => contractie hart spiercel
K+ permeabiliteit stijgt weinig