BIOLOGIE VAN DE MENS 2:
HOOFDSTUK 1: DE HUID
1) Inleiding:
Cutis/huid = grootste orgaan (1/6de totale lichaamsgewicht)
FUNCTIES van de huid:
- Bescherming tegen uitdroging, letsels en infecties door
aanwezigheid van respectievelijke talgklieren, hoornlaag en
Langerhanscellen
o Keratinocyten zorgen dat een letsel niet onderliggend weefsel
kan beschadigen
o Melanocyten produceren melanine om lichaam te beschermen
tegen zonnebrand (hoe meer blootstelling hoe meer
melanine)
o Opbouw pars papillaris en pars reticularis (in dermis) met
losmazig en dens bindweefsel laat grote trekkrachten toe en
vangen gewichtsverandering flexibel op
- Warmteregulatie in huid
o Door zweetklieren en goed doorbloed vetweefsel
- Vorming en opslag voedingstoffen en afvoer afvalstoffen
o Aanmaak vitamine D onder invloed van UV-straling
noodzakelijk voor opbouw bot
o Zweetklieren zorgen voor afvoer afvalstoffen en water EN
invloed op lichaamsgeur en lichaamstemperatuur
o Talgklieren produceren talg en beschermen tegen uitdroging
- Sensorische functie
o Merkelcellen, lichaampjes van Meissner en lichaampjes van
Vater-Pacini registreren tast, beweging en trillingen en geven
deze informatie via afferente zenuwen door aan CZS (centraal
zenuwstelsel)
1 cm2 huid bevat:
- 100 zweetklieren
- 10 haren
- 15 talgklieren
- 1 meter capillairen
- 3,5 m zenuwen
- Honderden zintuigorgaantjes
Per 24 uur: 100-6000 ml zweet geproduceerd
,2) Opbouw van de huid
a) Epidermis – Dermis- Hypodermis
HUID (cutis):
- Epidermis of opperhuid
- Dermis of lederhuid
- Hypodermis of onderhuid
ACCESSOIRE STRUCTUREN:
- Verhoorningen: nagels, haar
- Exocriene klieren: talg- en zweetklieren
Epidermis = bovenste laag in contact met de omgeving
- Dekepitheel meerlagig verhoornend plaveiselepitheel
- Varieert in dikte: 1/10de tot 0,5 mm
- Bedekt met laag keratine
o Keratine: taai en onoplosbaar eiwit dat
cytoplasma van epidermale cellen vervangt om
de huid dikker te maken en waterafstotend
o Komt ook voor in nagels en haren
- Avasculair: geen bloedvaten: cellen komen aan
zuurstof/voedingsstoffen door diffusie van nutriënten
van bloedvaten uit de dermis
Epidermis bestaat uit 5 cellagen: van basaalmembraan naar buiten toe
(binnen buiten):
i) Stratum basale (kiemlaag)
ii) 2. Stratum spinosum (stekelcellaag)
iii) Stratum granulosum (korrelige laag):
laatste laag met kernen, platter dan
stratum spinosum
iv) Stratum lucidum (heldere laag dikke
huid)
v) Stratum corneum (hoornlaag)
, Dieper ingaan op iedere cellaag:
1) STRATUM BASALE (GERMINATIVUM):
Celtypes op basaalmembraan
i. Keratinocyten precursorcellen (stamcellen) produceren later
keratine
ii. Melanocyten dendritische
cellen, vormen melanine
dat getransporteerd wordt
naar stratum spinosum. Via
uitlopers kan de melanocyt
melanosomen (blaasjes met
melaninekorrels) injecteren
in de stekelcellen. Die
donkere cellen beschermen
tegen UV en geven een
bruine kleur aan de huid.
Mutaties in melanocyten
zijn oorzaak van melanosomen. Melanocyten hebben
iii. Merkelcellen: sensoren, voelen van aanraking
altijd in buurt van sensorische zenuw
Enigste sensorische cel in epidermis, andere zitten
dieper
2) STRATUM SPINOSUM =
stekelcellaag
HOOFDSTUK 1: DE HUID
1) Inleiding:
Cutis/huid = grootste orgaan (1/6de totale lichaamsgewicht)
FUNCTIES van de huid:
- Bescherming tegen uitdroging, letsels en infecties door
aanwezigheid van respectievelijke talgklieren, hoornlaag en
Langerhanscellen
o Keratinocyten zorgen dat een letsel niet onderliggend weefsel
kan beschadigen
o Melanocyten produceren melanine om lichaam te beschermen
tegen zonnebrand (hoe meer blootstelling hoe meer
melanine)
o Opbouw pars papillaris en pars reticularis (in dermis) met
losmazig en dens bindweefsel laat grote trekkrachten toe en
vangen gewichtsverandering flexibel op
- Warmteregulatie in huid
o Door zweetklieren en goed doorbloed vetweefsel
- Vorming en opslag voedingstoffen en afvoer afvalstoffen
o Aanmaak vitamine D onder invloed van UV-straling
noodzakelijk voor opbouw bot
o Zweetklieren zorgen voor afvoer afvalstoffen en water EN
invloed op lichaamsgeur en lichaamstemperatuur
o Talgklieren produceren talg en beschermen tegen uitdroging
- Sensorische functie
o Merkelcellen, lichaampjes van Meissner en lichaampjes van
Vater-Pacini registreren tast, beweging en trillingen en geven
deze informatie via afferente zenuwen door aan CZS (centraal
zenuwstelsel)
1 cm2 huid bevat:
- 100 zweetklieren
- 10 haren
- 15 talgklieren
- 1 meter capillairen
- 3,5 m zenuwen
- Honderden zintuigorgaantjes
Per 24 uur: 100-6000 ml zweet geproduceerd
,2) Opbouw van de huid
a) Epidermis – Dermis- Hypodermis
HUID (cutis):
- Epidermis of opperhuid
- Dermis of lederhuid
- Hypodermis of onderhuid
ACCESSOIRE STRUCTUREN:
- Verhoorningen: nagels, haar
- Exocriene klieren: talg- en zweetklieren
Epidermis = bovenste laag in contact met de omgeving
- Dekepitheel meerlagig verhoornend plaveiselepitheel
- Varieert in dikte: 1/10de tot 0,5 mm
- Bedekt met laag keratine
o Keratine: taai en onoplosbaar eiwit dat
cytoplasma van epidermale cellen vervangt om
de huid dikker te maken en waterafstotend
o Komt ook voor in nagels en haren
- Avasculair: geen bloedvaten: cellen komen aan
zuurstof/voedingsstoffen door diffusie van nutriënten
van bloedvaten uit de dermis
Epidermis bestaat uit 5 cellagen: van basaalmembraan naar buiten toe
(binnen buiten):
i) Stratum basale (kiemlaag)
ii) 2. Stratum spinosum (stekelcellaag)
iii) Stratum granulosum (korrelige laag):
laatste laag met kernen, platter dan
stratum spinosum
iv) Stratum lucidum (heldere laag dikke
huid)
v) Stratum corneum (hoornlaag)
, Dieper ingaan op iedere cellaag:
1) STRATUM BASALE (GERMINATIVUM):
Celtypes op basaalmembraan
i. Keratinocyten precursorcellen (stamcellen) produceren later
keratine
ii. Melanocyten dendritische
cellen, vormen melanine
dat getransporteerd wordt
naar stratum spinosum. Via
uitlopers kan de melanocyt
melanosomen (blaasjes met
melaninekorrels) injecteren
in de stekelcellen. Die
donkere cellen beschermen
tegen UV en geven een
bruine kleur aan de huid.
Mutaties in melanocyten
zijn oorzaak van melanosomen. Melanocyten hebben
iii. Merkelcellen: sensoren, voelen van aanraking
altijd in buurt van sensorische zenuw
Enigste sensorische cel in epidermis, andere zitten
dieper
2) STRATUM SPINOSUM =
stekelcellaag