Werkelijkheidnnnnnnnnnnn
College 1: inleiding
HOORCOLLEGE 1 inleiding
Terrorisme is niet makkelijk te definiëren. Er wordt bij terrorisme vaak
gedacht aan aanslagen door niet-statelijke actoren
(groeperingen/bewegingen die geen onderdeel uitmaken van
staatsstructuren) en aanslagen op burgers. Meeste gebeurtenissen die
genoemd worden vinden in Europa (Westen) plaats. Ook ligt er een focus
op het heden.
Wat telt er wel/niet als terrorisme?
Over het algemeen wordt iets als terrorisme gezien wanneer het
ontwrichtende gevolgen heeft en een gevoel van onveiligheid opwekt. Het
is een vorm van geweld (tegen personen/infrastructuren/gebouwen) en
een symbolische daad.
Casussen:
- Theo van Gogh politiek motief, gevoel van onveiligheid opwekken,
ontwrichtende gevolgen, angst zaaien.
- Koninginnedag 2009 twijfelgeval; toestand van de man zelf, wel
politiek motief (koningshuis aanrijden).
- Peter R. de Vries 2021 signaal afgeven, angst zaaien, maar geen
ideologie verspreidt, gericht op één persoon.
- Moskee Enschede 2016 dreigen, angst voor moslimgemeenschap.
- Utrecht tram (2019) wanhoopsdaad, wel angst zaaien.
- Boetsja (Oekraïne) 2022 staat zaait angst aan, vaak geschaard
onder oorlogsmisdaad.
Dus geen internationaal geldende definitie. Politieke standpunt bepaalt
ook welke definitie jij inneemt (subjectiviteit, vooroordelen). Definities
bevatten wel de volgende aspecten:
1. Terrorisme is een vorm van geweld.
2. Het terroristische geweld heeft een politiek doel.
3. Gevoelens van angst creëren is een deel van de strategie.
4. Terroristen willen een (politieke) boodschap overbrengen.
5. Het slachtoffer van het geweld is niet het uiteindelijke doel van de
terroristen. Uiteindelijke doel is een breder publiek/politieke
leider/specifieke groep.
, 6. Terrorisme is een schending van het oorlogsrecht. Geweld wordt
bewust op burgers gericht en/of vind buiten een conflictgebied
plaats.
Iemand heeft een terroristische strategie of tactiek, het individu zelf is niet
perse terrorist. Terrorisme heeft niet altijd willekeurige doelwitten, kan ook
specifiek doelwit hebben (politieke leider/publiek figuur).
Waar vinden terroristische aanslagen plaats? (niet-statelijk terrorisme)
Voornamelijk in Afrika en het Midden-Oosten. Dit concentreert zich in hele
grote mate in een beperkt gebied met veel politieke instabiliteit.
Is terrorisme een recent verschijnsel?
Nee Golftheorie (Rapoport): over de eeuwen heen heeft veel
terrorisme plaatsgevonden. Men spreekt van een ‘nieuw’ soort terrorisme.
Vaak dodelijker en meer slachtoffers. Dit heeft als oorzaak het religieuze
karakter van de aanslagen. Jihadistisch terrorisme (islam, gewelddadig
dingen opleggen) is de grootste dreiging van onze tijd. Deze vorm is zo
destructief dat je niet kan onderhandelen met de groepen extreme
maatregelen nodig.
Kritische benadering:
- Zet vraagtekens bij status quo (huidige situatie) en dominante kijk
daarop.
- Aandacht voor functies van dominante beeld (verband kennis en
macht).
- Aandacht voor hoe dominante kijk de werkelijkheid beïnvloedt.
Het dominante terrorisme beeld in de afgelopen decennia had veel invloed
op het beleid beeld is:
- Alleen niet-statelijk
- Enorme bedreiging die buitengewone maatregelen rechtvaardigt
, - Terroristen irrationeel en zonder politieke agenda
- Alleen te bestrijden met geweld
- Alle terroristen zijn hetzelfde
- Dreiging voor het Westen van buitenaf
- Wij hebben geen rol in oorzaken
- Arabisch / islamitisch
UIT DE TERREURSPIRAAL INLEIDING & H1
Koffi Annan alle geweld tegen burgers met als doel een bevolking te
intimideren of een regering of internationale organisatie te dwingen iets te
doen of na te laten, moet als terrorisme worden beschouwd.
Waarom zouden overheden mensen als terroristen bestempelen:
- Tegenstanders in kwaad daglicht zetten
- Overheid krijgt hierdoor buitengewone maatregelen tot haar
beschikking
- Vergroot de kans op internationale steun
- Wereld zal sneller wegkijken wanneer de regering het niet zo nauw
neemt met mensenrechten
Essentiële terrorist: het vijandbeeld terrorist komt overheden goed van
pas om steun te krijgen voor een beleid. Voorbeelden
- Tsjetsjenië in opstand tegen Rusland (kritiek uiten) bestempeld als
terroristen rebellen streden voor financiële steun uit Arabische
wereld radicaalislamitisch gedachtegoed selffulfilling prophecy
(voorspelling die (in)direct uitkomt) dat de Tsjetsjeense
opstandelingen jihadisten waren.
- Chinese behandeling van Oeigoeren opvoedingskampen
verantwoord omdat Oeigoeren als terroristen worden bestempeld.
- Assad (president Syrië) betichtte iedereen van terrorist die tegen
hem was Syrische burgeroorlog hierna vooral vechten tegen
prodemocratische rebellen.
Definitie van terrorisme:
- Er is sprake van geweld richting personen, infrastructuur of
gebouwen.
- Het kan gericht zijn op specifieke/willekeurige doelwitten.
- Geweld is geen doel op zich, maar een middel om een ander doel te
bereiken.
- Gewelddadige vorm van communicatie. Communicatie moet politiek
van aard zijn; men vraagt aandacht voor maatschappelijke
problemen/beleid.
, - EU: de bevolking van een land angst aanjagen, een
overheid/internationale organisatie iets aandoen, internationale
organisatie ontwrichten of vernietigen.
Groeperingen gebruiken terroristisch geweld vaak naast andere tactieken
om hun doel te bereiken. Het verschil in beleid tussen landen illustreert
niet alleen de complexiteit van een organisatie, maar ook het subjectieve
en politieke karakter van de keuze om zo’n organisatie als terroristisch te
bestempelen.
Staatsterrorisme: terroristische middelen die staten hanteren, om de
oppositie te verzwakken, een politiek programma uit te voeren,
economische belangen te beschermen of als onderdeel van een
internationale strijd (politieke moorden, kidnapping, bomaanslagen).
Maakt meer slachtoffers dan niet-statelijk terrorisme.
De geschiedenis van terrorisme
De term terrorisme werd als eerste gebruikt tijdens de Franse Revolutie.
Om de revolutie te beschermen tegen tegenstanders voerde de radicale
leider Robespierre een schrikbewind in waarbij duizenden mensen onder
de guillotine belandden. Doel was niet alleen het doden van reactionairen,
maar ook het zaaien van angst onder de bevolking om verzet te
voorkomen.
Staten gebruikten terroristische methoden ironisch genoeg ook om
terrorisme te bestrijden (bijv. Britten en Spanjaarden aan
mensenrechtenschendingen).
Golven van niet-statelijk terrorisme:
- De anarchistische golf (1880-1920)
- De antikoloniale golf (1920-1970)
- De extreemlinkse golf (1960-1995)
- De religieuze golf (1980-nu)
Kritiek eigenlijk geen golven. Door acties/groepen over een kam te
scheren verdwijnen specifieke beweegredenen van verschillende actoren
uit beeld. Geeft ook de suggestie dat terroristisch geweld in elke golf
vooral gedreven werd door de ideologie die op dat moment dominant was.
Ook wordt onvoldoende duidelijk dat groepen ideologie vaak gebruiken om
hun acties te rechtvaardigen en internationale steun te rechtvaardigen.
Dat is anders dan ideologie als primaire beweegreden te zien.
De golven werden vooral gekenmerkt door het feit dat er in elke periode
een internationaal dominant gedachtegoed was waar groepen wereldwijd
naar verwezen. Groepen in verschillende landen lieten zich door elkaar
inspireren en steunen.