TECH
Termen, Zelfstudies,
MTF, Fourier, WW/WL
en Aantekeningen.
Hogeschool
Inholland
MBRT
JAAR 1
Periode 2
,Termen TECH periode 2:
Analoog:
Een signaal dat binnen bepaalde grenzen elke waarde aan kan nemen.
Digitaal:
Een signaal wordt voorgesteld door een reeks getallen.
(betekend je kunt het tellen)
Matrix:
Bepaald grootte van de pixels en manier van afbeelding opslaan.
Kleinere matrix = grotere pixels = lagere resolutie.
Pixel:
2D volume beeld element (grootte bepaalt de resolutie/details).
Voxel:
3D volume beeld element.
Bit(s):
Een 1 of een 0.
Byte(s):
Een getal van 8 bits (maximale waarde is 255).
Bitdiepte:
De hoeveelheid bits per pixel.
1 byte 0-255 (byte mode),
2 bytes 0-65535 (word mode),
4 bytes kleurenbeelden (double-word mode).
Wat is er nodig om digitaal beeld te krijgen:
2 waardes:
Positie (matrix en pixels).
En grijswaarde (bits/bytes en bitdiepte).
Beeldanalyse:
Beeld in getallen uit.
Beeldbewerking:
CT opscherpen en ruis onderdrukken. Beeld in beeld uit.
(Standaard) DSP- systeem:
Digitaal worden van de afgeronde waardes van het ADC.
Wordt digitale waarde.
Sampling:
Wat is de hoogte van een signaal per plek.
Samples:
Zijn de momenten wanneer de waardes worden gemeten.
Voordelen:
Telbaar.
Nadelen:
Niet elk moment te meten, sommige waardes worden daardoor niet afgelezen
(het aantal samples).
, TECH 02-02
ZIS:
Belangrijke term
Ziekenhuis Informatie Systeem.
EZIS:
Elektronisch Zorg Informatie Systeem.
PACS:
Belangrijke term
Picture Archiving and Communication System.
IHE-platform:
Integrating the Healthcare Enterprise.
DICOM:
Belangrijke term
Digital Imaging and COmmunications in Medicine.
DSP:
Digital Signal Processor.
SNR:
Belangrijke term
Signal to Noise Ratio.
DAC:
Digitaal naar analoog.
ADC:
Het omzetten van een signaal van analoog naar digitaal.
ADC bestaat uit twee stappen:
o Bemonstering.
Van specifieke waardes op elk moment naar bepaalde waardes
op bepaalde moment (monsterwaarde per monstertijd).
Dit wordt ook wel data sampling genoemd.
o Kwantificering.
Van bepaalde waarde naar getal van waarde.
(omzetten naar binaire code).
Datacompressie:
Rij of kolom met zelfde pixelwaarde samen gevoegd.
Lossless datacompressie:
Alle originele beelddata wordt opgeslagen (met exacte waardes).
Lossy datacompressie:
Een gedeelte van informatie gaat verloren (ongeveer dezelfde waardes).
GIF:
Graphics Interchange Format.
(Om hogere permanente beeldkwaliteit op te slaan).
BMP:
Bitmap (om hogere permanente beeldkwaliteit op te slaan).
Termen, Zelfstudies,
MTF, Fourier, WW/WL
en Aantekeningen.
Hogeschool
Inholland
MBRT
JAAR 1
Periode 2
,Termen TECH periode 2:
Analoog:
Een signaal dat binnen bepaalde grenzen elke waarde aan kan nemen.
Digitaal:
Een signaal wordt voorgesteld door een reeks getallen.
(betekend je kunt het tellen)
Matrix:
Bepaald grootte van de pixels en manier van afbeelding opslaan.
Kleinere matrix = grotere pixels = lagere resolutie.
Pixel:
2D volume beeld element (grootte bepaalt de resolutie/details).
Voxel:
3D volume beeld element.
Bit(s):
Een 1 of een 0.
Byte(s):
Een getal van 8 bits (maximale waarde is 255).
Bitdiepte:
De hoeveelheid bits per pixel.
1 byte 0-255 (byte mode),
2 bytes 0-65535 (word mode),
4 bytes kleurenbeelden (double-word mode).
Wat is er nodig om digitaal beeld te krijgen:
2 waardes:
Positie (matrix en pixels).
En grijswaarde (bits/bytes en bitdiepte).
Beeldanalyse:
Beeld in getallen uit.
Beeldbewerking:
CT opscherpen en ruis onderdrukken. Beeld in beeld uit.
(Standaard) DSP- systeem:
Digitaal worden van de afgeronde waardes van het ADC.
Wordt digitale waarde.
Sampling:
Wat is de hoogte van een signaal per plek.
Samples:
Zijn de momenten wanneer de waardes worden gemeten.
Voordelen:
Telbaar.
Nadelen:
Niet elk moment te meten, sommige waardes worden daardoor niet afgelezen
(het aantal samples).
, TECH 02-02
ZIS:
Belangrijke term
Ziekenhuis Informatie Systeem.
EZIS:
Elektronisch Zorg Informatie Systeem.
PACS:
Belangrijke term
Picture Archiving and Communication System.
IHE-platform:
Integrating the Healthcare Enterprise.
DICOM:
Belangrijke term
Digital Imaging and COmmunications in Medicine.
DSP:
Digital Signal Processor.
SNR:
Belangrijke term
Signal to Noise Ratio.
DAC:
Digitaal naar analoog.
ADC:
Het omzetten van een signaal van analoog naar digitaal.
ADC bestaat uit twee stappen:
o Bemonstering.
Van specifieke waardes op elk moment naar bepaalde waardes
op bepaalde moment (monsterwaarde per monstertijd).
Dit wordt ook wel data sampling genoemd.
o Kwantificering.
Van bepaalde waarde naar getal van waarde.
(omzetten naar binaire code).
Datacompressie:
Rij of kolom met zelfde pixelwaarde samen gevoegd.
Lossless datacompressie:
Alle originele beelddata wordt opgeslagen (met exacte waardes).
Lossy datacompressie:
Een gedeelte van informatie gaat verloren (ongeveer dezelfde waardes).
GIF:
Graphics Interchange Format.
(Om hogere permanente beeldkwaliteit op te slaan).
BMP:
Bitmap (om hogere permanente beeldkwaliteit op te slaan).
