Voorwoord
,S. is een jongen van 12 jaar en zit op RKBS de Regenboog in het Laakkwartier in Den
Haag. Dit is een reguliere basisschool met extra ondersteuning voor
nieuwkomersleerlingen.
S. heeft een gemiddeld IQ van 76. Een kind met een IQ van 76 heeft een LVB. Dit
resulteert bij S. in erg veel moeite hebben met leren, geconcentreerd blijven en zich aan
zijn taken te houden. Als hij wat onrustig is zal hij gaan spelen met dingen die op zijn tafel
ligt of in zijn laatje ligt. Ook leidt hij zijn andere leerlingen om zich heen af doormiddel
van aanrakingen.
De hulpvraag van S. luidt als volgt: ‘Help mij als ik afgeleid raak om rustiger te worden,
zodat ik andere kinderen niet afleid maar weer verder kan met mijn taak.’
Dit kind heb ik gekozen omdat ik het belangrijk vind dat er kinderen met een LVB die op
het regulier onderwijs blijven goed worden begeleid. Vaak hebben de leerkrachten die op
het regulier onderwijs werken hier niet voldoende kennis over en ook de ruimte niet om
extra ondersteuning te bieden aan deze doelgroep.
Ik help S. doormiddel van opdrachtkaarten ontwikkelen die hij erbij kan pakken als hij
onrust wordt. Dit moet er uiteindelijk voor zorgen om zijn gedachte ergens anders heen
te brengen zodat hij hierna weer verder kan gaan met de taken die voltooid moeten
worden.
Dit wordt gemeten doormiddel van een nulmeting, tussenmeting en een eindmeting.
Hierin wordt er geëvalueerd met het kind, met mijn mentor en ook met mijn mede
student die mee kijkt.
Inhoudsopgave
Casus............................................................................................................ 3
, Gespreksvoering............................................................................................5
Gesprek met mentor....................................................................................................... 5
Gesprek met het kind..................................................................................................... 5
Hypothese en hulpvraag.................................................................................6
Doelen........................................................................................................... 6
Theoretisch kader..........................................................................................7
Fysieke ontwikkeling....................................................................................................... 7
Cognitieve ontwikkeling.................................................................................................. 7
Sociaal emotionele ontwikkeling.....................................................................................8
Het verschil tussen jongens en meisjes..........................................................................8
Informatie specifieke situatie.........................................................................8
Praten met kinderen.....................................................................................10
Pedagogisch opvoedklimaat.........................................................................10
Plan van aanpak........................................................................................... 11
Analyse......................................................................................................................... 12
Hypothese en hulpvraag............................................................................................... 12
Doelen stellen............................................................................................................... 12
Zelfbewust worden.................................................................................................... 12
Omgevingsbewustheid.............................................................................................. 12
Strategie bepalen.........................................................................................12
Gebruikershandleiding.................................................................................13
Evaluatie..................................................................................................... 16
Nulmeting..................................................................................................................... 16
Tussenmeting............................................................................................................... 17
Eindmeting................................................................................................................... 17
Individueel verslag.......................................................................................18
Literatuurlijst............................................................................................... 19
Casus
RKBS de Regenboog is een rooms-katholieke bassischool en is gevestigd in het
Laakkwartier in Den Haag. Deze reguliere bassischool staat bekend om de goede zorg
voor nieuwkomersleerlingen. Nieuwkomersleerlingen zijn leerlingen die gemiddeld nu een
jaar in Nederland zijn en hier voor een langere tijd willen blijven. De
nieuwkomersleerlingen krijgen intensieve taallessen om goed Nederlands te leren
spreken, schrijven en begrijpen. (Missie, Visie en Werkwijze, Bazaltgroep, 2024).
,S. is een jongen van 12 jaar en zit op RKBS de Regenboog in het Laakkwartier in Den
Haag. Dit is een reguliere basisschool met extra ondersteuning voor
nieuwkomersleerlingen.
S. heeft een gemiddeld IQ van 76. Een kind met een IQ van 76 heeft een LVB. Dit
resulteert bij S. in erg veel moeite hebben met leren, geconcentreerd blijven en zich aan
zijn taken te houden. Als hij wat onrustig is zal hij gaan spelen met dingen die op zijn tafel
ligt of in zijn laatje ligt. Ook leidt hij zijn andere leerlingen om zich heen af doormiddel
van aanrakingen.
De hulpvraag van S. luidt als volgt: ‘Help mij als ik afgeleid raak om rustiger te worden,
zodat ik andere kinderen niet afleid maar weer verder kan met mijn taak.’
Dit kind heb ik gekozen omdat ik het belangrijk vind dat er kinderen met een LVB die op
het regulier onderwijs blijven goed worden begeleid. Vaak hebben de leerkrachten die op
het regulier onderwijs werken hier niet voldoende kennis over en ook de ruimte niet om
extra ondersteuning te bieden aan deze doelgroep.
Ik help S. doormiddel van opdrachtkaarten ontwikkelen die hij erbij kan pakken als hij
onrust wordt. Dit moet er uiteindelijk voor zorgen om zijn gedachte ergens anders heen
te brengen zodat hij hierna weer verder kan gaan met de taken die voltooid moeten
worden.
Dit wordt gemeten doormiddel van een nulmeting, tussenmeting en een eindmeting.
Hierin wordt er geëvalueerd met het kind, met mijn mentor en ook met mijn mede
student die mee kijkt.
Inhoudsopgave
Casus............................................................................................................ 3
, Gespreksvoering............................................................................................5
Gesprek met mentor....................................................................................................... 5
Gesprek met het kind..................................................................................................... 5
Hypothese en hulpvraag.................................................................................6
Doelen........................................................................................................... 6
Theoretisch kader..........................................................................................7
Fysieke ontwikkeling....................................................................................................... 7
Cognitieve ontwikkeling.................................................................................................. 7
Sociaal emotionele ontwikkeling.....................................................................................8
Het verschil tussen jongens en meisjes..........................................................................8
Informatie specifieke situatie.........................................................................8
Praten met kinderen.....................................................................................10
Pedagogisch opvoedklimaat.........................................................................10
Plan van aanpak........................................................................................... 11
Analyse......................................................................................................................... 12
Hypothese en hulpvraag............................................................................................... 12
Doelen stellen............................................................................................................... 12
Zelfbewust worden.................................................................................................... 12
Omgevingsbewustheid.............................................................................................. 12
Strategie bepalen.........................................................................................12
Gebruikershandleiding.................................................................................13
Evaluatie..................................................................................................... 16
Nulmeting..................................................................................................................... 16
Tussenmeting............................................................................................................... 17
Eindmeting................................................................................................................... 17
Individueel verslag.......................................................................................18
Literatuurlijst............................................................................................... 19
Casus
RKBS de Regenboog is een rooms-katholieke bassischool en is gevestigd in het
Laakkwartier in Den Haag. Deze reguliere bassischool staat bekend om de goede zorg
voor nieuwkomersleerlingen. Nieuwkomersleerlingen zijn leerlingen die gemiddeld nu een
jaar in Nederland zijn en hier voor een langere tijd willen blijven. De
nieuwkomersleerlingen krijgen intensieve taallessen om goed Nederlands te leren
spreken, schrijven en begrijpen. (Missie, Visie en Werkwijze, Bazaltgroep, 2024).
