ORTHOPEDAGOGISCHE
INTERVENTIES
EMOTIONELE ONTWIKKELING
INLEIDING
ANTON DOSEN
- kinderpsychiater en hoogleraar universiteit Nijmegen
- directeur van centrum voor begeleiding van personen met een verstandelijke
beperking
- jaren 70’ → groot percentage van mensen met een VB kans hebben tot
ontwikkelen van psychische problemen
- introduceren benadering om die mensen te begrijpen en behandelen
UITGANGSPRINCIPES
INTEGRATIEVE BENADERING
- Dosen baseerde theorie op
- psychologie, psychiatrie, wetenschappen
- multidisciplinaire aanpak
- zicht krijgen op 4 dimensies voor correcte behandeling
- psychische dimensie
- motorische, sensorische functies
- cognitief, sociaal en emotioneel functioneren
- biologische dimensie
- genetische en andere biologische aspecten van het CZS
- sociale dimensie
- sociale omgeving met interacties
- ontwikkelingsdimensie
- verloop van de andere dimensies
- dimensies staan met elkaar in verband en beïnvloeden elkaar
ONTWIKKELINGSDYNAMISCHE BENADERING
- personen met chronische psychische problemen of ernstige gedragsproblemen
- discrepantie tussen cognitieve ontwikkelingen emotionele ontwikkeling
- het kunnen en aankunnen
- emotionele ontwikkeling stopt, vertraagt of regresseert
- door gebeurtenissen → terugval of regressie naar lager ontwikkelingsniveau
- emotionele ontwikkeling is basis van de
psychosociale benadering
- universeel model
1
, - doelgroep- en werkveldoverschrijdend
FASES VAN EMOTIONELE ONTWIKKELING EN
PERSOONLIJKHEIDSSTRUCTUREN
FASES VAN EMOTIONELE ONTWIKKELING
- iedereen doorloopt de 5 fasen
- personen met diepe VB
- niet verder dan fase 2
- personen met matige/ernstige VB
- niet verder dan fase 3
- kritiek op fasische verloop
- door simplificatie van complexe materie
PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING EN
PERSOONLIJKHEIDSSTRUCTUREN
- iedere fase ontstaan een persoonlijkheidslaag
- ‘fasespecifieke persoonlijkheidsstructuur’
- iedere nieuwe ontwikkelingsfase → nieuwe
persoonlijkheidsstructuur
- nieuwe laag → nieuwe aanpassing aan omgeving
- HV → ondersteuning afstemmen op fase die sterkste
is ontwikkeld
- iedere persoonlijkheidsstructuur → karakteristiek
gedrag met gedragstrekken
DE EERSTE 5 EMOTIONELE ONTWIKKELINGSFASEN
ADAPTATIEFASE - HOMEOSTASE
- van 0-6 maand , IQ <20
- heen en weer geslingerd tussen homeostase en disregulatie
- evenwicht en ontregeling
- fysiologische aanpassing
- aanpassen aan de buitenwereld
- sensorische integratie via zintuigen
- gevoelig voor alle zintuigelijke prikkels
- veel energie naar opnemen, verwerken en ordenen van de prikkels
- regelen van lichamelijke gewaarwording centraal
- slaap/waak, honger/dorst, ademhaling,...
- regelen van innerlijke spanningsniveau is belangrijk
- continu aanpassen
- vaak ontregeld → sprake van hypo- of hyperarausal
- ontdekken van structuren van ruimte, tijd en personen
- ontwikkelingstaken
- intern evenwicht bereiken en behouden
- spanning hanteren
- veiligheid en rust vinden
- begeleidingstips
2
, - nabijheid en responsiviteit
- samen zijn, beschikbaarheid
- ingaan op primaire behoeften
- bieden van veiligheid
- structuur en grenzen
- voorspelbaarheid en duidelijkheid
- regelmaat en herkenbaarheid
- beginnend herkennen van dagverloop
- overzichtelijke en eenvoudige, herhalende structuur
- begrenzen
- activiteiten
- prikkeldosering
- niet te veel of niet te weinig
- werken op maat van de client
- evenwicht tussen zelfcontrole en controle buitenaf
- basale belevingsgerichte activiteiten
- communicatie
- beperkte verbaliteit
- focus op non-verbale taal
- focus hier en nu
- gedrag
- super gevoelig
- heel snel té (veel of weinig)
- prikkelgevoelig
- fysiologische (dys)regulatie
- functioneren volgens innerlijk spanningsniveau
- snel vermoeid
- verlies van structuur in tijd en ruimte
- agressie om interne spanning te reguleren
- probleemgedrag → ontregeling van hun spanningsniveau
- verdieping en toepassing praktijk
- ontwikkelingstaken
- Een intern evenwicht bereiken en behouden.
- Spanning hanteren.
- Veiligheid en rust vinden.
- gedragskenmerken
- Heel snel té (veel of weinig)
- Prikkelgevoelig
- Fysiologische (dys)regulatie
- Functioneren volgens innerlijk spanningsniveau
- Meedeinen op/volledig overnemen van spanning en emoties van
omgeving
- Snel vermoeid, alleen door alles te verwerken, zich aan te passen
- Inwisselbare andere
- Beginnend hechtingsgedrag
- Dwangmatigheden
- spanning en conflicten
- tips
- Neem over, haal de cliënt uit de situatie of begrens hem
fysiek indien nodig.
- Een basishouding van onvoorwaardelijke acceptatie is hier
meer dan ooit belangrijk.
3
, - Neem het gedrag van mensen in deze fase nooit persoonlijk.
- (Zaken verbieden of straffen is ten stelligste af te raden, dit
zal enkel zorgen voor nog meer
EERSTE SOCIALISATIE
- 6-18 maand, IQ 25-35
- gehechtheidsfase
- vertrouwen vs wantrouwen
- WE-dentity
- fase van symbiose → nog geen eigen ik
- hechting tussen kind en zorgfiguur heel sterk
- kind kan niet zonder functioneren
- angst voor vreemde, separatieangst
- hechting aan transitionele objecten
- niet levende dingen, bv: tutje, knuffel, deken,...
- objectpermanentie
- onderzoekt de omgeving
- ontwikkelingstaken
- zich hechten
- vertrouwensband opbouwen
- exploreren of verkennen
- dingen leren, onder de knie krijgen
- begeleidingstips
- betrouwbaar zijn in beschikbaarheid
- Nabijheid – (afstand)
- Transitionele objecten
- Geweldloze benadering!
- structuur en grenzen
- belangrijk als houvast
- visuele ondersteuning
- Duidelijke afspraken
- Begrenzing
- Veiligheid bieden door structuur en voorspelbaarheid in omgeving (visuele
ondersteuning)
- activiteiten
- duidelijkheid van eenvoudige, terugkerende activiteiten
- samen doen!
- aanpassen aan draagkracht van de cliënt
- communicatie
- korte zinnen
- intonatie en lichaamstaal
- hier en nu
- niet te veel in de toekomst
- gedrag
- ‘plakken’, symbiose
- basis (on)veiligheid
- afhankelijk van belangrijke anderen
- ambivalentie ( aantrekken-afstoten)
- moeilijke gedeelde aandacht (joint attention)
4
INTERVENTIES
EMOTIONELE ONTWIKKELING
INLEIDING
ANTON DOSEN
- kinderpsychiater en hoogleraar universiteit Nijmegen
- directeur van centrum voor begeleiding van personen met een verstandelijke
beperking
- jaren 70’ → groot percentage van mensen met een VB kans hebben tot
ontwikkelen van psychische problemen
- introduceren benadering om die mensen te begrijpen en behandelen
UITGANGSPRINCIPES
INTEGRATIEVE BENADERING
- Dosen baseerde theorie op
- psychologie, psychiatrie, wetenschappen
- multidisciplinaire aanpak
- zicht krijgen op 4 dimensies voor correcte behandeling
- psychische dimensie
- motorische, sensorische functies
- cognitief, sociaal en emotioneel functioneren
- biologische dimensie
- genetische en andere biologische aspecten van het CZS
- sociale dimensie
- sociale omgeving met interacties
- ontwikkelingsdimensie
- verloop van de andere dimensies
- dimensies staan met elkaar in verband en beïnvloeden elkaar
ONTWIKKELINGSDYNAMISCHE BENADERING
- personen met chronische psychische problemen of ernstige gedragsproblemen
- discrepantie tussen cognitieve ontwikkelingen emotionele ontwikkeling
- het kunnen en aankunnen
- emotionele ontwikkeling stopt, vertraagt of regresseert
- door gebeurtenissen → terugval of regressie naar lager ontwikkelingsniveau
- emotionele ontwikkeling is basis van de
psychosociale benadering
- universeel model
1
, - doelgroep- en werkveldoverschrijdend
FASES VAN EMOTIONELE ONTWIKKELING EN
PERSOONLIJKHEIDSSTRUCTUREN
FASES VAN EMOTIONELE ONTWIKKELING
- iedereen doorloopt de 5 fasen
- personen met diepe VB
- niet verder dan fase 2
- personen met matige/ernstige VB
- niet verder dan fase 3
- kritiek op fasische verloop
- door simplificatie van complexe materie
PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING EN
PERSOONLIJKHEIDSSTRUCTUREN
- iedere fase ontstaan een persoonlijkheidslaag
- ‘fasespecifieke persoonlijkheidsstructuur’
- iedere nieuwe ontwikkelingsfase → nieuwe
persoonlijkheidsstructuur
- nieuwe laag → nieuwe aanpassing aan omgeving
- HV → ondersteuning afstemmen op fase die sterkste
is ontwikkeld
- iedere persoonlijkheidsstructuur → karakteristiek
gedrag met gedragstrekken
DE EERSTE 5 EMOTIONELE ONTWIKKELINGSFASEN
ADAPTATIEFASE - HOMEOSTASE
- van 0-6 maand , IQ <20
- heen en weer geslingerd tussen homeostase en disregulatie
- evenwicht en ontregeling
- fysiologische aanpassing
- aanpassen aan de buitenwereld
- sensorische integratie via zintuigen
- gevoelig voor alle zintuigelijke prikkels
- veel energie naar opnemen, verwerken en ordenen van de prikkels
- regelen van lichamelijke gewaarwording centraal
- slaap/waak, honger/dorst, ademhaling,...
- regelen van innerlijke spanningsniveau is belangrijk
- continu aanpassen
- vaak ontregeld → sprake van hypo- of hyperarausal
- ontdekken van structuren van ruimte, tijd en personen
- ontwikkelingstaken
- intern evenwicht bereiken en behouden
- spanning hanteren
- veiligheid en rust vinden
- begeleidingstips
2
, - nabijheid en responsiviteit
- samen zijn, beschikbaarheid
- ingaan op primaire behoeften
- bieden van veiligheid
- structuur en grenzen
- voorspelbaarheid en duidelijkheid
- regelmaat en herkenbaarheid
- beginnend herkennen van dagverloop
- overzichtelijke en eenvoudige, herhalende structuur
- begrenzen
- activiteiten
- prikkeldosering
- niet te veel of niet te weinig
- werken op maat van de client
- evenwicht tussen zelfcontrole en controle buitenaf
- basale belevingsgerichte activiteiten
- communicatie
- beperkte verbaliteit
- focus op non-verbale taal
- focus hier en nu
- gedrag
- super gevoelig
- heel snel té (veel of weinig)
- prikkelgevoelig
- fysiologische (dys)regulatie
- functioneren volgens innerlijk spanningsniveau
- snel vermoeid
- verlies van structuur in tijd en ruimte
- agressie om interne spanning te reguleren
- probleemgedrag → ontregeling van hun spanningsniveau
- verdieping en toepassing praktijk
- ontwikkelingstaken
- Een intern evenwicht bereiken en behouden.
- Spanning hanteren.
- Veiligheid en rust vinden.
- gedragskenmerken
- Heel snel té (veel of weinig)
- Prikkelgevoelig
- Fysiologische (dys)regulatie
- Functioneren volgens innerlijk spanningsniveau
- Meedeinen op/volledig overnemen van spanning en emoties van
omgeving
- Snel vermoeid, alleen door alles te verwerken, zich aan te passen
- Inwisselbare andere
- Beginnend hechtingsgedrag
- Dwangmatigheden
- spanning en conflicten
- tips
- Neem over, haal de cliënt uit de situatie of begrens hem
fysiek indien nodig.
- Een basishouding van onvoorwaardelijke acceptatie is hier
meer dan ooit belangrijk.
3
, - Neem het gedrag van mensen in deze fase nooit persoonlijk.
- (Zaken verbieden of straffen is ten stelligste af te raden, dit
zal enkel zorgen voor nog meer
EERSTE SOCIALISATIE
- 6-18 maand, IQ 25-35
- gehechtheidsfase
- vertrouwen vs wantrouwen
- WE-dentity
- fase van symbiose → nog geen eigen ik
- hechting tussen kind en zorgfiguur heel sterk
- kind kan niet zonder functioneren
- angst voor vreemde, separatieangst
- hechting aan transitionele objecten
- niet levende dingen, bv: tutje, knuffel, deken,...
- objectpermanentie
- onderzoekt de omgeving
- ontwikkelingstaken
- zich hechten
- vertrouwensband opbouwen
- exploreren of verkennen
- dingen leren, onder de knie krijgen
- begeleidingstips
- betrouwbaar zijn in beschikbaarheid
- Nabijheid – (afstand)
- Transitionele objecten
- Geweldloze benadering!
- structuur en grenzen
- belangrijk als houvast
- visuele ondersteuning
- Duidelijke afspraken
- Begrenzing
- Veiligheid bieden door structuur en voorspelbaarheid in omgeving (visuele
ondersteuning)
- activiteiten
- duidelijkheid van eenvoudige, terugkerende activiteiten
- samen doen!
- aanpassen aan draagkracht van de cliënt
- communicatie
- korte zinnen
- intonatie en lichaamstaal
- hier en nu
- niet te veel in de toekomst
- gedrag
- ‘plakken’, symbiose
- basis (on)veiligheid
- afhankelijk van belangrijke anderen
- ambivalentie ( aantrekken-afstoten)
- moeilijke gedeelde aandacht (joint attention)
4